Terug
Gepubliceerd op 31/08/2021

Notulen  Gemeenteraad

ma 19/07/2021 - 20:00 Sporthal
Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Alexander De Croo, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Franky Bogaert, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Raadsleden
Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Johnny Roos, Amber Coppens, Sabine Burens, Karen Vekeman, Wesley Roos, Raadsleden
  • Openbaar

    • Secretariaat

      • Goedkeuring notulen vorige gemeenteraad 28 juni 2021

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Alexander De Croo, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Franky Bogaert, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Johnny Roos, Amber Coppens, Sabine Burens, Karen Vekeman, Wesley Roos, Raadsleden

        De notulen van de vorige gemeenteraad dd. 28 juni 2021

        Regelgeving

        Decreet lokaal bestuur, artikel 32.

        Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Brakel.

        Feiten, context en argumentatie

        Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter en de algemeen directeur.

        Besluit

        Enig artikel: De notulen en het zittingsverslag van de vergadering dd. 28 juni 2021 worden goedgekeurd.

      • Financiën. Jaarrekening 2020.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Alexander De Croo, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Franky Bogaert, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Johnny Roos, Amber Coppens, Sabine Burens, Karen Vekeman, Wesley Roos, Raadsleden

        Het opstellen van de jaarrekening 2020.

        Regelgeving

        Het Decreet van 15 juli 2011 houdende de vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd.
        Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 176 en 260 tot en met 262 en artikel 78.
        Het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
        Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van lokale en de provinciale besturen, in het bijzonder Titel 2, Hoofdstuk 3.

        Feiten, context en argumentatie

        De financieel directeur heeft de boekhouding van het dienstjaar 2020 afgesloten.

        Door de invoering van de beleids- en beheerscyclus is de jaarrekening meer een inhoudelijk document geworden.

        • De jaarrekening geeft een antwoord op de vraag in welke mate de prioritaire beleidsdoelstellingen uit het meerjarenplan in het budget werden gerealiseerd.
        • Voorts moet uit de jaarrekening blijken hoeveel middelen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen werden besteed en tot welke financiële toestand dat heeft geleid voor het bestuur.
        Besluit

        Artikel 1: De gemeenteraad stelt de jaarrekening gemeente en OCMW Brakel voor het dienstjaar 2020 vast.

      • Punt toegevoegd cfr. artikel 21 DLB - "Voorstel tot aanpassing van de deontologische code".

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Alexander De Croo, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Franky Bogaert, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Johnny Roos, Amber Coppens, Sabine Burens, Karen Vekeman, Wesley Roos, Raadsleden

        De e-mail dd. 12 juli 2021 op naam van raadslid Jan Haegeman.

        Regelgeving

        Decreet Lokaal Bestuur, artikel 21, 39 en 55.

        Feiten, context en argumentatie

        Raadslid Jan Haegeman stelt voor onderstaande deontologische code goed te keuren:

        Toepassingsgebied

        Artikel 1

        De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen. Voor de gemeente worden hieronder begrepen:

        • de voorzitter van de gemeenteraad;
        • de gemeenteraadsleden;
        • de burgemeester;
        • de schepenen.

        Deze code is bij uitbreiding desgevallend op de vertrouwenspersonen door welke gemeenteraadsleden zich in bepaalde gevallen kunnen laten bijstaan.

        Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

        Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

        Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

        Belangenvermenging en de schijn ervan

        Artikel 2

        Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

        Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.

        Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.
        Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.

        Artikel 3

        Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

        • Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
        • Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
        • Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596

        Artikel 4

        Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

        Artikel 5

        Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

        Artikel 6

        Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

        • Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
        • Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11

        Artikel 7

        Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

        • Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3

        Artikel 8

        Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

        Artikel 9

        Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.

        Artikel 10

        De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

        Corruptie en de schijn ervan

        Artikel 11

        Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

        Artikel 12

        Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

        • Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245

        Het aannemen van geschenken

        Artikel 13

        Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
        • De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
        • Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
        • Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

        Artikel 14

        Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

        Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.

        Artikel 15

        De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

        Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

        Artikel 16

        Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
        • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

        Artikel 17

        Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

        Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

        Artikel 18

        Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
        • De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, …).
        • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

        Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

        Artikel 19

        Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

        Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

        Artikel 20

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

        • Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1

        Artikel 21

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

        Artikel 22

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

        • Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38

        Omgaan met informatie

        Artikel 23

        De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

        Artikel 24

        Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

        Artikel 25

        Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

        Artikel 26

        Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

        • Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
        • Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
        • Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28

        Artikel 27

        Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

        • Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2

        Artikel 28

        Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

        Artikel 29

        Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

        Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

        Artikel 30

        Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

        Artikel 31

        De vergadering van de gemeenteraad is bij uitstek en bij hoofdzaak de gelegenheid waarbij het gemeentelijk beleid besproken en ontwikkeld wordt. Een regelmatige aanwezigheid is dus vereist om het goede functioneren van het raadslid en van de raad te garanderen.

        Artikel 32

        Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

        Artikel 33

        Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

        Artikel 34

        Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

        Naleving en handhaving van de deontologische code

        Artikel 35

        Bij overtreding van de deontologische code kan de gemeenteraad beslissen tot één of meerdere van volgende sancties:

        • het opleggen van een blaam met vermelding en motivatie in het gemeentelijk informatieblad;
        • het tijdelijk niet langer meer officieel uitnodigen van het betrokken gemeenteraadslid op officiële festiviteiten georganiseerd of medegeorganiseerd door het gemeentebestuur;
        • het ontnemen of ontzeggen van de eretitels van eregemeenteraadslid, ereschepen en/of ereburgemeester.

        Wanneer ter honorering van voormeld artikel 31 wordt vastgesteld dat een gemeenteraadslid ten minste 10 opeenvolgende zittingen van de gemeenteraad afwezig blijft, dan zal de voorzitter van de gemeenteraad een gesprek aangaan met het betrokken gemeenteraadslid teneinde:

        • te onderzoeken of hij/zij zich in één van de gevallen bevindt waarbij hij/zij zich decretaal tijdelijk kan laten vervangen en zo ja het betrokken gemeenteraadslid voor te stellen zich effectief tijdelijk te laten vervangen;
        • indien het betrokken gemeenteraadslid zich niet in een positie bevindt waarin hij/zij zich tijdelijk kan laten vervangen, het betrokken gemeenteraadslid voor te stellen het ontslag als gemeenteraadslid te willen aanbieden;
        • indien het betrokken gemeenteraadslid in gebreke blijft dan kan de gemeenteraad beslissen tot het opleggen van één of meerdere van voormelde sancties.

        Artikel 36

        De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

        Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

        • het voorkomen van mogelijke schendingen
        • het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
        • het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
        • het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

        Het voorkomen van mogelijke schendingen

        Artikel 37

        Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

        Artikel 38

        Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

        Het signaleren van vermoedens van schendingen

        Artikel 39

        Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

        Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.

        Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

        Artikel 40

        Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar.

        Het zich uitspreken over schendingen

        Artikel 41

        Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.

        Evalueren van de deontologische code

        Artikel 42

        Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens een door de gemeenteraadsvoorzitter samengeroepen overleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. De gemeenteraadsvoorzitter brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.

        Algemene bepalingen

        Artikel 43

        De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

        Artikel 44

        De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

        Artikel 45

        Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

        Artikel 46

        Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

        Artikel 47

        De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

        Informatiebemiddeling

        Artikel 48

        Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

        Artikel 49

        De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

        Artikel 50

        Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

        Artikel 51

        De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

        Administratieve begeleiding en ondersteuning

        Artikel 52

        De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

        Artikel 53

        Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

        Artikel 54

        De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

        Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

        Bespoedigingstussenkomsten

        Artikel 55

        Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

        Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

        Begunstigingstussenkomsten

        Artikel 56

        Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

        Artikel 57

        Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

        Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

        Artikel 58

        Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

        Artikel 59

        De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

        Artikel 60

        De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:

        • louter informatieve vragen van algemene of technische aard
        • vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten
        Besluit

        Enig artikel: De gemeenteraad beslist voorliggend punt af te voeren van de dagorde.

Namens Gemeenteraad,

Jurgen De Mets
Algemeen Directeur

Marcel Saeytijdt
Voorzitter Gemeente- en OCMW raad