Het opmaken van een algemeen subsidiereglement. Opzet is het bundelen van alle gemeentelijke subsidies in 1 reglement. Dit verhoogt de transparantie naar de burger.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41, lid 2, 23°.
In deze versie van het reglement wordt een nieuwe titel toegevoegd het éénmalig toekennen van een "AED-subsidie" van 500 euro aan de voetbalclubs op het grondgebied van de gemeente.
Dit naar aanleiding van de verplichting hieromtrent vanaf 1 juli 2023.
TITEL 1 SOCIALE DIENST
Hoofdstuk 1 Subsidie mantelzorg
Artikel 1: Doelstelling
De gemeente Brakel wil het werk waarderen van de mantelzorger die op een intense manier instaat voor de verzorging van een zorgbehoevende persoon, zodat deze zolang mogelijk thuis kan blijven wonen.
De subsidie mantelzorg wordt betaald aan de zorgbehoevende en besteed als ondersteuning van de mantelzorger.
Artikel 2: Zorgbehoevende
§1. De zorgbehoevende persoon is begunstigde van de gemeentelijke subsidie mantelzorg. Hij of zij vraagt deze subsidie via het aanvraagformulier persoonlijk aan en ontvangt zelf de subsidie mantelzorg via zijn of haar persoonlijk bankrekeningnummer
§2. De zorgbehoevende voldoet aan onderstaande voorwaarden:
De zorgbehoevende verbindt zich ertoe elke wijziging in zijn/haar situatie onmiddellijk door te geven.
§3. Het referentiejaar is het jaar waarin de prestaties door de mantelzorger zijn uitgevoerd en waarvoor de mantelzorgpremie wordt aangevraagd.
Artikel 3 Mantelzorger
Artikel 4 – Aanvraagprocedure
§1. Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld en ondertekend te zijn door de zorgbehoevende en mantelzorger en met onderstaande bewijsstukken:
2. Een attest van de zorgkas met vermelding dat er vanuit de Vlaamse Zorgverzekering GEEN tussenkomst wordt verleend.
Voornoemde attesten kunnen afgeleverd worden door de sociale dienst van mutualiteiten en de erkende diensten voor gezinszorg. Een attest afgeleverd door de huisarts, is niet geldig.
§2. Aanvragen
De aanvragen voor de subsidie mantelzorg worden tegen uiterlijk 1 april van het daaropvolgende jaar overgemaakt aan de gemeente Brakel. Na onderzoek en behandeling door het college van burgemeester en schepenen worden de goedgekeurde aanvragen uitbetaald voor 1 juli van het aanvraagjaar op het persoonlijk bankrekeningnummer van de zorgbehoevende.
Artikel 5 Bedrag
De subsidie bedraagt 250 euro per goedgekeurde aanvraag.
Er kan slechts 1 aanvraag per referentiejaar per zorgbehoevende worden aangevraagd.
Hoofdstuk 2 Subsidie pleegzorg
Artikel 6
Onder “pleeggezin” wordt begrepen één of meerdere volwassenen die in het kader van pleegzorg een jongere opvangen tot en met 18 jaar of zolang het groeipakket uitbetaald wordt, binnen een hulpverleningskader en mits een erkenning door Pleegzorg Vlaanderen.
Artikel 7
Het pleeggezin, gedomicilieerd te Brakel en aangesloten bij Pleegzorg Vlaanderen als koepelorganisatie van de erkende diensten voor pleegzorg in Vlaanderen, moet voldoen aan de voorwaarden en volgt de aanvraagprocedure beschreven in de artikelen 3 tot en met 4.
Artikel 8
Pleeggezinnen kunnen jaarlijks aanspraak maken op een subsidie pleegzorgt. Deze subsidie bedraagt 120 EUR per pleegkind dat het afgelopen jaar minimum 6 maanden aan het gezin was toevertrouwd. De maximum subsidie per gezin bedraagt 3 x 120 EUR per jaar, ook al vangt het pleeggezin meer dan 3 kinderen op. Het bewijs van domiciliëring, geleverd aan de hand van een attest van gezinssamenstelling, evenals een attest afgeleverd door de begeleidende dienst voor pleegzorg, vormen de basis van de aanvraag. Als de jongere ouder is dan 18 jaar wordt ook een bewijs van groeipakket afgeleverd.
Artikel 9
Pleeggezinnen woonachtig in Brakel dienen hun aanvraag tot subsidie pleegzorg digitaal, aan de hand van een ingevuld standaardformulier op www.brakel.be en vergezeld van de nodige bewijsstukken. De bewijslast van het dossier ligt bij het pleeggezin. Aanvragen voor een subsidie worden ingediend tegen uiterlijk 31 maart voor de pleegzorg van het voorafgaande kalenderjaar.
TITEL 2 COMMUNICATIE EN EVENEMENTEN
Hoofdstuk 3 Subsidie buurtfeest
Artikel 10
Binnen de beperkingen van de begrotingskredieten en onder de voorwaarden hierna bepaald, kan door het college van burgemeester en schepenen een subsidie toegekend worden aan buurtcomités die een buurtfeest inrichten.
Artikel 11
Buurtfeesten hebben als opzet een buurt, wijk of plein leefbaarder te maken door de organisatie van een wijk-, buurt- of straatfeest.
Artikel 12
Onder buurtfeest wordt verstaan een feest georganiseerd voor één of meerdere straten, een plein of een wijk.
Onder buurtcomité wordt verstaan: elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer personen, woonachtig in de desbetreffende buurt, die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging".
Artikel 13
Bij elk buurtfeest dienen minstens 10 gezinnen of 25 personen betrokken te zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie.
Artikel 14
Uitgesloten zijn activiteiten met winstoogmerk, wijkoverstijgende evenementen, privéfeesten, schoolfeesten, familiefeesten, het louter organiseren van eetfestijnen, activiteiten in de directe omgeving van en op het tijdstip van een plaatselijke kermis en feesten met een religieus, filosofisch, promotioneel, politiek of commercieel karakter.
Artikel 15
§1 Deze subsidie kan enkel door buurtcomités aangevraagd worden.
§2 Het buurtfeest wordt georganiseerd door inwoners van de gemeente Brakel voor een buurtfeest op het grondgebied van de gemeente Brakel. Daarbij dienen de initiatiefnemende aanvragers van deze subsidie in de desbetreffende straat, buurt of wijk te wonen.
§3 De aanvraag gebeurt door twee volwassen initiatiefnemers van twee verschillende gezinnen (zonder familieband) die in de betrokken straat, wijk of buurt wonen. §4 Het buurtfeest richt zich minstens tot alle inwoners van een straat, wijk of buurt. Daarnaast moeten al deze inwoners schriftelijk op de hoogte gesteld worden en iedereen van deze straat, wijk of buurt moet de mogelijkheid krijgen om aan de activiteiten deel te nemen.
Artikel 16
§1 Elk buurtcomité komt slechts éénmaal per kalenderjaar in aanmerking voor deze toelage.
§2 Er kan ook slechts éénmaal per jaar een toelage toegekend worden voor de organisatie van een buurfeest in de desbetreffende wijk, buurt of straat.
§3 Deze toelage mag niet gecumuleerd worden met een andere toelage vanwege de gemeente Brakel of haar adviesraden voor hetzelfde evenement.
Artikel 17
§1 De aanvraag voor een toelage moet ingediend en ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris van het buurtcomité of door twee verantwoordelijken uit de desbetreffende buurt, wijk of plein.
§2 Bij de aanvraag voor een toelage zal ook een kopie worden gevoegd van de vooraf gevoerde communicatie rond dit buurtfeest (uitnodiging inwoners, affiches, flyers, website,…). §3 Bij de aanvraag zal een adreslijst worden gevoegd van de personen die aangeschreven werden.
Artikel 18
De initiatiefnemers verbinden zich ertoe de heersende regelgeving (politieverordening, SABAM, billijke vergoeding, taksen, verzekering, enz.) te respecteren en zijn hiervoor zelf verantwoordelijk.
Artikel 19
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt binnen een maand na de aanvraag van de subsidie of het initiatief in aanmerking komt voor een subsidie. Het college kan de initiatiefnemers steeds om verduidelijking vragen.
Artikel 20
§1 De subsidie bedraagt per goedgekeurd buurtfeest 125 euro en wordt door middel van een Brakelse geschenkbon uitbetaald. Deze bon kan bij alle deelnemende handelaars worden gebruikt.
§2 De subsidie kan aangewend worden om basisorganisatiekosten te dragen: kosten voor promotie, animatie, versiering, huur materiaal (met uitzondering van gemeentelijk materiaal), verzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid (BA), SABAM, billijke vergoeding en spijzen en dranken.
§3 Met het oog op de uitbetaling van de toelage van het buurtfeest dienen bij de aanvraag van de toelage de nodige bewijsstukken binnengebracht te worden:
1° financiële afrekening
2° kopie van de facturen, rekeningen, onkostenstaten,… voor de gemaakte onkosten
3° vijf sfeerfoto’s gemaakt tijdens het buurtfeest.
§4 De toelage kan nooit meer bedragen dan de werkelijk gemaakte onkosten voor de organisatie van dit buurtfeest.
Artikel 21: §1 Bij de aanvraag moet een bewijs worden gevoegd waarin de besteding van de aangevraagde toelage wordt bepaald.
§2 De aanvraag vermeldt tevens het rekeningnummer waarop de storting kan gebeuren en de naam van de persoon op wiens naam de rekening werd geopend.
Artikel 22: Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden meegedeeld, of dat de subsidie niet werd gebruikt waarvoor ze initieel bedoeld is, dan wordt deze niet uitbetaald. Indien de subsidie reeds betaald is, dan kan deze ten allen tijde worden teruggevorderd.
Artikel 23: Elke mogelijke betwisting omtrent de toepassing van het reglement wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 24: De aanvraag tot het verkrijgen van een financiële toelage dient binnen de 4 maanden na de eigenlijke organisatie te gebeuren.
TITEL 3 OPENBARE WERKEN
Hoofdstuk 4 Subsidie gescheiden riolering op privaat domein
Artikel 25
Aan de eigenaars van gebouwen waarvan de stedenbouwkundige vergunning dateert van voor 1 oktober 1999 en welke afkoppelingswerken uitvoeren, wordt een subsidie verleend ten bedrage van 50% van de aanvaarde kosten inclusief btw en met een maximum van 1.500 EUR en dit onder volgende voorwaarden:
1° de eigenaar moet geldige facturen van de werken en/of materialen voorleggen
2° de afkoppelingswerken worden uitgevoerd ingevolge de uitvoering van rioleringswerken in de voorliggende weg
3° de werken worden uitgevoerd in overeenstemming met het afkoppelingsplan opgemaakt door de TMVW-AquaRio
4° de eigenaar verleent toestemming om de werken te controleren en op te meten
5° de premie wordt enkel uitbetaald na goedkeuring door de TMVW-AquaRio van de uitgevoerde werken
TITEL 4 MILIEU
Hoofdstuk 5 Subsidie herbruikbare luiers
Artikel 26
Er wordt een subsidie toegekend voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers met bijhorende benodigdheden volgens de voorwaarden die hierna worden vastgelegd.
Artikel 27
Om deze subsidie te ontvangen moet de vader, moeder of wettelijke voogd een aanvraagformulier indienen met daarbij een aankoop- of huurbewijs op naam en met vermelding van de factuurprijs.
Artikel 28
De subsidie bedraagt de helft van de factuurprijs met een maximum van 100 euro per kind en maximum 50% van de bewezen kosten.
Artikel 29
Gezinnen en alleenstaanden, ingeschreven in het gemeentelijk bevolkingsregister, met kinderen tot drie jaar komen in aanmerking voor de subsidie.
Artikel 30
De subsidie wordt ingediend voor de derde verjaardag van het kind bij de gemeentelijke milieudienst.
Artikel 31
Deze beslissing heeft betrekking op aankoop en huur van luiers vanaf 1 januari 2006.
Hoofdstuk 6 Subsidie hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening
Artikel 32: Definities
Artikel 33
§1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw, een subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. Deze hemelwaterinstallatie en infiltratievoorziening moet voldoen aan de voorwaarden in §2 van dit artikel
§2 De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in ‘Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen’, meer bepaald de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten in infiltratievoorzieningen’ en in tweede instantie aan de technische voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (5 juli 2013). De belangrijkste voorwaarden die hierin vervat zitten zijn in de volgende twee artikelen opgenomen:
Artikel 34 Hemelwaterinstallaties
Artikel35 Infiltratievoorzieningen
§1 De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4 vierkante meter per 100 vierkante meter afwaterende oppervlakte. Het buffervolume van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 25l per vierkante meter afwaterende oppervlakte.
§2 De afwaterende oppervlakte is de som van:
Artikel 36
Een afschrift van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden.
Artikel 37
§1 De subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bij bestaande woningen of bij verbouwing bedraagt 250 euro.
§2 De subsidie voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt 250 euro.
Artikel 38 Controle
Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie zal een door de gemeente gemachtigde instantie of ambtenaar zich ervan vergewissen dat aan de voorwaarden van het subsidiereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de subsidie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen.
Artikel 39 Aanvraag tot subsidie
De aanvraag tot het bekomen van een subsidie wordt bij voorkeur ingediend vóór de aanleg van de installatie. De aanvrager kan voor vragen over de aanleg van installaties en infiltratievoorzieningen terecht op de milieudienst.
Artikel 40
De subsidie wordt aan de eigenaar, gebruiker of huurder (mits toestemming van de eigenaar) van een gebouw gelegen op het grondgebied van Brakel slechts éénmalig toegekend.
Hoofdstuk 7 Aanplant en onderhoud kleine landschapselementen door landbouwers
Artikel 41
Het gemeentebestuur van Brakel heeft beslist om een toelage uit te keren, voor landbouwers, binnen de perken van de daartoe op de begroting voorziene middelen, voor de aanplant en het onderhoud van landschappelijk waardevolle punt- en lijnvormige landschapselementen, bepaald in artikel 42 en niet-subsidieerbaar via het POP, om zo de aantrekkelijkheid van de landelijke omgeving te verhogen.
Artikel 42: Definities:
Artikel 43
De toelage heeft betrekking op punt- en lijnvormige landschapselementen die gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied of grenzend aan percelen met een agrarisch bodemgebruik (akkers, weiland, boomgaarden) met uitzondering van de vijftig meterzone bij bebouwde percelen.
Artikel 44
Enkel streekeigen beplantingen opgenomen in bijlage 1 komen in aanmerking voor betoelaging.
Artikel 45
De betoelaagde aanplanting dient minimum gedurende 10 jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan. Het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van het betoelaagde plantsoen is niet toegestaan.
Artikel 46
Het plantsoen dat gebruikt wordt moet de volgende minimale afmetingen hebben: - 40 tot 60 cm hoogte voor bosplantsoen en heesters - 6 tot 8 cm stamomtrek bij hoogstammige bomen
Artikel 47
De aanplanting dient uitgevoerd te worden conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken op dergelijke aanplantingen (vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op de buurtwegen).
Artikel 48
De toelage kan enkel worden gebruikt voor het plantsoen; steunpalen, meststoffen, uurlonen... komen niet in aanmerking. Enkel het aangeslagen plantsoen kan worden betoelaagd; het afgestorven plantsoen komt niet in aanmerking.
Artikel 49
§1 Op basis van het verslag van de bevoegde gemeentelijke ambtenaar zal het schepencollege al dan niet zijn goedkeuring verlenen tot uitbetaling van de beplantingstoelage.
§2 Na toekenning dient de aanvrager zijn plantgoed goed te onderhouden en in stand te houden; hij zal daartoe zorg dragen bij eventuele stoornissen in het groeipatroon, op straffe van terugvordering van de toelage. De poot moet vervangen worden tot hij aanslaat.
Artikel 50
Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten die kunnen leiden tot de aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijke waardevolle elementen. Als schadelijke handelingen worden in ieder geval aangemerkt: - het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement - het geheel of gedeeltelijk afgraven van het landschapselement - het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen langsheen het landschapselement - het verbranden van bermen langs de hagen en het hakhout in de nabijheid van de overige in bijlage vermelde landschapselementen Bij inbreuk dient alle in de loop der jaren uitgekeerde subsidie terugbetaald te worden.
Artikel 51
De aanvrager zal, eens de aanplant voldoet aan de voorwaarden, beroep kunnen doen op de toelage voor het onderhoud van landschappelijk waardevolle landschapselementen.
Artikel 52 Volgende plantvoorschriften moeten gevolgd worden:
Artikel 53: De uitbetalingsmodaliteiten voor de aanplant/aanleg zijn:
§1 Er wordt uitbetaald na controle van de aanleg door de bevoegde ambtenaar, binnen de zes maanden na de aanplant of aanleg
§2 De toelage bedraagt:
§3 De toelage kan maximaal 125 € per aanvrager/jaar bedragen.
Artikel 54 : De landschapselementen komen slechts in aanmerking voor een onderhoudssubsidie als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:
Artikel 55 : Het onderhoud zal bestaan uit:
Artikel 56 : de subsidies voor onderhoud bedragen:
Artikel 56 : de toelagen voor het onderhoud kunnen slechts uitgekeerd worden met de volgende tussentijd:
Artikel 57
De aanvraag voor aanplant en/of onderhoud moet ingediend worden voor 31 maart op het volgende adres: Gemeentebestuur Brakel, dients milieu, Marktplein 1 te Brakel
Artikel. 58
Het schepencollege beslist of de aanvrager voor de betreffende toelage in aanmerking kan komen.
Artikel 59
De aanvraag moet minimaal 1 maand voor de aanvang van de uitvoering van de werken ingediend worden en is enkel geldig voor aanplantingen die geschieden in de periode voor 31 maart. Bij slechte weersomstandigheden, met name bij strenge vorst, kan de termijn met een maand verlengd worden.
Artikel 60
De aanvrager dient dadelijk na de aanplanting via het gemeentelijk meldingsformulier schriftelijk aan de gemeente te verklaren dat voldaan is aan de genoemde voorwaarden. Daartoe ontvangt de aanvrager een formulier van controleaanvraag dat volledig moet ingevuld en teruggezonden worden naar bovenstaand adres.
Artikel 61
De gemeentelijke overheid zal, na het indienen van de controleaanvraag, zelf gaan controleren, tijdens de maanden juli, augustus, september en oktober of de werken uitgevoerd zijn.
Artikel 62
De toelagen voor het onderhoud van punt- en lijnvormige kleine landschapselementen kunnen jaarlijks bekomen worden.
Artikel 63
Het krediet voor de toelagen zal jaarlijks, indien nodig, op de begroting van de Milieuraad voorzien worden.
Artikel 64
Cumulatie van subsidies wordt niet toegestaan; aanleg en/of onderhoud van KLE’s worden niet betoelaagd door dit gemeentelijk subsidiereglement als een hoger bestuursorgaan een subsidie toekent voor dezelfde daad. De Provincie Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor het (her)aanleggen en onderhouden van KLE's (knotwilgen en veedrinkpoelen) in gebieden waar door het Provinciebestuur natuurbehoudsprojecten tot ontwikkeling worden gebracht. Ook het Vlaams Gewest geeft bij monde van de Vlaamse Landmaatschappij subsidies in het kader van de Europese Verordening 2078/92 en 1257/99.
Hoofdstuk 8 Aanplant en onderhoud kleine landschapselementen door particulieren
Artikel 65
Het gemeentebestuur van Brakel beslist om een toelage uit te keren, binnen de perken van de daartoe op de begroting voorziene middelen, voor de aanplant en het onderhoud van landschappelijk waardevolle punt- en lijnvormige landschapselementen, bepaald in artikel 2, om zo de aantrekkelijkheid van de landelijke omgeving te verhogen.
Artikel 66 Definities:
Artikel. 67
De toelage heeft betrekking op punt- en lijnvormige landschapselementen die gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied of grenzend aan percelen met een agrarisch bodemgebruik (akkers, weiland, boomgaarden) met uitzondering van de vijftig meterzone bij bebouwde percelen.
Artikel 68
Enkel streekeigen beplantingen opgenomen in bijlage 1 komen in aanmerking voor betoelaging.
Artikel 69
De betoelaagde aanplanting dient minimum gedurende 10 jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan. Het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van het betoelaagde plantsoen is niet toegestaan.
Artikel 70
Het plantsoen dat gebruikt wordt moet de volgende minimale afmetingen hebben: - 40 tot 60 cm hoogte voor bosplantsoen en heesters - 6 tot 8 cm stamomtrek bij hoogstammige bomen
Artikel 71
De aanplanting dient uitgevoerd te worden conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken op dergelijke aanplantingen (vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op de buurtwegen).
Artikel 72
De toelage kan enkel worden gebruikt voor het plantsoen; steunpalen, meststoffen, uurlonen... komen niet in aanmerking. Enkel het aangeslagen plantsoen kan worden betoelaagd; het afgestorven plantsoen komt niet in aanmerking.
Artikel 73
Op basis van het verslag van de bevoegde gemeentelijke ambtenaar zal het schepencollege al dan niet zijn goedkeuring verlenen tot uitbetaling van de beplantingstoelage.
Artikel 74
Na toekenning dient de aanvrager zijn plantgoed of zijn amfibieënpoel goed te onderhouden en in stand te houden; hij zal daartoe zorg dragen bij eventuele stoornissen in het groeipatroon, op straffe van terugvordering van de toelage. De poot moet vervangen worden tot hij aanslaat.
Artikel 75
Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten die kunnen leiden tot de aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijke waardevolle elementen. Als schadelijke handelingen worden in ieder geval aangemerkt: - het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement - het geheel of gedeeltelijk afgraven van het landschapselement - het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen langsheen het landschapselement - het verbranden van bermen langs de hagen en het hakhout in de nabijheid van de overige in bijlage vermelde landschapselementen Bij inbreuk dient alle in de loop der jaren uitgekeerde subsidie terugbetaald te worden. Art. 12 : De aanvrager zal, eens de aanplant voldoet aan de voorwaarden, beroep kunnen doen op de toelage voor het onderhoud van landschappelijk waardevolle landschapselementen. A
Artikel 76: Volgende plantvoorschriften moeten gevolgd worden:
Artikel. 77: De uitbetalingsmodaliteiten voor de aanplant/aanleg zijn:
Er wordt uitbetaald na controle van de aanleg door de bevoegde ambtenaar, binnen de zes maanden na de aanplant of aanleg De toelage bedraagt:
Artikel 78
De landschapselementen komen slechts in aanmerking voor een onderhoudssubsidie als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:
§1 geschoren hagen:
§2 heggen
§3 kaphagen:
§4 houtkanten:
§5 knotbomen:
§6 hoogstammige fruitbomen en boomgaarden: minstens 3 jaar oud zijn 7. amfibieënpoelen: minstens 5 jaar oud zijn
Artikel. 79 : Het onderhoud zal bestaan uit:
Artikel 80 : de subsidies voor onderhoud bedragen:
Artikel 81
De toelagen voor het onderhoud kunnen slechts uitgekeerd worden met de volgende tussentijd:
Artikel 82
De aanvraag voor aanplant en/of onderhoud moet ingediend worden voor 31 maart op het volgende adres: Gemeentebestuur Brakel, dienst milieu, Marktplein 1 te Brakel.
Artikel 83
Het schepencollege beslist of de aanvrager voor de betreffende toelage in aanmerking kan komen.
Artikel 84
De aanvraag moet minimaal 1 maand voor de aanvang van de uitvoering van de werken ingediend worden en is enkel geldig voor aanplantingen die geschieden in de periode voor 31 maart. Bij slechte weersomstandigheden, met name bij strenge vorst, kan de termijn met een maand verlengd worden.
Artikel 85
De aanvrager dient dadelijk na de aanplanting via het gemeentelijk meldingsformulier schriftelijk aan de gemeente te verklaren dat voldaan is aan de genoemde voorwaarden. Daartoe ontvangt de aanvrager een formulier van controleaanvraag dat volledig moet ingevuld en teruggezonden worden naar bovenstaand adres.
Artikel 86
De gemeentelijke overheid zal, na het indienen van de controleaanvraag, zelf gaan controleren, tijdens de maanden juli, augustus, september en oktober of de werken uitgevoerd zijn.
Artikel 87
Het krediet voor de toelagen zal jaarlijks, indien nodig, op de begroting van de Milieuraad voorzien worden.
Artikel 88
Cumulatie van subsidies wordt niet toegestaan; aanleg en/of onderhoud van KLE’s worden niet betoelaagd door dit gemeentelijk subsidiereglement als een hoger bestuursorgaan een subsidie toekent voor dezelfde daad. De Provincie Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor het (her)aanleggen en onderhouden van KLE's (knotwilgen en veedrinkpoelen) in gebieden waar door het Provinciebestuur natuurbehoudsprojecten tot ontwikkeling worden gebracht. Ook het Vlaams Gewest geeft bij monde van de Vlaamse Landmaatschappij subsidies in het kader van de Europese Verordening 2078/92 en 1257/99.
TITEL 5 SPORT
Hoofdstuk 8 Subsidiereglement scholen
Artikel 89
Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan scholen voor het deelnemen aan de voorgestelde sportactiviteiten.
Artikel 90
De subsidiëring van het huidige schooljaar wordt steeds bepaald op basis van de opgenomen gegevens van de school met betrekking tot het voorgaande schooljaar.
Artikel 91
De verdeling en bekendmaking van de subsidies vindt plaats voor eind september van het huidige schooljaar.
Artikel 92
Een bepaling omtrent sport.
“Activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke inspanning centraal staat”.
Artikel 93
De scholen aanvaarden dat de subsidies moeten gebruikt worden voor het doel waarvoor ze zijn toegekend (= aankoop van sportmateriaal).
Artikel 94
Indien een school niet deelneemt aan een welbepaald onderdeel/activiteit dan kan de school daar ook geen punten voor krijgen. De kleuterscholen bevatten 3 onderdelen, de lagere scholen bevatten 6 onderdelen en de secundaire scholen bevatten 4 onderdelen.
Artikel 95
Een school verdient ook geen punten wanneer er minder dan vijf deelnemers aan een bepaald onderdeel/activiteit deelnemen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat ze niet mogen deelnemen.
KLEUTERONDERWIJS
1. Sportdagen (sportvoormiddag of -namiddag)
Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen (sportvoormiddag of -namiddag) procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school. De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.
Eén sportdag (sportvoormiddag of -namiddag) geldt maximaal voor één leerjaar.
2. Interscholencross (derde kleuterklas)
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal kleuters die effectief deenemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel kleuters telt wordt er procentueel gekeken (het aantal kleuters die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal kleuters op de school).
In dit onderdeel zijn het enkel de kleuters van de derde kleuterklas die in acht worden genomen.
3. Project(en) of activiteit(en) van SVS
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal kleuters die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel kleuters telt wordt er procentueel gekeken (het aantal kleuters die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal kleuters op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).
Er worden punten verkregen per project/activiteit van SVS.
Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.
BASISONDERWIJS
1. Sportdagen
Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school.
De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.
Eén sportdag geldt maximaal voor één leerjaar.
2. Sportklassen
Het gaat hierbij over sportklassen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit is volledig georganiseerd door de sportdienst zelf.
Mogelijkheden:
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal weken sportklassen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school. De rangschikking die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.
3. Interscholencross
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).
4. Lentewandeling
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de lentewandeling. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de lentewandeling ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).
5. Zwemmeeting
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de zwemmeeting. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de zwemmeeting ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school, gerekend vanaf het derde leerjaar tot en met het zesde leerjaar).
6. Projecten/activiteiten van SVS
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).
Er kunnen punten verkregen worden per project/activiteit van SVS.
Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.
SECUNDAIR ONDERWIJS
1. Sportdagen
Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school.
De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.
Eén sportdag geldt maximaal voor één leerjaar.
2. Interscholencross
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).
3. Zwemmeeting
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de zwemmeeting. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de zwemmeeting ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).
4. Projecten/activiteiten van SVS
De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).
Er kunnen punten verkregen worden per project/activiteit van SVS.
Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.
Hoofdstuk 9 Subsidiereglement "AED voor voetbalclubs".
Artikel 96: In 2023 wordt een éénmalige subsidie van 500 euro toegekend per voetbalclub; aan die voetbalclubs met een voetbalterrein op het grondgebied van de gemeente waar een AED geplaatst is.
TITEL 6 JEUGD
Hoofdstuk 10 Subsidiereglement speelgoed
Artikel 97
§1 Jaarlijks wordt één premie toegekend aan elke zelfstandige onthaalouder van wie de kinderopvang gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Brakel en die beschikt over een attest van toezicht van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.
§2 Jaarlijks wordt één premie toegekend aan elk kinderdagverblijf gevestigd op het grondgebied van de gemeente Brakel en dat beschikt over een erkenning van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.
Artikel 98: Voorwaarden
Artikel 99: De premie wordt, na verificatie van de bepalingen van het reglement, uitbetaald voor 31 januari van het jaar volgend op de aanvraag.
TITEL 7 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
Artikel 100: Dit reglement treedt in werking op 15 oktober 2023.
Artikel 101: Onderstaand reglement wordt opgeheven vanaf 15 oktober 2023
Artikel 102: Aanvragen werden ingediende overeenkomstig de opgeheven reglementen in artikel 49, worden verder behandel onder de toepassing van dit reglement