Terug
Gepubliceerd op 13/02/2024

Notulen  Gemeenteraad

ma 29/01/2024 - 20:00 Sporthal
Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden
  • Openbaar

    • Secretariaat

      • Goedkeuring notulen en zittingsverslag vorige gemeenteraad 18 december 2023

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De notulen en het zittingsverslag van de vorige gemeenteraad dd. 18 december 2023

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet lokaal bestuur, artikel 32.

        Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Brakel.

        Feiten, context en argumentatie

        Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter en de algemeen directeur.

        Besluit

        Enig artikel: De notulen en het zittingsverslag van de vergadering dd. 18 december 2023 worden goedgekeurd.

      • Jaarlijkse rapportering: klachten 2023.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De Raadsbeslissing d.d. 25.02.2019, waarbij het klachtenreglement werd goedgekeurd en waarin staat te lezen dat er jaarlijks een verslag wordt voorgelegd aan de gemeenteraad met betrekking tot de behandelde klachten van het voorbije jaar.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Het Decreet lokaal bestuur, artikel 302, 303.

        De OCMW-Raadsbeslissing d.d. 25.02.2019, waarbij het klachtenreglement werd goedgekeurd.

        Feiten, context en argumentatie

        Overeenkomstig artikel 14 van dit klachtenreglement dient er jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag te worden gerapporteerd met betrekking tot de behandelde klachten van het voorbije jaar.

        Besluit

        Enig artikel: Kennis te nemen van het verslag met betrekking tot de klachten van 2023.

      • Samenwerkingsverbanden. Hulpverleningszone Vlaamse Ardennen. Standpunt wijziging van hulpverleningszones. Beslissing.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De mail d.d. 15 januari 2024 vanwege de kabinetssecretaris van de gouverneur betreffende de territoriale wijzigingen van hulpverleningszones.

        Regelgeving en bevoegdheid

        -Decreet over het Lokaal Bestuur

        -De Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid de artikelen 14 en 15;

        -Artikel 14 van de Wet, de Koning de territoriale afbakening van de zones bepaalt, op voorstel van het provinciaal raadgevend comité van de zones, na overleg in de Ministerraad;

        -Het arrest van de Raad van State van 23 september 2011 (n°215.302) waaruit blijkt dat voorafgaand aan het provinciaal raadgevend comité de betrokken gemeenteraden hierover dienen te beraadslagen;

        -Het Koninklijk Besluit van 4 maart 2008 (gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 18 januari 2018)

        Feiten, context en argumentatie

        Overwegende dat dit provinciaal raadgevend comité van de zones is samengesteld uit alle burgemeesters van de provincie en wordt voorgezeten door de gouverneur;

        Gelet op het schrijven van de gouverneur d.d. 17/11/2023 waarbij aan de burgemeesters gevraagd wordt om een gemotiveerde gemeenteraadsbeslissing over te maken indien de intentie bestaat om te veranderen van hulpverleningszone;

        Gelet op de goedkeuring van de definitieve fusiebeslissing door de gemeenteraden van Lokeren en Moerbeke op respectievelijk 18/09/2023 en 19/09/2023 met de vraag om de nieuwe fusiegemeente te laten behoren tot de hulpverleningszone Oost;

        Gelet op de goedkeuring van de definitieve fusiebeslissing door de gemeenteraden van Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht op respectievelijk 14/11/2023, 06/11/2023 en 26/10/2023;

        Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van de gemeenten Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht op respectievelijk 12/12/2023, 18/12/2023 en 21/12/2023 met de vraag om de nieuwe fusiegemeente te laten behoren tot de hulpverleningszone Waasland;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Wichelen d.d. 20/12/2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Oost;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Laarne d.d. 21/12/2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Centrum;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Wetteren d.d. 19/12/2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Centrum;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van de gemeente Lierde d.d. 27/11/2023 met de vraag om toe te treden tot de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen;

        Gelet op het schrijven aan de gouverneur van de burgemeesters van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede uit de hulpverleningszone Zuid-Oost aangaande de evolutie binnen deze zone, dat bekrachtigd werd door de verschillende gemeenteraden op respectievelijk 18, 21, 19 en 21 december;  

         

        De ontvangen gemeenteraadsbeslissingen met daarin een intentie tot wijziging van hulpverleningszone. Concreet gaat het om volgende vragen: 

        1. De gemeente Laarne wenst vanuit de zone Zuid-Oost toe te treden tot de zone Centrum; 
        2. De gemeente Lierde wenst vanuit de zone Zuid-Oost toe te treden tot de zone Vlaamse Ardennen; 
        3. De gemeentes Moerbeke en Lokeren wensen als nieuwe fusiegemeente te behoren tot de zone Oost, wat inhoudt dat de gemeente Moerbeke vanuit de zone Centrum als deel van de nieuwe fusiegemeente wenst toe te treden tot de zone Oost; 
        4. De gemeente Wetteren wenst vanuit de zone Zuid-Oost toe te treden tot de zone Centrum; 
        5. De gemeente Wichelen wenst vanuit de zone Zuid-Oost toe te treden tot de zone Oost; 
        6. De gemeentes Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht wensen als nieuwe fusiegemeente te behoren tot de zone Waasland, wat inhoudt dat de gemeente Zwijndrecht vanuit de zone Antwerpen als deel van de nieuwe fusiegemeente wenst toe te treden tot de zone Waasland. 

        Daarnaast bezorgen we u ook de besluiten van de gemeenteraden van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede met daarin een standpunt aangaande de evolutie binnen de zone Zuid-Oost.  


        De gemeenteraad dient over de voorstellen tot territoriale wijziging een standpunt in te nemen. Hiervoor werd een modelbesluit opgemaakt dat u naar eigen inzicht kan gebruiken en desgevallend aanpassen. 

        Gegeven de evolutie binnen de zone Zuid-Oost en zonder voorafname te doen op het advies van het provinciaal raadgevend comité kan ik u ook al meegeven dat er ook in 2025 een provinciaal raadgevend comité bijeen geroepen zal worden, rekening houdend met de inhoud van het besluit van de gemeenteraden van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede uit de zone Zuid-Oost. 

        Op 04 maart om 09u30 gaat het provinciaal raadgevend comité digitaal door. Hiervoor werd aan de burgemeesters reeds een vergaderverzoek met Teamslink bezorgd. Indien er geen meerderheid van de leden aanwezig is volgt een nieuwe digitale bijeenkomst op dinsdag 5 maart om 17u00. Het is uiteindelijk de Koning die een beslissing zal nemen over de verschillende voorstellen op voorstel van het provinciaal raadgevend comité.  

        Ik ontvang de besluiten van uw gemeenteraad graag voorafgaand aan de vergadering van het provinciaal raadgevend comité. U kan deze bezorgen aan kabinet.gouverneur@oost-vlaanderen.be. 

        Besluit

        Artikel 1: Akte te nemen van de intentieverklaringen van Moerbeke-Lokeren en Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht om als nieuwe fusiegemeenten respectievelijk deel uit te maken van de hulpverleningszone Oost en de hulpverleningszone Waasland en van de intentieverklaringen van Laarne, Lierde, Wetteren en Wichelen om respectievelijk toe te treden tot de hulpverleningszones Centrum, Vlaamse Ardennen, Centrum en Oost.

        Artikel 2: Akte nemen van het, door de gemeenteraden bekrachtigd, schrijven aan de gouverneur van de burgemeesters van Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Lede;

        Artikel 3: De voorstellen van Moerbeke-Lokeren, Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht, Laarne, Lierde, Wetteren en Wichelen gunstig te adviseren en de burgemeester te mandateren om hierover te stemmen in het Provinciaal Raadgevend Comité van Oost-Vlaanderen.

    • Grondgebied

      • Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met de effectbeoordelingsrapporten. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden
        Afwezig: Peter Vanderstuyf, Tweede schepen

        Definitieve vaststelling van het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met de effectbeoordelingsrapporten.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Op basis van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 oefent de gemeenteraad de bevoegdheden uit die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt

        In toepassing van artikel 2.2.21.§6. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt de gemeenteraad het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) definitief vast samen met de effectbeoordelingsrapporten

        Decreet van 5 april 1995, en latere wijzigingen, houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)

        Decreet van 21 oktober 1997, en latere wijzigingen, betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

        Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen, in het bijzonder de wijziging bij decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijk plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid, waarvan de teksten werden gecoördineerd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), in werking getreden op 1 september 2009

        Decreet van 25 april 2014, en latere wijzigingen, betreffende de omgevingsvergunning

        Decreet van 15 juli 2016, en latere wijzigingen, betreffende het integraal Handelsvestigingsbeleid

        Besluiten van 23 september 1997, 12 december 2003 en 17 december 2010 van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de eerste en de tweede herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd, voor wat de bindende bepalingen betreft, bij decreten van respectievelijk 17 december 1997, 19 maart 2004 en 16 februari 2011

        Besluit van 11 mei 2001, en latere wijzigingen, van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen

        Besluit van 18 februari 2004 van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk structuurplan én het ministerieel besluit van 28 augustus 2009 houdende goedkeuring van de gedeeltelijke herziening van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen – toevoegen provinciaal beleidskader windturbines

        Besluiten van 28 januari 2011, 4 mei 2012, 25 april 2015, 18 december 2015, 30 november 2016, 20 juli 2018 en 22 februari 2022 van de Vlaamse Regering, betreffende basisdocumenten voor de opmaak van een beleidsplan Ruimte  

        Besluit van 27 november 2015, en latere wijzigingen, van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

        Besluit van 17 februari 2017, en latere wijzigingen, van de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen

        Besluit van 25 mei 2011 van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel

        Besluit van 29 januari 2018 van de gemeenteraad, houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst versie 1.0 van 16 januari 2018 met So-lva

        Besluiten van 24 september 2018 van het college van burgemeester en schepenen, houdende goedkeuring van de samenstelling van het planteam én goedkeuring van het ontwerp van startnota

        Besluit van 16 augustus 2021 van het college van burgemeester en schepenen, houdende goedkeuring van een gewijzigde samenstelling van het planteam

        Besluit van 17 april 2023 van het college van burgemeester en schepenen, houdende goedkeuring van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten

        Besluit van 24 april 2023 van de gemeenteraad, houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten.

        Feiten, context en argumentatie

        Het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel bepaalt dat er een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor zonevreemde woningen wordt opgemaakt, zodra het Vlaams gewest de Grote Eenheden Natuur heeft afgebakend. Bijkomend wordt vermeld: “[…] Overwegende dat een kader voor zonevreemde woningen in het GRS werd uitgewerkt, dat dit kader echter een aantal onduidelijkheden bevat, dat het kader op een aantal punten ook vaag blijft, dat het kader momenteel onvoldoende houvast biedt om te dienen als basis voor een RUP Zonevreemde woningen, dat dit kader verder dient uitgewerkt te worden bij de opmaak van een RUP voor zonevreemde woningen. […]” Het kader werd verder uitgewerkt in de voorliggende scopings-/toelichtingsnota.

        Het richtinggevend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel bepaalt o.a.: “[…]

        (Pag. 32) Een beleid voor zonevreemde woningen

        In het landelijk gebied van Brakel is relatief veel verspreide zonevreemde bebouwing aanwezig. Voor deze woningen is een duidelijk gemeentelijk beleidskader noodzakelijk. Er wordt voor de verspreide zonevreemde bebouwing in de gemeente een algemeen RUP opgesteld, waarbij minimaal de basisrechten voor zonevreemde woningen van toepassing zijn (zoals vastgesteld in de Vlaamse codex).

        Op basis van de structuren (openruimte- en nederzettingsstructuur) worden volgende gevallen onderscheiden:

        Woningen aansluitend op hoofddorp, woonkern of landelijk dorp

        Woningen die aansluiten bij een hoofddorp, woonkern of landelijk dorp maken ruimtelijk deel uit van deze kern. Het betreft hier geen linten langs invalswegen of grote groepen zonevreemde woningen, maar een beperkt aantal zonevreemde woningen, die meestal door een onnauwkeurige of verkeerde inkleuring niet binnen woongebied gelegen zijn. Deze woningen kunnen opgenomen worden binnen de ruimtelijke begrenzingen van de kern. Voor dergelijke woningen wordt dan ook de mogelijkheden geboden van woningen in woongebied (inclusief alle functiewijzigingen die ruimtelijk inpasbaar zijn). Woningen sluiten aan bij (landelijk) woongebied indien de percelen rechtstreeks aansluiten bij een perceel gelegen in (landelijk) woongebied. Indien tussen de percelen een landbouwperceel, straat,… gelegen is, wordt dit beschouwd als niet aansluitend. Het lint wordt dus begrensd door een onbebouwd perceel of door lijninfrastructuur. Opsplitsing van woningen of bijkomende wooneenheden is niet toegelaten.

        Woningen aansluitend op een strook landelijk woongebied of de geïsoleerde verkaveling Valkenberg

        Voor woningen die aansluiten bij een strook landelijk woongebied of bij de geïsoleerde verkaveling Valkenberg worden iets beperktere mogelijkheden geboden. De gemeente wil een verdere verlinting in het buitengebied tegengaan, maar aangezien deze woningen aansluiten bij een bestaande juridische woonconcentratie, krijgen deze woningen op het vlak van wonen dezelfde mogelijkheden als de naastgelegen woningen in landelijk woongebied. Indien tussen de percelen een landbouwperceel, straat,… gelegen is, wordt dit beschouwd als niet aansluitend. Het lint wordt dus begrensd door een onbebouwd perceel of door lijninfrastructuur.

        Volgende mogelijkheden kunnen voor deze woningen worden toegelaten: verbouwing binnen het bestaand volume, uitbreiding van het bestaand volume, herbouw van het bestaand volume, kantoor- en diensten als nevenfunctie mogelijk, opsplitsing van woningen of bijkomende wooneenheden is niet toegelaten.

        Woningen gelegen binnen gebieden voor grondgebonden landbouw in waardevol landschap

        De meeste zonevreemde woningen binnen Brakel zijn gelegen in het agrarisch gebied. Volgende mogelijkheden kunnen voor deze woningen worden toegelaten: verbouwing binnen het bestaand volume, uitbreiding van het bestaand volume met een maximum van 1.000 m³, herbouw van het bestaand volume met een bovengrens van 1.000 m³, kantoor- en diensten als nevenfunctie mogelijk, opsplitsing van woningen of bijkomende wooneenheden is niet toegelaten.

        (Pag. 33) Woningen gelegen binnen natuurverbindingsgebieden, verwevingsgebieden, ecologische infrastructuur

        Voor woningen die gelegen zijn binnen natuurverbindingsgebieden, verwevingsgebieden of ecologische infrastructuur worden striktere randvoorwaarden opgelegd. Omdat in deze gebieden de verdere inname van openruimte wordt tegengegaan, wordt de mogelijke uitbreiding van bestaande zonevreemde woningen beperkt tot de mogelijkheid om te voldoen aan het basiscomfort (concreet wordt hiermee bedoeld dat elke woning beperkt kan uitgebreid worden in functie van WC/badkamer/keuken met stromend water, wanneer de woning daar niet over beschikt. Daarnaast kan ook uitbreiding worden toegelaten opdat men over een minimum oppervlakte per persoon zou beschikken om comfortabel te leven.

        Volgende mogelijkheden kunnen voor deze woningen worden toegelaten: verbouwing binnen het bestaand volume, uitbreiding van het bestaand volume tot 20% met een maximum van 1.000 m³, geen nevenfuncties mogelijk, opsplitsing van woningen of bijkomende wooneenheden is niet toegelaten.

        Woningen gelegen binnen prioritaire gebieden voor natuur

        Voor de woningen gelegen in prioritaire gebieden voor natuur worden beperkte mogelijkheden geboden. Een aantal van deze woningen zijn nu reeds gelegen in kwetsbaar gebied. Voor deze woningen zijn enkel instandhoudingwerkzaamheden en verbouwingen binnen het bestaand volume toegelaten. Uitbreiding en/of herbouw zijn niet mogelijk. Voor die zonevreemde woningen die nu niet binnen kwetsbaar gebied gelegen zijn, maar bij het opmaken van de gewestelijke RUP’s voor de prioritaire gebieden binnen de afbakening zullen vallen, wordt voorgesteld om iets meer mogelijkheden te bieden. Voor deze woningen zou hetzelfde worden toegelaten als voor de woningen uit vorige klasse.

        Een aantal zonevreemde woningen zijn nu gelegen in natuurgebied. Bij de opmaak van het gemeentelijk RUP zal op perceelsniveau nagegaan worden welke huiskavels uit het natuurgebied kunnen worden gesloten, waarbij de randvoorwaarden voor woningen in agrarisch gebied op deze huiskavels van toepassing wordt. […]”

        Begin 2017 werd het planproces voor de opmaak van het RUP “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” in gang gezet. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” wenst een oplossing te bieden aan de vergunde en vergund geachte zonevreemde woningen die in ruimtelijk kwetsbaar gebied zijn gelegen. De beperkte basisrechten overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) voor deze woningen worden aangevuld of uitgebreid. De zonevreemde woningen die opgenomen zijn in voormeld RUP liggen verspreid op het grondgebied van de gemeente Brakel.

        Bovenvermelde onderscheiden werden in het voormelde RUP opgedeeld in zes (6) categorieën: categorie 1 (woning aansluitend op hoofddorp, woonkern of landelijk dorp); categorie 2 (woning aansluitend op een strook landelijk woongebied of de geïsoleerde verkaveling Valkenberg); categorie 3 (woning gelegen tussen gebieden voor grondgebonden landbouw in waardevol landschap en prioritaire gebieden voor natuur); categorie 5 (woning gelegen tussen prioritaire gebieden voor natuur). Door verschuiving van woningen naar aanleiding van adviezen tijdens het openbaar onderzoek bevat categorie 4 (woning gelegen binnen natuurverbindingsgebieden, verwevingsgebieden, ecologische infrastructuur) geen woningen meer. Voor de transparantie en duidelijkheid wordt deze categorie nog behouden. Naar aanleiding van de tweede plenaire vergadering werden de woningen categorie 6 uit het voormelde RUP gesloten. De mogelijkheden voor de categorieën 1 tot 3 werden voorzien conform de bovenvermelde bepalingen: verbouwen, uitbreiden tot maximum 1.000 m³, herbouwen, beperkte nevenfuncties en geen bijkomende wooneenheden. De mogelijkheden voor categorie 5 werden beperkter voorzien dan bovenvermelde bepalingen: verbouwen en uitbreiden met maximum 40 m³ tot maximum 750 m³. Bijkomend dient rekening te worden gehouden met: de watergevoeligheid, tegengaan van verdroging van het habitatgebied, afwatering, gevoeligheid voor grondverschuivingen en respect voor het bouwkundig erfgoed.    

        Op 1 oktober 2018 werd schriftelijk advies gevraagd aan de verschillende adviesinstanties over de startnota van het voormelde RUP:

        De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft op 10 oktober 2018 een gunstig advies uitgebracht. Het departement Omgeving heeft op 11 november 2018 een aantal opmerkingen overgemaakt. De deputatie heeft op 29 november 2018 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Het departement Landbouw en Visserij heeft een gunstig advies uitgebracht. Het departement Mobiliteit en Openbare werken heeft op 13 november 2018 aangegeven geen opmerkingen of bezwaren te maken. Het agentschap voor Natuur en Bos heeft op 13 november 2018 een aantal opmerkingen overgemaakt. Toerisme Vlaanderen heeft op 4 december 2018 aangegeven geen opmerkingen te maken. De VMM afdeling Operationeel Waterbeheer heeft aangegeven niet bevoegd te zijn om advies uit te brengen. Het agentschap Wonen-Vlaanderen heeft op 8 oktober 2018 aangegeven geen advies uit te brengen. Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 26 oktober 2018 een aantal opmerkingen overgemaakt.

        Van 2 oktober 2018 tot en met 30 november 2018 werd een eerste raadpleging gehouden over de inhoud van de startnota en procesnota. Er werden – gedurende deze eerste raadpleging - twee (2) participatiemomenten georganiseerd op 2 oktober 2018 en 4 oktober 2018, in de kerk, Marktplein te 9660 Brakel. Deze informatie werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 september 2018.

        Op 2 december 2019 werd een eerste plenaire vergadering georganiseerd over het voorontwerp van het voormelde RUP: “[…]

        Conclusies en verder verloop van de procedure

        Het RUP zal aangepast worden aan de gemaakte opmerkingen na overleg tussen de administratie en het bestuur van de gemeente Brakel. De aanwezige adviesinstanties op de plenaire vergadering sturen aan om een bijkomende adviesvraag te stellen bij departement Omgeving, agentschap Natuur en Bos en provincie Oost-Vlaanderen. agentschap Natuur en Bos zal naar aanleiding van deze adviesvraag de voortoets en passende beoordeling doornemen en eventueel een goedkeuring geven op deze beoordeling. De goedkeuring zal nuttig zijn bij het aanvragen van de ontheffing plan-MER-plicht bij de dienst-MER. Na het verkrijgen van de ontheffing kan het RUP voorlopig vastgesteld worden door de gemeenteraad van Brakel. […]” Het verslag van de plenaire vergadering werd op 16 december 2019 ter beschikking gesteld in het oplaadloket Digitaal uitwisselplatform Stedenbouwkundige Informatie (DSI).

        Op 27 augustus 2021 werd een tweede plenaire vergadering georganiseerd over het aangepast voorontwerp van het voormelde RUP: “[…]

        Conclusies en verder verloop van de procedure

        departement Omgeving: voor ons hoeft er geen 3deplenaire vergadering te worden georganiseerd. Wij zijn altijd beschikbaar voor vragen. Wat er wel snel dient te gebeuren is het aanvragen van de ontheffing van een plan-MER na verwerking van de adviezen. […]”

        De ontheffing plan-MER werd gevraagd op 14 april 2022, 22 september 2022, 28 december 2022 en 15 februari 2023. Op 3 april 2023 heeft het Team Mer besloten dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het RUP “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied”. Er werd aangetoond dat het voormelde RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

        Het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringplan (RUP) bevat volgende wettelijk verplichte onderdelen: scopingsnota; beslissing Team MER; procesnota; toelichtingsnota; toelichtingsnota kaartenbundel; grafische plannen; stedenbouwkundige voorschriften. Het ontwerp RUP omvat geen register planschade of planbaten.

        Het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsgronden werd in zitting van 17 april 2023 van het college van burgemeester en schepenen ter goedkeuring voorgelegd in functie van de agendering op de gemeenteraad ter voorlopige vaststelling.

        De gemeenteraad heeft op 24 april 2023 het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten voorlopig vastgesteld. Alle stukken werden opgeladen in het DSI-loket.

        Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 5 juni 2023 tot en met 4 augustus 2023. Het openbaar onderzoek werd aangekondigd op de gemeentelijke website Brakel op 16 mei 2023 gedurende de termijn van het openbaar onderzoek. Het werd op 15 mei 2023 ook aangeplakt in de gemeentelijke infokast. Het werd op 19 mei 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het werd op 19 mei 2023 gepubliceerd in De Standaard. Het werd op 19 mei 2023 gepubliceerd in Het Nieuwsblad. Het werd op 19 mei 2023 gepubliceerd in Het Laatste Nieuws. Het werd gepubliceerd in het gemeentelijk infoblad van juli 2023. De eigenaars/bewoners én leden van de Intergecoro Brakel–Horebeke werden in kennis gesteld op 1 juni 2023. Voor de eigenaars/bewoners én leden van de Intergecoro Brakel–Horebeke werd een infovergadering georganiseerd op vrijdag 23 juni 2023. Er werden vijf (5) bezwaarschriften ontvangen gericht aan de Intergecoro Brakel-Horebeke.    

        Op 5 mei 2023 (via mail) werd aan het departement Omgeving en de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen gevraagd advies uit te brengen aan de Intergecoro Brakel–Horebeke, conform artikel 2.2.21.§4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Het departement Omgeving bracht op 9 juni 2023 een voorwaardelijk advies uit aan de Intergecoro Brakel-Horebeke. De deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen bracht op 20 juli 2023 een gedeeltelijk gunstig advies uit aan de Intergecoro Brakel-Horebeke.

        De Intergecoro Brakel-Horebeke werd op 18 augustus 2023 in kennis gesteld van de voormelde bezwaren en adviezen. Het college van burgemeester en schepenen werd op 21 augustus 2023 in kennis gesteld van de bezwaren en adviezen. De Intergecoro Brakel-Horebeke bracht op 27 september 2023 advies uit: “[…]

        De Intergecoro Brakel-Horebeke heeft alle adviezen en bezwaarschriften en de erin vervatte bezwaren onderzocht en beantwoord op gemotiveerde wijze, zoals in het advies uiteengezet.

        De Intergecoro Brakel-Horebeke adviseert de door haar (gedeeltelijk) ingewilligde adviezen en bezwaren bij te treden in de aangegeven mate en dit om redenen die aldaar zijn uiteengezet. Zij adviseert dienvolgens de stedenbouwkundige voorschriften, grafische voorstelling en/of toelichtingen aan te passen en scherp te stellen derwijze dat de (gedeeltelijk) ingewilligde bezwaren hierin hun weerslag vinden.

        De verworpen bezwaren adviseert de Intergecoro Brakel-Horebeke te verwerpen om de redenen die aldaar zijn uiteengezet. […]”  De uiterste datum om advies uit te brengen was 2 november 2023. Het advies werd uitgebracht op 27 september 2023 binnen de gestelde termijn.

        Na de voorlopige vaststelling kunnen slechts wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023. Er werden twee (2) adviezen en vijf (5) bezwaren ontvangen.

        Het college van burgemeester en schepenen heeft op 30 oktober 2023 onderstaande standpunten ingenomen op basis van het advies van 27 september 2023 van de Intergecoro Brakel-Horebeke:

        Standpunt van de opmerkingen en bezwaren van de Intergecoro Brakel-Horebeke n.a.v. de plenaire vergadering(en)

        Advies Intergecoro Brakel-Horebeke - 27 november 2019:

        “[…] Kelders zijn bouwtechnisch mogelijk in overstromingsgevoelige gebieden. Dit voorschrift kan mogelijks genuanceerd worden. Er wordt eveneens opgemerkt dat er in effectief overstromingsgevoelig gebied dan een compensatie nodig is voor de ruimte voor water die wordt ingenomen.

        De voorzitter licht verder toe dat het RUP juridische zekerheid kan bieden voor bestaande woningen in een ruimtelijk kwetsbaar gebied. Moest er in de toekomst een verstrenging gebeuren van de VCRO, behouden de woningen opgenomen in het voorliggend RUP de geboden rechtszekerheid en voorgestelde voorschriften.

        De aanwezige leden stellen geen bezwaar te hebben tegen een gunstig advies voor het RUP “Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied”.

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Het toelichtend deel van de stedenbouwkundige voorschriften laat een kruipkelder toe om op deze manier geen overstromingsruimte in te nemen. Het verordenend deel van de stedenbouwkundige voorschriften bevat voorwaarden inzake waterveilig bouwen en compensatie voor verloren berging. De stedenbouwkundige voorschriften werden aangepast en de opmerking is derhalve zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Advies Intergecoro Brakel-Horebeke – 11 augustus 2021:

        Een RUP moet rechtszekerheid bieden naar ontwikkelingsmogelijkheden. In de voorliggende documenten ontbreekt een screening van de bestaande (vergunde) toestand van de +/- 92 woningen, bijgebouwen en constructies. Bijgevolg zullen de eigenaars van de betreffende percelen weinig rechtszekerheid hebben bij de inwerkingtreding van het RUP omdat de screening pas tijdens de eerste vergunningsaanvraag zal gebeuren. Een screening is nuttig als nulmeting en legt de toestand anno 2021 vast. Daarbij zijn foto’s van zowel de woning als van de woning in zijn landschappelijke omgeving erg nuttig en geeft het aan elke woning (het zijn er 92) een identiteit, waarover gemakkelijker kan gecommuniceerd worden dan met enkel en louter adresgegevens, zoals nu opgenomen in het RUP. Deze nulmeting kan een interessant instrument zijn om het beleid inzake te kunnen opvolgen. Er wordt bijgevolg gesuggereerd om een voorafgaandelijke screening naar de hoofdzakelijk vergunde toestand uit te voeren voor de +/- 92 opgenomen panden.

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Aan deze opmerking is niet tegemoetgekomen. Vb. bij het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) is het mogelijk om luchtfoto’s op te vragen vanaf +/- 1940 waarbij de footprint zichtbaar is. Dit beeldmateriaal kan niet worden tegengesproken. De basis/essentie ontbreekt voor een beoordeling ten gronde over de bezwaren en opmerkingen i.v.m. het (hoofdzakelijk) vergund karakter (volumes, functies, gabarit,…). Deze opmerking blijft behouden voor de 67 panden die opgenomen werden in het RUP. Zie ook de opmerking in het advies van het Departement Omgeving van 9 juni 2023.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt: “[…] Artikel 4.4.10. (01/09/2009- ...)

        § 1. Deze afdeling is van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden.

        Het voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 en 4, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.

        § 2. De basisrechten van deze afdeling zijn van toepassing in gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.

        Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw. […]”

        Het hoofdzakelijk vergund geachte en niet verkrotte karakter dient steeds te worden beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag, ongeacht de zonevreemde constructie gelegen is binnen een gewestplan, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat is het nulpunt en niet de opname in een RUP. Bovenvermelde bepaling werd ook opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften en vormt dus een eerste toetsingskader. Een zonevreemde constructie kan na de goedkeuring van het RUP eveneens nog beschouwd worden als niet hoofdzakelijk vergund of verkrot, vb. wanneer er handelingen worden uitgevoerd zonder de nodige omgevingsvergunningen. In de toelichtingsnota wordt verwezen naar de vergunningstoestand.

        Alle woningen die in waardevol of kwetsbaar gebied liggen hebben een bepaalde cultuurhistorische waarde. Deze woningen liggen immers in de mooiste landschappen en zijn meestal van oudere datum en helpen het landschap en de streekgeschiedenis te verstaan, omwille van hun typologie (landhuisje, boerenwoning, hoeve,..). Het zijn geprivilegieerde plekken omwille van de rust, de natuurwaarde, het zicht en het landschap. Door een heersende/bestaande verschijningsvorm op te leggen bij herbouw of verbouwing kunnen voornoemde waarden ook voor de bezoekers van de streek in de toekomst gehandhaafd worden. Het RUP gaat te veel uit van de individuele rechten en te weinig van de collectieve waarden en rechten van bezoekers en bewoners van de streek. 

        Het RUP laat de kans dat er binnenkort overal Spaanse villa’s of blokkendozen oprijzen en dat moet ten alle tijden vermeden worden. Het RUP moet stimulansen inbouwen om verantwoord en landschappelijke te integreren. In de voorliggende documenten wordt er over het architecturale geen uitspraak gedaan en ontbreekt het aan beeldmateriaal van de bestaande toestand. Het aantal bouwlagen is volledig vrij. Het is wenselijk om de huidige typologie te behouden en beeldmateriaal toe te voegen. Bij herbouw wordt voorgesteld om de verschijningsvorm maximaal te behouden;

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Enkel een verwijzing in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften dat voor woningen met cultuurhistorische waarde het behoud van de bestaande harmonische samenhang en architecturale beeldwaarde van het gebouw voorop staat, volstaat niet. Er ontbreekt nog steeds een onderzoek naar de bestaande toestand door middel van beeldmateriaal, volumevermelding, omschrijving van het gabarit en de functie, verhardingstoestand,…. Aan deze opmerking is niet tegemoetgekomen. Deze opmerking blijft behouden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen. Er werd een artikel 7 “Indicatief in overdruk woning met cultuurhistorische waarde” toegevoegd. Voor deze constructies staat het behoud van de bestaande harmonische samenhang en architecturale beeldwaarde voorop. Bij een uiteindelijke omgevingsaanvraag dient een project steeds getoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

        Het mooie landschapspark Vlaamse Ardennen wordt niet in kaart gebracht en bijgevolg ontbreekt de kans om het landschap te sturen. Er wordt enkel gestreefd naar maximalisatie. Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling dient te worden beheerd zonder dat de behoeften van de bezoekers, toekomstige generatie in het gedrang wordt gebracht;

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Aan deze opmerking is niet tegemoetgekomen. Deze opmerking blijft behouden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen. Het RUP heeft enkel betrekking op reeds bebouwde percelen. De onbebouwde ruimte wordt niet verder aangesneden. Er werd een artikel 7 “Indicatief in overdruk woning met cultuurhistorische waarde” toegevoegd. Voor deze constructies staat het behoud van de bestaande harmonische samenhang en architecturale beeldwaarde voorop. Bij een uiteindelijke omgevingsaanvraag dient een project steeds getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is het beleidsdocument waarin de visie werd bepaald hoe de gemeente Brakel met de ruimte wil omgaan. In dit document werden de verschillende gewenste structuren reeds in kaart gebracht: openruimtestructuur (landbouw en natuur), nederzettingsstructuur, ruimtelijk-economische structuur, verkeersstructuur, recreatieve structuur,….  

        De basisprincipes waarop de uitbreidingsmogelijkheden zijn gestoeld, zijn enkel juridisch en niet landschappelijk. Voor de categorieën 1 en 2 is een uitbreiding tot 1.000 m³ nog aanvaardbaar, maar voor de overige categorieën dient een stimulans te worden gegeven op een andere manier. Men laat een kans liggen om de transformatie van de 92 zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied een duurzame en ecologische toekomst te geven. Het mag niet enkel gaan over maximalisatie, maar over impact. Noties van circulair bouwen (wat inhoudt dat er moet gestreefd worden om te verbouwen i.p.v. af te breken) ontbreken. Noties en stimulansen om compact te bouwen (en dus niet eindeloos uit te breiden tot 1000m3) ontbreken. Een beperkt volume opleggen zou een eerste stap kunnen zijn in de bewustwording dat er niet eindeloos in de open ruimte kan worden uitgebreid;  

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Aan deze opmerking is niet tegemoetgekomen. Deze opmerking blijft behouden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Gedeeltelijk geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies gedeeltelijk niet te volgen. De basisprincipes zijn gestoeld op de bepalingen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel, zie bovenvermelde motivering. Een beleidsdocument dat de visie weergeeft over hoe de overheid met de ruimte wil omgaan. Er worden uiteindelijk nog meer zonevreemde constructies verplaatst naar categorie 5. Enkel de categorieën 1 tot 3 kunnen uitbreiden tot maximum 1.000 m³. Het gaat hier om 16 woningen. De overige 51 woningen uit categorie 5 kunnen beperkt uitbreiden met maximum 40 m³ tot maximum 750 m³. En dan dient er nog rekening te worden gehouden met andere effecten, zoals water, grondverschuivingen,… De uitbreidingsmogelijkheden staan in functie van het voorzien van een minimum comfort aan basisbehoeften.

        De verhardingen worden niet gespecifieerd naar waterdoorlaatbaarheid. Alle soort verhardingen zijn toegelaten van beton tot kiezel. Omwille van de ligging binnen kwetsbare gebieden is het wenselijk om enkel waterdoorlatende, waterpasserende verharding mogelijk te maken met een waterdoorlatende fundering;

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: In het toelichtend deel van de stedenbouwkundige voorschriften wordt vermeld dat er gebruik moet worden gemaakt van waterdoorlatende verhardingen (dus ook funderingslagen). In het verordenend deel van de stedenbouwkundige voorschriften wordt vermeld dat bij de aanleg van verhardingen het regenwater de mogelijkheid moet krijgen om maximaal door te dringen in de ondergrond. Aan deze opmerking is tegemoetgekomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Opmerking is derhalve zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Een streekeigen beplanting dient voor elke categorie te worden voorzien;

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: In het verordenend deel van de stedenbouwkundige voorschriften wordt vermeld dat beplantingen uitsluitend dienen te gebeuren met streekeigen en standplaatsgebonden vegetatiesoorten. Aan deze opmerking is tegemoetgekomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Opmerking is derhalve zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        De afsluitingen moeten natuurlijker worden en in hoogte beperkt. Enkel hagen met streekeigen beplanting te voorzien omwille van het homogeniserende karakter en om een betere overgang te waarborgen tussen het waardevolle en kwetsbare landschap met grote natuurwaarde en de woonkorrel;  

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: In overstromingsgebieden is het niet toegelaten om onderaan elementen te voorzien die de vrije doorstroming van het water verhinderen. Afsluitingen dienen te bestaan uit palen met draadwerk, al dan niet begroeid door klimplanten en/of levende hagen. Gesloten afsluitingen worden niet toegestaan. Aan deze opmerking is tegemoetgekomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Opmerking is derhalve zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Er is een tegenstrijdigheid voor de herbouw van de woningen gelegen binnen een “zeer hoge” gevoeligheid voor grondverschuivingen. Bij een vreemde oorzaak kunnen deze woningen niet meer herbouwen door het huidig stedenbouwkundig voorschrift;

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Ook bij “zeer hoge” gevoeligheid voor grondverschuivingen is bij een vreemde oorzaak herbouw toegelaten. Aan deze opmerking is tegemoetgekomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Opmerking is derhalve zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Voor de woningen Hayestraat 5 en 10 dient het vorig advies van het Agentschap Natuur en Bos te worden gevolgd, in die zin dat beide woningen in dezelfde categorie dienen te worden ondergebracht. Van Oost (dichter bebouwingslint) naar West (minder bebouwingslint) komt je eerst woning Hayestraat 5 tegen. Bijgevolg lijkt het logisch om de categorie 3 te nemen. Anders ga je van een lagere categorie (5) terug naar een hogere categorie (3).  

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023: Hayestraat 5 en 10 werden beide opgenomen in categorie 5.  Aan deze opmerking is tegemoetgekomen. Beide panden werden opgenomen in dezelfde categorie. Zie echter bezwaar Categorie 6 waarbij de opmerking over de bepaling van de categorisering wordt ingewilligd. Opmerking is derhalve gedeeltelijk zonder voorwerp geworden.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Standpunt van de ingekomen adviezen

        Het advies departement Omgeving en het advies deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen wordt integraal overgenomen.

        Advies departement Omgeving:

        Op 9 juni 2023 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

        Het voorontwerp van RUP beoogt het geven van ontwikkelingsperspectieven voor hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Het voorliggend RUP omvat ontwikkelingsperspectieven voor 67 huiskavels met een zonevreemde woning die gelegen is in een ruimtelijk kwetsbaar gebied. Het RUP werkt met overdrukken over het bestaande gewestplan wat inhoudt dat geen bestemmingswijzigingen worden voorzien ten opzichte van de bestaande planologische toestand. In algemene zin stelt het departement Omgeving dat het versoepelen van de bouwmogelijkheden voor woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied slechts kan verantwoord worden als daar uit de feitelijke situatie gegronde redenen voor bestaan. We wijzen daarbij op het doelstellingen artikel 1.1.4. uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:  

        “De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.”

        Als afgeleide doelstelling wenst dit RUP voor alle randgevallen duidelijkheid te scheppen over de planologische ligging (zijnde ruimtelijk kwetsbaar gesitueerd of niet). We beklemtonen dat de verordenende delen van een ruimtelijk uitvoeringsplan bestaan uit het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Uitspraken in de toelichtingsnota over de planologische situering van zonevreemde woningen, het al dan niet vervallen zijn van een verkavelingsvergunning of het hoofdzakelijk vergund (geacht) zijn van een woning zijn uitsluitend informatief en hebben geen enkele doorwerking naar het vergunningenbeleid. Meer concreet zal de vergunningverlenende overheid zich bij een aanvraag tot omgevingsvergunning moeten buigen over de planologische situering en bij grensdiscussies haar beslissing hieromtrent moeten motiveren. Het advies van het departement Omgeving beperkt zich in deze fase uitsluitend tot de huiskavels van woningen waaraan bijkomende ontwikkelingsperspectieven zijn geboden in het grafische plan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften.

        Ten opzichte van de plenaire vergadering is de planningscontext gewijzigd. Zo moet de gemeente ook rekening houden met het ontwerp van provinciaal ruimtelijk beleidsplan (pRBP) Oost-Vlaanderen dat op 22 maart 2023 voorlopig is vastgesteld door de provincieraad. De toelichtingsnota dient worden aangevuld met de relevante bepalingen uit de beleidskaders van het ontwerp-pRBP die kunnen doorwerken op dit plan.

        De gemeente Brakel is volgens de selecties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) volledig gelegen in het buitengebied. Conform het principe van gedeconcentreerde bundeling kan een verdere toename van de verspreide bebouwing in het buitengebied niet worden aanvaard. In overeenstemming daarmee bepalen de voorschriften dat ze enkel toepasbaar zijn op hoofzakelijk vergunde en niet-verkrotte woningen en dat bijkomende woongelegenheden (behoudens een zorgwoning) niet mogelijk zijn. Voor sommige woningen is niet duidelijk of ze al dan niet hoofdzakelijk vergund zijn. Het is weinig zinvol om niet hoofdzakelijk vergunde woningen mee te nemen in een dergelijk RUP als bij voorbaat al blijkt dat de bijzondere stedenbouwkundige voorschriften niet kunnen worden toegepast. Zorgvuldig onderzoek is m.a.w aangewezen om te vermijden dat bij de eigenaars van deze woningen verkeerde verwachtingen worden geschapen. We betreuren dat de gemeente niet is ingegaan op onze suggestie om een dergelijke grondige screening te maken.

        De betrokken deelplannen zijn alle gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Het RSV bepaalt dat voor de natuurlijke structuur een gebiedsgericht beleid wordt gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van gebieden. In deze gebieden van de natuurlijke structuur wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur gestimuleerd rekening houdende met de specifieke biologische waarde, de toekomstmogelijkheden, de bestaande gebruiksvormen en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen. De uitwerking van deze natuurlijke structuur gebeurde tijdens het AGNAS-proces.

        In uitvoering van het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Vlaamse Ardennen (AGNAS. Op 8 mei 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29.000 ha agrarisch gebied en een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden.

        De toelichtingsnota geeft op p. 97 aan welke woningen gelegen zijn in herbevestigd gebied. Op de relatie van de zonevreemde woningen met de zones waar het Vlaamse Gewest overweegt om een gewestelijk RUP op te maken is evenwel nog steeds niet ingegaan. We vragen dat de toelichtingsnota op dit punt wordt aangevuld. We wijzen het gemeentebestuur erop dat een later gewestelijk RUP de voorschriften van het gemeentelijk RUP kan opheffen. De relatie met het operationeel uitvoeringsprogramma van het Vlaams Gewest is bijgevolg een essentieel onderdeel van de beschrijving van de planningscontext.

        De toelichtingsnota legt de relatie met de bepalingen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Brakel. Het gemeentebestuur verantwoordt de afwijkingen op het richtinggevende gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De afweging hiervan is in de eerste plaats een lokale aangelegenheid.

        De toelichtingsnota bouwt voort op de indeling van de zonevreemde woningen uit het GRS. De zonevreemde woningen worden ingedeeld in 6 categorieën. Voor de woningen in categorie 6 die zowel deel uitmaken van VEN als van habitatrichtlijngebied en die bijgevolg gelegen zijn in de meest kwetsbare zone van de natuurlijke structuur van Vlaanderen werd n.a.v. het plenair overleg beslist om ze uit te sluiten van de voorlopige vaststelling. Enkel volgende categorieën zijn weerhouden bij de voorlopige vaststelling:

        - Categorie 1: Woningen aansluitend op hoofddorp, woonkern of landelijk dorp;

        - Categorie 2: Woningen aansluitend op een strook landelijk woongebied of de geïsoleerde verkaveling Valkenberg;

        - Categorie 3: Woningen gelegen tussen gebieden voor grondgebonden landbouw in waardevol landschap en prioritaire gebieden voor natuur;

        - Categorie 4: Woningen gelegen binnen natuurverbindingsgebieden, verwevingsgebieden, ecologische infrastructuur;

        - Categorie 5: Woningen gelegen binnen prioritaire gebieden voor natuur;

        Afhankelijk van de categorie waaronder de huiskavel met zonevreemde woning wordt ingedeeld worden bijkomende ontwikkelingen mogelijk ten opzichte van de in de VCRO opgenomen basisrechten voor zonevreemde constructies. Het gaat om de toelating van beperkte aan het wonen verwante functies (kantoren, vrije beroepen en dienstverlening) en toeristische logies voor de woningen onder de categorieën 1 en 2. Daarnaast wordt de mogelijkheid tot uitbreiden van het bouwvolume voor de zonevreemde woningen vergroot en dit in verschillende mate al naargelang de categorie (categorie 1-3: tot 1000 m3, categorie 4: tot 200 m3, categorie 5: tot 40 m3). Voor zonevreemde woningen in categorieën 1 tot en met 3 wordt herbouw al dan niet op een gewijzigde plaats onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Daarnaast wordt ook voorzien onder de categorieën 1 tot en met 5 dat, indien de mogelijkheid er is, herbouwd wordt in het deel van de huiskavel die buiten het ruimtelijk kwetsbaar gebied      ligt. Verder worden ontwikkelingsperspectieven voorzien op vlak van bijgebouw en tuininrichting.

        Het voorontwerp van RUP voorziet in bijkomende mogelijkheden voor woningen met cultuurhistorische waarde. Het voorschrift houdt een aantal beperkende maatregelen in ter vrijwaring van de erfgoedwaarde. Ons bestuur kan deze doelstelling mee onderschrijven.

        Naar aanleiding van de plenaire vergadering wees het departement Omgeving het gemeentebestuur op het belang van de doorwerking van de watertoets. Met het Besluit van de Vlaamse Regering van 25/11/2022 en de recente omzendbrief OMG/2022/1 werden deze bepalingen onlangs nog scherper gesteld. Enerzijds geeft het nieuwe uitvoeringsbesluit éénduidig weer aan welke instanties advies moet gevraagd worden in het kader van de watertoets. Anderzijds houdt het nieuwe uitvoeringsbesluit in dat de nieuwe watertoetskaarten moeten gebruikt worden bij alle documenten die vanaf die datum worden goedgekeurd. De drie kaarten met de overstromingsgevoelige gebieden (fluviaal, pluviaal en kust) zijn de juridisch verankerde toetsingskaders die de basis vormen hierbij. Ondanks de evaluatie in de toelichtingsnota stellen we toch ernstige verschillen vast tussen de oude en de nieuwe watertoetskaarten.

        De watertoets uit het decreet integraal waterbeleid is een instrument dat ervoor moet ervoor zorgen dat projecten, plannen en programma’s geen schadelijke effecten op het watersysteem teweegbrengen. Het gaat zowel om effecten op de kwantiteit als kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater, maar ook op de structuurkwaliteit van waterlopen en de aanwezigheid van watergebonden natuur. Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt immers dat geen schadelijke effecten op het watersysteem mogen ontstaan of dat ze zo veel mogelijk moeten worden beperkt bij het goedkeuren van vergunningen of plannen of programma’s.

        De nieuwe omzendbrief OMG/2022/1 beklemtoont dat in de gebieden met een middelgrote overstromingskans door fluviale overstromingen en in vergelijkbare situaties bij pluviale overstromingen zowel op planniveau als op vergunningenniveau moet worden ingezet op het vermijden van nieuwe knelpuntgebieden. De omzendbrief vraagt om een consequent beleid te hanteren binnen overstromingsgevoelige gebieden met een middelgrote kans op overstromingen die vooralsnog een zachte bestemming hebben en niet of minder conflicteren met het watersysteem.

        In uitvoering van de Europese overstromingsrichtlijn en de doelstellingen van het Waterwetboek moet worden ingezet worden op het verminderen of terugdringen van de overstromings- risico’s. In de fluviale overstromingsgebieden met een middelgrote overstromingskans waar nog wordt gebouwd, dienen de bouwmogelijkheden op een overstromingsrobuuste wijze, zoals hierboven aangegeven, ingevuld te worden. Het kunstmatig opdrijven van deze bouwmogelijkheden, bovenop wat in principe bebouwbaar is, is in deze gebieden geen gewenste evolutie.

        Een specifiek geval voor het terugdringen van overstromingsrisico’s vormen volgens de nieuwe omzendbrief renovaties en verbouwingen. Door het opwaarderen van een gebouw of het verder uitbreiden van een gebouw, zal zonder bijkomende maatregelen het overstromingsrisico stijgen. De overstromingskans blijft immers gelijk, maar de schade als gevolg van deze over- stroming neemt toe. Dit is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid, zodat conform hoofdstuk 3, maatregelen moeten genomen worden om het schadelijk effect te beperken.

        Op basis van artikel 5,6° en artikel 6,10 ° uit het DIWB en het principe uit het RSV dat stelt dat het fysisch systeem ruimtelijk structurerend is, moet men gebiedsgericht in elk ruimtelijk plan- proces het waterbergend vermogen vrijwaren met als doel het schadelijk effect te voorkomen of te beperken en er geen bij te creëren. Een RUP moet bijgevolg een verbetering inhouden en kan niet ten koste gaan van de waterproblematiek of de waterproblematiek erger maken. In die zin kan het RUP voor de woningen in overstromingsgevoelig gebied geen aanleiding vormen om bijkomende verregaande ontwikkelingsperspectieven toe te kennen in zones waarvan de kans op overstromingen significant is. Hoewel in de stedenbouwkundige voorschriften maatregelen zijn ingeschreven om de wateroverlast te beperken en reliëfwijziging tegen te gaan dient de gemeente zich ervan bewust te zijn dat deze huiskavels momenteel niet bestemd zijn als woongebied en enkel mogelijkheden tot verbouwing kennen. Uitbreiden tot 1000 m³ en herbouw zijn bijgevolg onverantwoord waarvan het grootste deel van de huiskavel gelegen is in een zone met een middelgrote kans op overstromingen. De huiskavels van de woningen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 27 en 35 (categorie 1) en Evensveldstraat 16 (categorie 3) liggen quasi volledig in een gebied met een middelgrote kans op pluviale overstromingen. De melding dat de watersituatie voor de woningen in de Oude Blekerijstraat zou zijn opgelost door de omleiding van de Dorrebeek in 2014 is vooral van belang voor de beoordeling van de fluviale overstromingskans maar weegt niet op tegen de duidelijke risico’s die gepaard gaan met pluviale overstromingen. De betrokken huiskavels zijn gelegen in een vlak tot licht hellend gebied en hebben niet-infiltratiegevoelige bodems waardoor het regenwater achteraf niet goed kan indringen of wegtrekken. Het toelaten van herbouw op deze huiskavels strijdt bijgevolg met bovenvermelde principes. Om die redenen vragen we om de huiskavels van de woningen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 35 en Evensveldstraat 16 onder te brengen in categorie 5.

        In het RUP is één habitatrichtlijngebied gelegen, m.n. ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’. Sommige woningen zijn gelegen in of in de nabijheid van dit habitatrichtlijngebied. De toelichtingsnota van het RUP omvat een passende beoordeling in de zin van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Andere woningen zijn gelegen in VEN of in de nabijheid ervan. Voor deze woningen werd een verscherpte natuurtoets opgemaakt.

        Artikel 36 ter § 4 van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu stelt o.m. dat de overheid die over een plan moet beslissen, het plan slechts mag goedkeuren indien het plan geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken. De bevoegde overheid draagt er steeds zorg voor dat door het opleggen van voorwaarden er geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan ontstaan. Zij houdt daarmee o.m. rekening met de passende beoordeling of de in het advies van de administratie bevoegd voor natuurbehoud voorgestelde compenserende maatregelen en actieve instandhoudingsmaatregelen.

        De impact van deze individuele woningen op habitatrichtlijngebied en/of VEN wordt in sterke mate bepaald door afvalwater en verdroging. De algemene voorschriften zouden in die zin moeten bepalen dat de bijkomende mogelijkheden uit de specifieke voorschriften pas mogelijk zijn wanneer de woningen worden aangesloten op de riolering of een IBA, al dan niet vooraf- gaand aan de verbouwings- en uitbreidingswerken en voor woningen die niet aan grondwaterwinning doen.

        Voor de woningen die gelegen zijn in VEN en habitatrichtlijngebied geldt dat de sectorale randvoorwaarden uit het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu blij- ven gelden, ook na de eventuele definitieve vaststelling van het RUP. Het is dus zaak om de stedenbouwkundige voorschriften voor deze woningen af te stemmen op de sectorale rand- voorwaarden om geen verkeerde verwachtingen bij de eigenaars/bewoners te scheppen. De voorgestelde stedenbouwkundige voorschriften gaan grotendeels in op de randvoorwaarden die blijken uit het advies van het agentschap voor Natuur en Bos n.a.v. de plenaire vergadering. Wel vroeg het agentschap om sluitend voor alle woningen op te nemen dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning moet worden aangetoond (met een bewijs van de rioolbeheerder) dat het afvalwater gezuiverd wordt, hetzij in een zuiveringsinstallatie van Aquafin, hetzij door een IBA. Om ervoor te zorgen dat de instandhoudingsdoelstellingen effectief worden bereikt kan de vraag van het agentschap voor Natuur en Bos mee worden onderschreven door het departement Omgeving. Bijkomende mogelijkheden voor zonevreemde woningen zijn pas aanvaardbaar vanaf het moment dat het afvalwater effectief wordt gezuiverd.

        De woning Boterhoek 65 ligt ter hoogte van de grens natuurgebied met landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De woning paalt aan VEN en habitatrichtlijngebied en ligt op het einde van een weg. Bijkomende uitbreidingsmogelijkheden voor deze woning kan een impact hebben op het achtergelegen VEN en habitatrichtlijngebied. Omwille van deze ligging werd op het plenair overleg zowel door het departement Omgeving als door het agentschap voor Natuur en Bos voorgesteld om deze woning in te delen in categorie 5. Gezien de grenslijn tussen natuurgebied en landschappelijk waardevol gebied de woning doorkruist en gezien de omvang van de woning argumenteerde het gemeentebestuur dat een indeling in categorie 3 eerder aangewezen is. Als milderende maatregel schrijft zij voor deze woning in dat een 10 m brede houtkant moet worden voorzien langs de zuidgrens van percelen 5e, afd., sectie C, 353/2E, 355A en 357F. Gezien het grafisch plan enkel betrekking heeft op perceel 357F kan het stedenbouwkundig voorschrift evenwel enkel doorwerken op dit perceel. De voorgestelde milderende maatregel is bijgevolg onhaalbaar. Ons departement blijft bij haar standpunt dat de categorisering van deze woning dient worden bijgesteld naar categorie 5. We wijzen bovendien ook op de gevoeligheid voor grondverschuivingen (infra) die dit standpunt bevestigt.

        De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door de natuurlijke en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. De wisselwerking tussen deze structuren (dat is de wisselwerking tussen de fysische dragers en de menselijke activiteiten) resulteert in een specifiek landschap. De onderlegger van deze structuren is het fysisch systeem, het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem en water. Specifiek voor de gemeente Brakel geldt dat er een problematiek van grondverschuivingen is gekend. In ons advies naar aanleiding van de plenaire vergadering werd hieromtrent een bijkomend onderzoek gevraagd.

        Naar aanleiding van de eerste plenaire vergadering werd het dossier aangevuld met een onderzoek naar woningen die gelegen zijn in zones die gevoelig zijn voor grondverschuivingen. De gemeente heeft de kaartlaag met de zonevreemde woningen op de kaartlaag met de zones gevoelig voor grondverschuivingen gelegd. 20 woningen zijn gelegen in een zone met een zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen, 13 met een hoge gevoeligheid, 14 met een matige gevoeligheid en één woning met een lage gevoeligheid. Van de woningen in of in de nabijheid van een hoge tot zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen en die tevens gelegen zijn in of in de nabijheid van gekarteerde bodemverschuivingen zijn er 4 gelegen in een categorie (1, 2 en 3) die ook herbouw van woningen toelaat, m.n. Boterhoek 59, Boterhoek 65, Kleine Gastenhoek 5 en Leberg 14. Vijf woningen (Miegelweg 1, Bijstierstraat 1, 2, 3 en 4) krijgen nog een substantiële uitbreidingsmogelijkheid van 200 m³ (categorie 4).

        De problematiek inzake grondverschuivingen dient in zijn globaliteit worden benaderd. De ruimtelijke context van de woningen is zeer relevant om de gevoeligheid voor grondverschuivingen in te schatten. In principe kunnen daar zelfs zones met matige gevoeligheid niet bij worden genegeerd alsook de reeds gekarteerde grondverschuivingen. De oplossing die de gemeente naar voor schuift, m.n. een voorschrift dat stelt dat herbouw van een woning binnen  een zone die een “zeer hoge” en “hoge” gevoeligheid heeft tenzij men de herbouw voorziet buiten de zone met een “zeer hoge” en “hoge gevoeligheid” of indien men aantoont op het moment van de omgevingsaanvraag dat de woning niet meer in een zone met een “zeer hoge” en “hoge” gevoeligheid gelegen is niet rechtzeker en in de feiten zelfs onhaalbaar gezien de grondverschuivingsgevoeligheid voor een huiskavel niet kan  wijzigen.  Door het herbouwen van de woning of het substantieel uitbreiden van de woning neemt de kans op grondverschuivingen enkel toe, o.m. omwille van de noodzakelijke bodemingrepen in functie van fundering. Zelfs bij een gelijkblijvende kans neemt de potentiële schade toe. Zonder onderbouwde geotechnische studie die de grondverschuivingsgevoeligheid van de huiskavels concreet inschat lijkt het herbouwen en substantieel uitbreiden van woningen in zones met hoge en zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen en in de buurt van gekarteerde grondverschuivingen niet te verantwoorden en in strijd met het principe dat het fysisch systeem in het buitengebied structurerend is voor ontwikkelingen. We vragen om die redenen om minstens de woningen uit categorieën 1 tot en met 4 (Boterhoek 59 en 65, Kleine Gastenhoek 5, Leberg 14, Bijstierstraat 1,2,3 en 4, Miegelweg 1) die gelegen zijn in een zone met een hoge tot zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen toe te wijzen aan categorie 5.

        Algemeen kunnen voorschriften niet inhouden dat woningen worden herbouwd buiten de contouren van het grafisch plan. De ‘verschuiving van woningen’ naar niet ruimtelijk kwetsbaar gebied om te kunnen voldoen in een betere ecologische en landschappelijke integratie is, gelet op de gewestplangrens, slechts mogelijk in een beperkt aantal gevallen. In geen geval mag dit evenwel een herindeling op vlak van categorisering betekenen. De indeling in categorieën is immers het resultaat van een afweging van de feitelijke omgevingsfactoren en niet van de juridische situatie.

        De bepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften:

        “Woningen kunnen enkel herbouwen indien ze kunnen voldoen in een betere ecologische en landschappelijke integratie door middel van het herbouwen in een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied van de huiskavel. In dit geval is de vigerende wetgeving voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied van toepassing.

        Woningen die in een risicozone voor overstromingen liggen, dienen bij herbouw de nodige maatregelen te treffen om waterresistent te bouwen.” dient om die redenen worden geschrapt in artikel 4 en artikel 5.

        Conclusie:

        Het departement Omgeving stelt vast dat te weinig rekening is gehouden met haar bemerkingen naar aanleiding van het plenair overleg. Tegelijkertijd is de beleidscontext de afgelopen 2 jaar gewijzigd, o.m. door het invoeren van een verstrengde watertoets. Gezien het in deze fase van de procedure niet meer mogelijk is om bijkomend onderzoek te plegen (bv. geotechnisch onderzoek rond het fenomeen van grondverschuivingen) en nog slechts beperkte wijzigingen aan het dossier kunnen worden doorgevoerd kan het departement Omgeving slechts akkoord gaan met het voorliggend plan onder de strikte voorwaarde dat volgende aanpassingen worden doorgevoerd:

        - De huiskavels van de woningen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 35, Evensveldstraat 16, Boterhoek 59, 65, Kleine Gastenhoek 5, Leberg 14, Bijstierstraat 1, 2, 3, 4 en Miegelweg 1 dienen worden ondergebracht in categorie 5. De resultaten van het beperkte omgevingsonderzoek zorgen dat de categorisering naar beneden moeten worden bijgesteld.

        - De bepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften:

        “Woningen kunnen enkel herbouwen indien ze kunnen voldoen in een betere ecologische en landschappelijke integratie door middel van het herbouwen in een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied van de huiskavel. In dit geval is de vigerende wetgeving voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied van toepassing.

        Woningen die in een risicozone voor overstromingen liggen, dienen bij herbouw de nodige maatregelen te treffen om waterresistent te bouwen.” dienen worden geschrapt in artikels 4 en 5.

        - In de algemene stedenbouwkundige voorschriften moet volgende bepaling worden op- genomen:

        “Een eventuele omgevingsvergunning in uitvoering van dit RUP kan slechts worden verleend als bij de aanvraag van een omgevingsvergunning is aangetoond dat het afvalwater gezuiverd wordt.” Toelichtend kan hierbij worden vermeld dat dit kan gebeuren aan de hand van een bewijs van de rioolbeheerder, hetzij in een zuiveringsinstallatie van Aquafin, hetzij door een IBA.

        Verder dient in de planningscontext de relatie met AGNAS en het ontwerp van pRBP Oost- Vlaanderen worden geduid en dienen de voorschriften worden gescreend op vlak van juridisch-technische haalbaarheid.”

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023:

        Er wordt nota genomen van enkele algemene opmerkingen.

        De opmerking over de screening van het hoofdzakelijk vergund karakter wordt bijgetreden. Zie motivering advies Intergecoro Brakel-Horebeke van 11 augustus 2021.

        Omwille van de watergevoeligheid wordt geadviseerd de percelen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25 en 35 én Evensveldstraat 16 onder te brengen in categorie 5, in die mate dat ook tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar Categorie 6 over de bepaling van de categorisering.

        Omwille van de ligging, zoals gemotiveerd in het advies van de deputatie, wordt geadviseerd Boterhoek 65 onder te brengen in categorie 5, in die mate dat ook tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar Categorie 6 over de bepaling van de categorisering.

        Omwille van de gevoeligheid voor grondverschuivingen wordt geadviseerd de percelen Boterhoek 59; Kleine Gastenhoek 5; Leberg 14; Bijstierstraat 1, 2, 3, 4 én Miegelweg 1 onder te brengen in categorie 5, in die mate dat ook tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar Categorie 6 over de bepaling van de categorisering.

        Er werd rekening gehouden met de geactualiseerde overstromingsgevaarkaarten, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023. Zie scopingsnota pagina 116-122. De algemene stedenbouwkundige voorschriften bevatten verordenende voorschriften i.v.m. maatregelen inzake verdroging, maximale waterinfiltratie op eigen terrein, waterveilig bouwen en compensatie voor verloren berging. Bijkomend kan worden gesteld dat ieder omgevingsdossiers moet voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater en het decreet Integraal Waterbeleid, al dan niet binnen een RUP gelegen.    

        De bepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften - “Woningen kunnen enkel herbouwen indien ze kunnen voldoen in een betere ecologische en landschappelijke integratie door middel van het herbouwen in een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied van de huiskavel. In dit geval is de vigerende wetgeving voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied van toepassing. 

        Woningen die in een risicozone voor overstromingen liggen, dienen bij herbouw de nodige maatregelen te treffen om waterresistent te bouwen.” – dienen te worden geschrapt in artikels 4 en 5. Er bestaat immers geen rechtsgrond om te herbouwen van een ruimtelijk kwetsbaar gebied naar een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Zie ook de opmerking over de screening op juridisch-technische haalbaarheid van de stedenbouwkundige voorschriften.

        In de algemene stedenbouwkundige voorschriften dient volgende bepaling te worden opgenomen: “Een eventuele omgevingsvergunning in uitvoering van dit RUP kan slechts worden verleend als bij de aanvraag van een omgevingsvergunning is aangetoond dat het afvalwater gezuiverd wordt.” Toelichtend wordt vermeld dat dit kan gebeuren aan de hand van een bewijs van de rioolbeheerder, hetzij in een zuiveringsinstallatie van Aquafin, hetzij door een IBA.

        Er wordt geadviseerd de toelichtingsnota aan te vullen op de relatie met het operationeel uitvoeringsprogramma van het Vlaams Gewest betreffende de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS).

        De gemeenteraad van Brakel heeft op 10 juli 2023 een ongunstig advies uitgebracht over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk beleidsplan (pRBP) Oost-Vlaanderen en het Plan-MER. Daarbij werd uitdrukkelijk gevraagd om het project “on hold” te zetten en voldoende stappen terug te zetten in het planproces om te komen tot een maatschappelijk haalbaar en gedragen ontwerp. De provincieraad van Oost-Vlaanderen besliste op woensdag 6 september 2023 om de voorlopige vaststelling van het ontwerp van het beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” in te trekken.

        Er wordt geadviseerd om de voorschriften te screenen op vlak van juridisch-technische haalbaarheid. Er dient o.a. te worden nagegaan of de stedenbouwkundige voorschriften niet strijdig zijn met de mogelijkheden overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), in het bijzonder de mogelijkheden opgesomd onder de zonevreemde basisrechten, zorgwonen, vrijstelling, enz…. Vb. het zorgwonen wordt niet gespecifieerd op welke manier dit kan ingericht worden (afzonderlijk bijgebouw, in de woning,…). Indien bijkomende documenten worden gevraagd in de stedenbouwkundige voorschriften wordt best het woord “informatief” toegevoegd. Artikel 2.2.6. §1. VCRO bepaalt dat de stedenbouwkundige voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan “modaliteiten” kunnen voorschrijven “die bij de inrichting van het gebied in acht moet worden genomen”. Indien de bijkomende gevraagde documenten worden opgevat als een instrument tot in- en voorlichting van de vergunningverlenende overheid met het oog op de beoordeling van de aanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften van die categorie, dient te worden vastgesteld dat een dergelijk informatief document een modaliteit is in de zin van artikel 2.2.6. §1. VCRO. Een dergelijk informatief document heeft geen verordenende kracht en voegt dan ook niets toe aan de stedenbouwkundige voorschriften die gelden voor de betrokken zones. Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014, zoals tot op heden gewijzigd, betreffende de “samenstelling van een omgevingsaanvraag”, hebben betrekking op stukken die “minstens” bij de bedoelde aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning moeten worden gevoegd. Deze bepalingen staan er niet aan in de weg dat het informatief gedeelte van een ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet dat bij bepaalde aanvragen een bijkomend stuk wordt gevoegd.

        Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Er werd rekening gehouden met de geactualiseerde overstromingsgevaarkaarten, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023. Zie scopingsnota pagina 116-122. De algemene stedenbouwkundige voorschriften bevatten verordenende voorschriften i.v.m. maatregelen inzake verdroging, maximale waterinfiltratie op eigen terrein, waterveilig bouwen en compensatie voor verloren berging. Bijkomend kan worden gesteld dat ieder omgevingsdossiers moet voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater en het decreet Integraal Waterbeleid, al dan niet binnen een RUP gelegen.    

        De gemeenteraad van Brakel heeft op 10 juli 2023 een ongunstig advies uitgebracht over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk beleidsplan (pRBP) Oost-Vlaanderen en het Plan-MER. Daarbij werd uitdrukkelijk gevraagd om het project “on hold” te zetten en voldoende stappen terug te zetten in het planproces om te komen tot een maatschappelijk haalbaar en gedragen ontwerp. De provincieraad van Oost-Vlaanderen besliste op woensdag 6 september 2023 om de voorlopige vaststelling van het ontwerp van het beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050” in te trekken.

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen:

        Het voorliggende RUP is de uitwerking van de bindende en richtinggevende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel, zoals hierboven uiteengezet. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt: “[…] Artikel 4.4.10. (01/09/2009- ...)

        § 1. Deze afdeling is van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden.

        Het voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 en 4, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.

        § 2. De basisrechten van deze afdeling zijn van toepassing in gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.

        Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw. […]”

        Het hoofdzakelijk vergund geachte en niet verkrotte karakter dient steeds te worden beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag, ongeacht de zonevreemde constructie gelegen is binnen een gewestplan, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat is het nulpunt en niet de opname in een RUP. Bovenvermelde bepaling werd ook opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften en vormt dus een eerste toetsingskader. Een zonevreemde constructie kan na de goedkeuring van het RUP eveneens nog beschouwd worden als niet hoofdzakelijk vergund of verkrot, vb. wanneer er handelingen worden uitgevoerd zonder de nodige omgevingsvergunningen. Het omgekeerde is ook mogelijk. In de toelichtingsnota wordt verwezen naar de vergunningstoestand.

        Categorie 6 maakt geen deel uit van het voorliggende RUP. Naar aanleiding van de plenaire vergadering van 27 augustus 2021 werd geadviseerd categorie 6 uit te sluiten. Dit op basis van verschillende adviezen van het departement Omgeving, de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en het agentschap voor Natuur en Bos. Voor de woningen in categorie 6 die zowel deel uitmaken van VEN als van habitatgebied en die bijgevolg gelegen zijn in de meest kwetsbare zone van de natuurlijke structuur van Vlaanderen kon er beleidsmatig niet akkoord worden gegaan met bijkomende mogelijkheden ten opzichte van de bestaande situatie. Bijkomend werd gevraagd om enkele zeer geïsoleerde woningen in categorie 6 onder te brengen (Donkerstraat 11, Kulkadetstraat 4, Laaistok 6, Lobe 9, Pottenberg 21 en Trimpont 14). De criteria waren: afgelegen woningen, in habitatrichtlijngebied, nabij habitatbossen, omgeving is VEN-gebied en habitatgebied, ligging in een zoekzone voor natuuruitbreiding,….).      

        Wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Omwille van de watergevoeligheid wordt geadviseerd de percelen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25 en 35 én Evensveldstraat 16 onder te brengen in categorie 5.

        Omwille van de ligging, zoals gemotiveerd in het advies van de deputatie, wordt geadviseerd Boterhoek 65 onder te brengen in categorie 5.

        Omwille van de gevoeligheid voor grondverschuivingen wordt geadviseerd de percelen Boterhoek 59; Kleine Gastenhoek 5; Leberg 14; Bijstierstraat 1, 2, 3, 4 én Miegelweg 1 onder te brengen in categorie 5.

        De bepalingen in de stedenbouwkundige voorschriften - “Woningen kunnen enkel herbouwen indien ze kunnen voldoen in een betere ecologische en landschappelijke integratie door middel van het herbouwen in een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied van de huiskavel. In dit geval is de vigerende wetgeving voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied van toepassing. Woningen die in een risicozone voor overstromingen liggen, dienen bij herbouw de nodige maatregelen te treffen om waterresistent te bouwen.” – dienen te worden geschrapt in artikels 4 en 5. Er bestaat immers geen rechtsgrond om te herbouwen van een ruimtelijk kwetsbaar gebied naar een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Zie ook de opmerking over de screening op juridisch-technische haalbaarheid van de stedenbouwkundige voorschriften.

        In de algemene stedenbouwkundige voorschriften dient volgende bepaling te worden opgenomen: “Een eventuele omgevingsvergunning in uitvoering van dit RUP kan slechts worden verleend als bij de aanvraag van een omgevingsvergunning is aangetoond dat het afvalwater gezuiverd wordt.” Toelichtend wordt vermeld dat dit kan gebeuren aan de hand van een bewijs van de rioolbeheerder, hetzij in een zuiveringsinstallatie van Aquafin, hetzij door een IBA.

        Er wordt geadviseerd de toelichtingsnota aan te vullen op de relatie met het operationeel uitvoeringsprogramma van het Vlaams Gewest betreffende de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS). Bijkomend wordt gesteld: “[…] De ruimteboekhouding (01/01/2023) toont aan dat de categorie ‘Natuur’ erop vooruitgaat (met +300 ha t.o.v. vorig jaar) én dat de categorie ‘Bos’ zich begint (met +400 ha t.o.v. vorig jaar) te herstellen. Het voorliggende RUP “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” voorziet enkel een overdruk op reeds aangesneden percelen. De in grondkleur aangegeven bestemming volgens het gewestplan blijft behouden. Alsook het afgebakend Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en de herbevestigde agrarische gebieden (HAG). De ruimteboekhouding wijzigt niet. Er zijn strikte stedenbouwkundige voorschriften van toepassing. Natuur blijft aanwezig als hoofdfunctie en er moeten geen bossen verdwijnen. De aaneengesloten landbouwgebieden blijven gevrijwaard. Gemeenten hebben daarnaast eigen planningstaken inzake o.a. wonen, waarvoor de nodige beleidsruimte moet worden gelaten (pag. 200 Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos – regio Vlaamse Ardennen). Andere functies en activiteiten kunnen plaatselijk als nevenfunctie voorkomen in het buitengebied, waaronder vb. wonen. De huidige zonevreemde basisrechten bieden ook de mogelijkheid om de bestaande zonevreemde woningen beperkt te verbouwen. De gemeente Brakel bracht advies uit zoals opgenomen in het operationeel uitvoeringsprogramma.[…]”

        Er wordt geadviseerd om de voorschriften te screenen op vlak van juridisch-technische haalbaarheid. Er dient o.a. te worden nagegaan of de stedenbouwkundige voorschriften niet strijdig zijn met de mogelijkheden overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), in het bijzonder de mogelijkheden opgesomd onder de zonevreemde basisrechten, zorgwonen, vrijstelling, enz…. Vb. het zorgwonen wordt niet gespecifieerd op welke manier dit kan ingericht worden (afzonderlijk bijgebouw, in de woning,…). Indien bijkomende documenten worden gevraagd in de stedenbouwkundige voorschriften wordt best het woord “informatief” toegevoegd. Artikel 2.2.6. §1. VCRO bepaalt dat de stedenbouwkundige voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan “modaliteiten” kunnen voorschrijven “die bij de inrichting van het gebied in acht moet worden genomen”. Indien de bijkomende gevraagde documenten worden opgevat als een instrument tot in- en voorlichting van de vergunningverlenende overheid met het oog op de beoordeling van de aanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften van die categorie, dient te worden vastgesteld dat een dergelijk informatief document een modaliteit is in de zin van artikel 2.2.6. §1. VCRO. Een dergelijk informatief document heeft geen verordenende kracht en voegt dan ook niets toe aan de stedenbouwkundige voorschriften die gelden voor de betrokken zones. Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014, zoals tot op heden gewijzigd, betreffende de “samenstelling van een omgevingsaanvraag”, hebben betrekking op stukken die “minstens” bij de bedoelde aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning moeten worden gevoegd. Deze bepalingen staan er niet aan in de weg dat het informatief gedeelte van een ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet dat bij bepaalde aanvragen een bijkomend stuk wordt gevoegd.

        Advies deputatie:

        Op 20 juli 2023 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht: “

        Context

        Op 6 mei 2023 ontvingen wij van de gemeente Brakel het ontwerp gemeentelijk RUP 'Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied' met de vraag hierover een advies uit te brengen. Overeenkomstig artikel 2.2.21 §4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verstuurt de deputatie haar advies binnen de periode van het openbaar onderzoek naar de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro). Voor het RUP 'Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied' te Brakel loopt het openbaar onderzoek van 5 juni 2023 tot en met 4 augustus 2023.

        Motivering

        Planinhoud

        Het RUP wordt opgemaakt om een oplossing te bieden aan de zonevreemde woningen in Brakel die gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied. Deze woningen krijgen volgens de VCRO immers slechts zeer beperkte basisrechten. Het doel van het RUP is het bieden van juridische rechts- en woonzekerheid aan de vergunde en vergund geachte woningen, rekening houdend met de ruimtelijke draagkracht van de omgeving waarin de woningen gesitueerd zijn.

        In totaal worden in het RUP 67 zonevreemde woningen die gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied opgenomen, deze zonevreemde woningen liggen verspreid over het grondgebied van de gemeente Brakel. In het RUP worden de ontwikkelingsmogelijkheden bepaald voor deze woningen en huiskavels; er worden daarbij 6 categorieën onderscheiden, en verder zijn er nog specifieke bepalingen voor woningen met cultuurhistorische waarde. Er wordt gewerkt met overdrukbestemmingen, waarbij de onderliggende gewestplanbestemming behouden blijft.

        Planningscontext

        Alle deelgebieden van het RUP maken deel uit van het buitengebied.

        Alle deelgebieden zijn volgens het PRS gelegen in de deelruimte 'Zuidelijk openruimtegebied'. Het Zuidelijk openruimtegebied wordt aanzien als een landelijk landschap en groene long van bovenlokaal belang. Het ruimtelijk beleid in deze deelruimte is erop gericht het gebied leefbaar te maken als openruimtegebied en het voorkomen van verdere verstedelijking. Hierbij wordt uitgegaan van een versterking van de natuurlijke en toeristisch-recreatieve functie, het garanderen van de leefbaarheid van de landbouw en het versterken van het belang van de stedelijke kernen en de globale leefbaarheid van het openruimtegebied.

        In de gewenste nederzettingsstructuur zijn Nederbrakel + Opbrakel samen aangeduid als hoofddorp; Parike, Elst, Michelbeke en Zegelsem zijn woonkernen. In het PRS is aangegeven dat de hoofddorpen de groeipolen zijn van de nederzettingsstructuur en bundelen de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid.

        In de gewenste natuurlijke structuur van het PRS zijn verschillende ‘natuuraandachtszones’ aangeduid in de gemeente Brakel. Dit zijn de gebieden die van bovenlokaal belang zijn binnen de natuurlijke structuur; onder meer de habitatrichtlijngebieden en de VEN-gebieden maken daar deel van uit.

        Verder zijn ook de natuurverbindingsgebieden 5N9, 5N10 en 5N15 geselecteerd binnen Brakel, en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang 5E 24, 5E25 en 6E2 geselecteerd.

        Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte ‘Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ werd door de provincieraad voorlopig vastgesteld.

        De beslissing van de deputatie van 20 juli 2023 inzake de vervolgstappen voor het beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050', waarin voorgesteld wordt de intrekking van de voorlopige vaststelling van het beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' voor te leggen aan de provincieraad.

        Overeenstemming met het PRS, (ontwerp) PRUP's en direct werkende normen op provinciaal niveau

        Dit advies toetst het ontwerp gemeentelijk RUP aan het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, aan eventuele (ontwerp) provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP’s) en aan eventuele direct werkende normen op provinciaal niveau.

        In het ontwerp RUP worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor een aantal zonevreemde woningen en huiskavels in ruimtelijk kwetsbaar gebied vastgelegd, waarbij uitgegaan wordt van een aantal onderscheiden categorieën.

        Vanuit het PRS kunnen in het buitengebied, en buiten de geselecteerde kernen, geen bijkomende woongelegenheden toegelaten worden. Het RUP is op dit vlak in overeenstemming met het PRS: in de stedenbouwkundige voorschriften zijn bepalingen opgenomen die bijkomende woongelegenheden niet mogelijk maken, en tevens is verordenend vastgelegd dat het RUP enkel van toepassing is op bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte niet-verkrotte woningen.

        Ter gelegenheid van de 2 plenaire vergaderingen over het voorontwerp RUP werd wel vanuit de provincie een ongunstig advies uitgebracht voor de opname van de bestemmingscategorie art. 6 ‘woningen gelegen in VEN’ (23 woningen). Er werd in de adviezen aangegeven dat het in deze categorie gaat om woningen gelegen in VEN, vaak op geïsoleerde locaties, en in de meeste gevallen ook in habitatrichtlijngebied, ook vaak gelegen in gebieden die als natuuraandachtszones aangeduid zijn in het PRS, dat een groot deel van deze woningen bovendien ook gelegen zijn in een zone met zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen, en dat bijgevolg vanuit ruimtelijk oogpunt niet akkoord kon gegaan worden met de opname van deze categorie in het RUP. In het voorlopig vastgesteld ontwerp RUP ‘Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied’ is rekening gehouden met dit standpunt, en is de volledige bestemmingscategorie art. 6 ‘woningen gelegen in VEN’ uitgesloten uit het RUP.

        In het ontwerp RUP ‘Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied’ worden de overige categorieën behouden, zijnde:

        - Categorie 1: ‘woning aansluitend op hoofddorp, woonkern of landelijk dorp’ (13 woningen)

        - Categorie 2: ‘woning aansluitend op een strook landelijk woongebied of de geïsoleerde verkaveling Valkenberg’ (2 woningen)

        - Categorie 3: ‘woning gelegen tussen gebieden voor grondgebonden landbouw in waardevol landschap en prioritaire gebieden voor natuur’ (11 woningen)

        - Categorie 4: ‘woning gelegen binnen natuurverbindingsgebieden, verwevingsgebieden, ecologische infrastructuur’ (5 woningen)

        - Categorie 5: ‘woning gelegen binnen prioritaire gebieden voor natuur’ (36 woningen)

        Voor de opgenomen woningen worden met het RUP bijkomende mogelijkheden voorzien t.o.v. de basisrechten voor deze zonevreemde constructies zoals opgenomen in de VCRO. De bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden zijn verschillend per categorie, en gaan onder meer om:

        - het toelaten van beperkte aan het wonen verwante functies en toeristische logies (cat. 1 en cat. 2)

        - het uitbreiden van het bouwvolume voor de zonevreemde woningen (tot 1000 m³ in cat. 1, cat. 2 en cat. 3 / met max. 200 m³ en tot max. 1000 m³ in cat. 4 / met max. 40 m³ en tot max. 750 m³ in cat. 5)

        - herbouw is (onder voorwaarden) mogelijk voor woningen in cat. 1, cat. 2 en cat. 3

        - er worden ook voorschriften opgenomen inzake bijgebouwen en tuininrichting

        Ter gelegenheid van de tweede plenaire vergadering werd opgemerkt dat voor een aantal woningen te ruime ontwikkelingsmogelijkheden toegelaten werden in het RUP, die ruimtelijk niet aanvaardbaar waren, en werd gevraagd om voor deze woningen de ontwikkelingsmogelijkheden in te perken, en deze onder te brengen in een lagere categorie.

        Er werd ingegaan op het grootste deel van deze opmerkingen.

        Voor de woning Boterhoek 65 (in het RUP opgenomen in categorie 3) werd evenwel niet ingegaan op de vraag om deze onder te brengen in een lagere categorie. Volgens de digitale versie van het gewestplan ligt deze woning schijnbaar deels in agrarisch gebied en deels in natuurgebied, maar het perceel ligt ook deels in habitatrichtlijngebied en VEN. De opmerking dat voor deze woning vanuit ruimtelijk oogpunt niet akkoord kan gegaan worden met de toegekende categorie 3 wordt herhaald. De opname van de woning en huiskavel Boterhoek 65 in categorie 3 wordt bijgevolg ongunstig geadviseerd.

        Verder wordt ook gevraagd rekening te houden met de geactualiseerde kaarten van de overstromingsgevoelige gebieden, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023.

        In het voorontwerp RUP werd voor de watertoets onder meer uitgegaan van de kaarten van de overstromingsgevoelige gebieden, versie 2017, waarop de cluster woningen aan de Oude Blekerijstraat als ‘mogelijk overstromingsgevoelig’ tot ‘zeer beperkt gelegen in effectief overstromingsgevoelig’ aangeduid was, en de woning Evensveldstraat 16 als ‘mogelijk overstromingsgevoelig’.

        In de recente overstromingskaarten (2023) komt voor deze sites een gewijzigde situatie naar voor:

        - grote delen van de huiskavels van de woningen aan de Oude Blekerijstraat nrs. 20, 23, 25, 27, 35 (allen categorie 1 in het RUP) zijn zowel volgens de fluviale als de pluviale overstromingskaarten gelegen in een zone met grote kans voor overstroombaar gebied huidig klimaat, en in een zone met grote kans voor overstroombaar gebied toekomstig klimaat.

        - volgens de pluviale overstromingskaarten is ook de omgeving van de woning Evensveldstraat 16 (categorie 3 in het RUP) gelegen in een zone met grote kans voor overstroombaar gebied huidig klimaat, en in een zone met grote kans voor overstroombaar gebied toekomstig klimaat.

        In het RUP krijgen deze woningen ruime ontwikkelingsmogelijkheden, waaronder uitbreidingsmogelijkheden tot 1000 m³ en herbouw. Rekening houdend met deze geactualiseerde kaarten en vanuit de huidige beleidscontext kan er niet akkoord gegaan worden met het toekennen van deze ruime ontwikkelingsmogelijkheden aan de betrokken woningen. Om deze reden wordt gevraagd de woningen Oude Blekerijstraat nrs. 20, 23, 25, 27 en 35, en de woning Evensveldstraat 16 uit te sluiten uit het RUP of hoogstens een categorie 5 toe te kennen.

        Dit advies doet geen uitspraken over de overeenstemming van het gemeentelijk RUP met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), (ontwerp) gewestelijke RUP’s, direct werkende normen op gewestelijk niveau, het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) en direct werkende normen op gemeentelijk niveau. Het is de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en schepenen om de verenigbaarheid van het gemeentelijk RUP met het GRS en de direct werkende normen op gemeentelijk niveau te bewaken. Ook de naleving van de juridische vormvereisten behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid.

        Besluit

        Artikel 1

        Het ontwerp gemeentelijk RUP 'Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied' te Brakel wordt gedeeltelijk gunstig geadviseerd, en mits rekening gehouden wordt met de opmerkingen.

        Voor volgende woningen wordt de voorgestelde categorisering ongunstig geadviseerd:

        - Boterhoek nr. 65

        - Oude Blekerijstraat nrs. 20, 23, 25, 27 en 35

        - Evensveldstraat nr. 16

        Artikel 2

        Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg gezonden worden naar de gecoro van Brakel."

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023:

        Er wordt nota genomen van enkele algemene opmerkingen.

        Er werd rekening gehouden met de geactualiseerde overstromingsgevaarkaarten, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023. Zie scopingsnota pagina 116-122. De algemene stedenbouwkundige voorschriften bevatten verordenend voorschriften i.v.m. maatregelen inzake verdroging, maximale waterinfiltratie op eigen terrein, waterveilig bouwen en compensatie voor verloren berging. Bijkomend kan worden gesteld dat ieder omgevingsdossiers moet voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater en het decreet Integraal Waterbeleid, al dan niet binnen een RUP gelegen.    

        Boterhoek 65 wordt geadviseerd onder te brengen naar een lagere categorie 5 omwille van de in het advies vermelde reden, in die mate dat ook tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar Categorie 6 over de bepaling van de categorisering.

        Omwille van de watergevoeligheid dienen de percelen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 27 en 35 én Evensveldstraat 16 ondergebracht in categorie 5, in die mate dat ook tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar Categorie 6 over de bepaling van de categorisering.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen:

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Er werd rekening gehouden met de geactualiseerde overstromingsgevaarkaarten, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023. Zie scopingsnota pagina 116-122. De algemene stedenbouwkundige voorschriften bevatten verordenende voorschriften i.v.m. maatregelen inzake verdroging, maximale waterinfiltratie op eigen terrein, waterveilig bouwen en compensatie voor verloren berging. Bijkomend kan worden gesteld dat ieder omgevingsdossiers moet voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwater en het decreet Integraal Waterbeleid, al dan niet binnen een RUP gelegen.    

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen:

        Categorie 6 maakt geen deel uit van het voorliggende RUP. Naar aanleiding van de plenaire vergadering van 27 augustus 2021 werd geadviseerd categorie 6 uit te sluiten. Dit op basis van verschillende adviezen van het departement Omgeving, de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en het agentschap voor Natuur en Bos. Voor de woningen in categorie 6 die zowel deel uitmaken van VEN als van habitatgebied en die bijgevolg gelegen zijn in de meest kwetsbare zone van de natuurlijke structuur van Vlaanderen kon er beleidsmatig niet akkoord worden gegaan met bijkomende mogelijkheden ten opzichte van de bestaande situatie. Bijkomend werd gevraagd om enkele zeer geïsoleerde woningen in categorie 6 onder te brengen (Donkerstraat 11, Kulkadetstraat 4, Laaistok 6, Lobe 9, Pottenberg 21 en Trimpont 14). De criteria waren: afgelegen woningen, in habitatrichtlijngebied, nabij habitatbossen, omgeving is VEN-gebied en habitatgebied, ligging in een zoekzone voor natuuruitbreiding,….).     

        Wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Boterhoek 65 wordt geadviseerd onder te brengen naar een lagere categorie 5 omwille van de in het advies vermelde reden.

        Omwille van de watergevoeligheid dienen de percelen Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 27 en 35 én Evensveldstraat 16 ondergebracht in categorie 5.

        Standpunt van de ontvankelijk bevonden bezwaarschriften

        Gebundelde bezwaren:

        Bezwaar Terbeken 1, 3 en 5 (categorie 5) – 9 juli 2023 - wordt als volgt samengevat:

        * Vraag voor het verschuiven van de grens natuurgebied tot aan de achtergevel;

        * Bestaat er nog een mogelijkheid om de gebouwen op te nemen in categorie 3, gezien de overzijde is ingekleurd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied;

        * Zijn er nog gebouwen verschoven naar een lagere categorie;

        * Bij Terbeken 5 is enkel het voorste gedeelte van de grond ingekleurd als artikel 5 woning gelegen binnen prioritaire gebieden voor de natuur. Het achterste gedeelte (boomgaard+vijver) werd niet ingekleurd. Wat is de reden hiervoor? Bij Terbeken 1 en 3 is wel het volledige perceel ingekleurd;

        * Is het normaal dat 2 naast elkaar gelegen woningen, langs dezelfde zijde van de straat, toch anders worden toegewezen, namelijk Terbeken 5 en 7…natuur versus agrarisch gebied.

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023

        Een bestemming van een gewestplan kan niet zomaar worden opgeschoven. Hiervoor dient een ruimtelijk uitvoeringsplan te worden opgemaakt. Wanneer een ruimtelijk uitvoeringsplan een gewestplan vervangt dient de ruimtebalans te worden hersteld (harde bestemmingen/zachte bestemmingen). Vandaar dat het voorliggend ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan enkel met een overdruk werkt.

        De woningen categorie 3 zijn gelegen tussen gebieden voor grondgebonden landbouw in waardevol landschap en prioritaire gebieden voor natuur. Er gelden twee bestemmingen waarvan de grenslijn niet eenduidig te bepalen is. De woningen categorie 5 zijn gelegen binnen prioritaire gebieden voor natuur. Er geldt slechts één bestemming waarvan de grenslijn eenduidig is bepaald. Dit is gebaseerd op een categorisering van het GRS.

        Er zijn nog gebouwen verschoven naar een categorie 5.

        De inkleuring is gebeurd op basis van de reeds aangesneden huiskavels. Het beboste perceel afdeling 5 sectie C nr 655L, Terbeken 5 hoort niet bij de huiskavel. 

        Het is inderdaad mogelijk dat twee naast elkaar gelegen woningen een andere inkleuring hebben gekregen bij de opmaak van de gewestplannen. Deze bestemmingen werden vastgelegd in de jaren ’70.

        Het bezwaar wordt verworpen. Er dienen geen wijzigingen te gebeuren.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Akte te nemen van het advies voor dit onderdeel.

        Bezwaar Draaikonk 12 (categorie 5) – 16 juli 2023 - wordt als volgt samengevat:

        * In tabel 8 op pagina 50 staat bij de stedenbouwkundige vergunning 45059/4902/B/2004/241 dat de aard van de beslissing “geweigerd” is. Echter werd een vergunning afgeleverd door de deputatie.

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023:

        De deputatie heeft op 24 maart 2005 een stedenbouwkundige vergunning verleend volgens ingediend plan (45059/4902/B/2004/241). De tekst dient in die zin te worden aangepast.

        Het bezwaar wordt ingewilligd in de volgende mate:

        Tabel 8 van de toelichtingsnota pagina 50, kolom “Aard van de beslissing” dient te worden gewijzigd naar “vergund” én kolom “Datum beslissing” dient te worden gewijzigd naar 24 maart 2005, met als adres Draaikonk 12.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen: Wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Tabel 8 van de toelichtingsnota pagina 50, kolom “Aard van de beslissing” dient te worden gewijzigd naar “vergund” én kolom “Datum beslissing” dient te worden gewijzigd naar 24 maart 2005, met als adres Draaikonk 12.

        Bezwaar Categorie 6 (Berendries 13A, Boterhoek 50, Ceutericklos 1, Donkerstraat 11, Fayte 100, Kammeland 8, Kammeland 10, Lobe 4, Lobe 5, Lobe 7, Perreveld 33, Perreveld 35, Pevenage 9, Pevenage 11, Pevenage 13, Pottenberg 21, Trimpont 3, Trimpont 5, Trimpont 14) – 4 augustus 2023 - wordt als volgt samengevat:

        * Trimpont 14 is niet gelegen in een natuurgebied, maar in een agrarisch gebied met landschappelijke waarde, én ligt buiten het VEN-gebied. De woning wordt enkel ondergebracht in categorie 6 omwille van zijn geïsoleerde ligging. Dit terwijl het volledige ruimtelijk uitvoeringsplan betrekking heeft op geïsoleerde woningen.

        * Schending van het gelijkheidsbeginsel:

        Zo worden 21 van de woningen die eveneens in VEN-gebied zijn ondergebracht, ingedeeld onder de categorieën 1 tot en met 5, en worden verschillende woningen ingedeeld in categorie 5. Uit de plandocumenten blijkt nergens hoe de woningen in categorie 6 zonevreemde zouden zijn dan de woningen ingedeeld in de overige categorieën. De woningen thans ingedeeld in ‘categorie 5’ – waarvan er ook verschillende zijn gelegen in VEN-gebied – krijgen wel uitbreidings- en renovatiemogelijkheden. Nergens uit de plandocumenten blijkt waarom enige onvermijdbare en onherstelbare schade ten aanzien van ‘categorie 5’ wel uitgesloten zou kunnen worden.  

        Er is nergens een objectieve definitie of toelichting te vinden omtrent de notie “geïsoleerde ligging”. De woningen van bezwaarindieners blijken op geen enkele wijze “geïsoleerd” te liggen. Ze sluiten ruimtelijk nog steeds aan bij andere woonconcentraties (afzonderlijke woningen of woonlinten) gelegen in o.m. agrarisch gebied, natuurgebied of zelfs woongebied, te meer nu ook steeds de nodige nutsvoorzieningen (aansluitingen, verlichting, etc.) en publiek uitgeruste wegen zijn voorzien om deze respectieve woningen te bereiken en van o.m. stroom te voorzien.

        Voor de betrokken woningen geldt het vermoeden van vergunning.

        * Schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en het materiële motiveringsbeginsel:

        Van een zorgvuldig handelende plannende overheid kan daarenboven worden verwacht dat zij een rechtszekere oplossing biedt voor een door haar erkend probleem. Het kan niet worden aanvaard dat de plannende overheid een aspect dat ze zelf als een belangrijk aandachtspunt heeft erkend, onttrekt aan het besluitvormingsproces dat door de decreetgever voor een ruimtelijk uitvoeringsplan is geconcipieerd en verschuift naar een later, onbepaald tijdstip. Dit is evenwel exact wat wordt gedaan met het voorliggende RUP, waarbij de woningen van bezwaarindieners – gelegen in VEN-gebied – louter ter informatieve titel werden ingedeeld in ‘categorie 6’, doch waarvoor geen stedenbouwkundige voorschriften en (zelfs beperkte) ontwikkelingsmogelijkheden werden vastgesteld. Ook woningen in het VEN hebben recht op bescherming. Er werd niet onderzocht of er andere mogelijkheden waren om voor de betrokken woningen in het betrokken VEN-gebied bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden te voorzien zonder dat men daarbij beweerdelijk een ‘verkeerd beeld’ zou creëren en zonder dat men daardoor afbreuk zou doen aan de verplichtingen gesteld in het Natuurdecreet. 

        De materiële motiveringsplicht houdt daarnaast nog in dat het bestreden besluit moet worden gedragen door rechtens verantwoorde, deugdelijke en draagkrachtige motieven die kunnen blijken uit de stukken van het dossier. De concrete gegevens van het dossier dienen aldus de door de plannende overheid gemaakte keuzes op een deugdelijke wijze te onderbouwen en verantwoorden, ongeacht de discretionaire beoordelingsvrijheid waarover ze als bestuur beschikt. Er wordt geenszins aangegeven hoe het uitsluiten van de zonevreemde woningen die gelegen zijn in VEN-gebied, te rijmen valt met de primaire doelstelling van het voorliggende RUP, met name rechtszekerheid en woonzekerheid bieden. De plannende overheid volgt louter blindelings adviezen waardoor ze indruist tegen de vooropgezette doelstellingen van het RUP.

        * Er wordt blijkbaar uit het oog verloren dat de basisrechten (nagenoeg) niet van toepassing zijn voor woningen gelegen binnen ‘kwetsbaar gebied’. De basisrechten voor herbouwen en uitbreiden gelden niet in ruimtelijk kwetsbare gebieden. Er worden bijgevolg geen mogelijkheden geboden voor een zeer beperkte uitbreiding voor het verbeteren van de woonkwaliteit of om (indien noodzakelijk) te voldoen aan de (dringende) hedendaagse woningeisen op vlak van onder meer energetische optimalisatie. 

        * Er wordt gevraagd om de woningen ‘categorie 6’ op te nemen. Ook bij een eventuele verkoop of schenking moet er rechtszekerheid zijn voor de koper of de begiftigde. Zo gelden er vanaf 2023 ook stringente EPC-eisen voor residentiële gebouwen en eenheden, waarbij de koper binnen de vijf jaar dient over te gaan tot verplichte renovatie voor woningen naar label D of beter (zie art. 9.3.4 Energiebesluit d.d. 19 november 2010).

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023:

        Zie opmerkingen advies Intergecoro Brakel-Horebeke van 11 augustus 2021 over het hoofdzakelijk vergund karakter, het cultuurhistorisch aspect en de volumeuitbreiding.

        Er dient een kapstok te worden voorzien voor het begrip “geïsoleerde ligging”. Twee begrippen die in aanmerking kunnen komen zijn “voldoende uitgeruste weg” én “gebouwengroep”. Deze begrippen zijn terug te vinden in artikel 4.3.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en artikel 1. van het uitvoeringsbesluit over de zonevreemde functiewijzingen. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. Private toegangswegen dienen onmiddellijk aan te takken op een voldoende uitgeruste weg. De lengte van de private toegangsweg is daarbij van ondergeschikt belang. Een gebouwgroep bevat minstens drie gebouwen of gebouwencomplexen, al dan niet aan dezelfde kant van de straat gelegen, die samen geen functioneel, maar wel een ruimtelijk aaneengesloten geheel vormen. Een boerderijcomplex, bestaande uit het woongebouw en twee losstaande stallen, is dus geen gebouwengroep, want het vormt één functioneel geheel. Het moet dus werkelijk minstens 3 onafhankelijk van elkaar functionerende eenheden betreffen (van 3 verschillende eigenaars). Met in aparte onderdelen gesplitste onroerende goederen zal geen rekening worden gehouden. Met ruimtelijk aaneengesloten geheel wordt een geheel van gebouwen bedoeld, die zeer dicht bij elkaar gelegen zijn. Wanneer de ruimte tussen de gebouwen meer dan 50 meter bedraagt, is dit reeds voldoende om niet meer van een ruimtelijk aaneengesloten geheel te spreken. Zie ook de opmerkingen over de watergevoeligheid en grondverschuivingen.    

        Het bezwaar wordt ingewilligd in de volgende mate:

        Er dient een kapstok te worden voorzien voor het begrip “geïsoleerde ligging”. De panden dienen te worden gescreend en waar nodig naar de juiste categorie te worden verplaatst. Op die manier kan worden tegemoetgekomen aan de opmerking over het gelijkheidsbeginsel.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen:

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies niet te volgen:

        Zie eerder bovenvermelde ingenomen standpunten van het college van burgemeester en schepenen. Categorie 6 maakt geen deel uit van het voorliggende RUP. Er is beleidsmatig vanuit de hogere en sectorale overheden beleidsmatig geen draagvlak om bijkomende mogelijkheden toe te laten ten opzichte van de bestaande situatie. Deze situeren zich namelijk binnen de meest kwetsbare zone van de natuurlijke structuur van Vlaanderen. De criteria werd bepaald op basis van de natuurlijke structuur, zie bovenvermelde motivering.   

        Trimpont 14 is volgens het gewestplan gelegen in een agrarisch gebied met landschappelijke (of ‘bijzondere’) waarde (vallei- of brongebied). Overeenkomstig artikel 1.1.2. 10° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) worden deze gebieden gedefinieerd als ruimtelijk kwetsbare gebieden, net zoals VEN-gebieden, natuurgebieden,…. In het verslag van 27 augustus 2021 van de plenaire vergadering wordt vermeld op pagina 4: “[…] De opname kwam op vraag van agentschap Natuur en Bos omdat deze woningen zeer geïsoleerd gelegen zijn. […]”

        De overeenstemming en afwijking met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Brakel wordt gemotiveerd op pagina 108 van de toelichtingsnota.

        De motivering kan worden gelezen in de verslagen plenaire vergadering van 2 december 2019 en 27 augustus 2021. Verder wordt verwezen naar het voormeld advies van de deputatie van 20 juli 2023: “[…]

        Ter gelegenheid van de 2 plenaire vergaderingen over het voorontwerp RUP werd wel vanuit de provincie een ongunstig advies uitgebracht voor de opname van de bestemmingscategorie art. 6 ‘woningen gelegen in VEN’ (23 woningen). Er werd in de adviezen aangegeven dat het in deze categorie gaat om woningen gelegen in VEN, vaak op geïsoleerde locaties, en in de meeste gevallen ook in habitatrichtlijngebied, ook vaak gelegen in gebieden die als natuuraandachtszones aangeduid zijn in het PRS, dat een groot deel van deze woningen bovendien ook gelegen zijn in een zone met zeer hoge gevoeligheid voor grondverschuivingen, en dat bijgevolg vanuit ruimtelijk oogpunt niet akkoord kon gegaan worden met de opname van deze categorie in het RUP. In het voorlopig vastgesteld ontwerp RUP ‘Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied’ is rekening gehouden met dit standpunt, en is de volledige bestemmingscategorie art. 6 ‘woningen gelegen in VEN’ uitgesloten uit het RUP. […]”

        Op heden voorziet de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) mogelijkheden voor gebouwen binnen een ruimtelijk kwetsbaar gebied, overeenkomstig artikels 4.2.4., 4.4.12., 4.4.21. en 4.4.22., mits het respecteren van enkele voorwaarden. Er kan worden verbouwd, inclusief isoleren aan de buitenzijde van een woning; de creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is toegelaten; er zijn herstelwerken mogelijk na vernietiging of beschadiging door een vreemde oorzaak. Ook onder het vrijstellingenbesluit zijn er mogelijkheden.    

        Bezwaar Milieufront Omer Wattez – 4 augustus 2023 - wordt als volgt samengevat:

        Met het voorliggend RUP wordt de hoofdfunctie gewijzigd. De facto wijzigt de groene bestemming (natuur) naar een rode bestemming (wonen). Gezien de hoofdbestemming wijzigt is het aangewezen om te weten hoeveel oppervlakte er precies valt onder iedere bestemmingscategorie (ruimtebalans/ruimteboekhouding). Er is geen rekening gehouden met het standstill-beginsel van het Natuurdecreet: “[…]

        De Vlaamse regering neemt alle nodige maatregelen ter aanvulling van de bestaande regelgeving om over het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest de milieukwaliteit te vrijwaren die vereist is voor het behoud van de natuur en om het standstill-beginsel toe te passen zowel wat betreft de kwaliteit als de kwantiteit van de natuur. […]”

        Men laat de woningen in artikel 5 uitbreiden tot 750 m³ en die van de artikelen 1 t.e.m. 4 uitbreiden tot max. 1.000 m³. Een redelijke oplossing zou zijn dat de woningen in de categorieën 1 t.e.m. 3 mogen uitbreiden tot max. 750 m³; deze in categorie 4 tot max. 650 m³ en deze in categorie 5 tot max. 550 m³.  

        De overdruk met artikel 5 op de woningen langsheen Terkleppe en Terbeken is problematisch doordat die zo verspreid liggen, zorgt dit voor een grote versnippering van de kern die als natuur bestemd is. De woningen langsheen Terkleppe opnemen in dit RUP is des te problematischer omdat die ook nog eens vlak naast de overstromingsgevoelige Molenbeek liggen. Zo handelt men ook nog eens in strijd met de doelstellingen van het Waterwetboek, o.a. met de volgende: “[…] het voorkomen van de verdere achteruitgang van aquatische ecosystemen, van rechtstreeks van waterlichamen afhankelijke terrestrische ecosystemen en van waterrijke gebieden, onder meer door: a) het zoveel mogelijk behouden en herstellen van de natuurlijke werking van watersystemen; b) het ongedaan maken of het beperken van het schadelijk effect van versnippering die is ontstaan door niet-natuurlijke elementen in en langs oppervlaktewaterlichamen. “[…] Dit zijn doorslaggevende argumenten om die specifieke woningen langs beider straten uit te sluiten uit dit RUP.

        Door ook ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan aan woningen in de Nieuwstraat en de Bijstierstraat versmalt men de al smalle als natuur bestemde kern nog meer. Om een voldoende brede natuurkern te behouden is schrapping van die woningen uit het RUP eveneens aangewezen.

        Ook door de woningen ten zuiden van Rovorst (Kuipersweg, Ijskelderweg, Broekweg) op te nemen creëert men de versnippering van de blok natuurgebied. Ook voor deze woningen is het meer dan aangewezen om ze te schrappen uit het RUP.

        De woningen gelegen binnen de Europese habitatgebieden zouden op eenzelfde niveau dienen behandeld te worden als de gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). De categorisering wordt niet consequent toegepast. Het betreft de woningen gelegen: Kroonstraat 39, 41 en 43 binnen een VEN-gebied; Boekendries en Nieuwstraat binnen een natuurverwevingsgebied en gekarteerd als biologisch zeer waardevol; Oude Blekerijstraat op de overgang van een prioritair gebied en overstromingsgevoelig gebied; Oudenaardsestraat en Teirlinckstraat binnen prioritair gebied en overstromingsgevoelig gebied; Fayte 96, Stechelmansdries 2, Boterhoek 65, Evensveldstraat 16, Roensveldstraat 5 en Terkleppe 4 binnen een prioritair gebied. Door de vele woningen in de eerste categorie te plaatsen miskent het uitgangspunt van de ruimtelijk kwetsbare gebieden. Bij de keuze werd niet gekeken naar de kwetsbaarheid van de planologische functie in kwestie maar geeft men een veel te groot gewicht aan de nederzettingsstructuur.

        In voorliggend RUP sluit men ten onrechte de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden uit.

        Advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke van 27 september 2023

        Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) Brakel werd goedgekeurd door de deputatie op 25 mei 2011. Het is een beleidsdocument dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur op lange termijn. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen. Het richtinggevend gedeelte van een ruimtelijk structuurplan is het deel van het ruimtelijk structuurplan waarvan een overheid bij het nemen van beslissingen niet mag afwijken, tenzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. Het voorliggend RUP is in overeenstemming met het richtinggevend gedeelte in die mate dat een beleid voor zonevreemde woningen werd ingeschreven (5.2.3.5, pagina 32 en volgende – richtinggevend gedeelte GRS Brakel). 

        De reikwijdte van het RUP betreft de bestaande woningen en bijhorende huiskavels van de zonevreemde woningen (1.7, pagina 11 – toelichtingsnota RUP). Dergelijke gronden worden thans aanzien als “bestaand ruimtebeslag” aangezien deze niet in gebruik zijn voor landbouw, bos of natuur. Er worden immers geen nieuwe percelen aangesneden. Ter verduidelijking wordt verwezen naar een antwoord van Vlaams Minister van justitie en handhaving, omgeving, energie en toerisme (https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1926984): “[…]

        Bebouwde kadastrale percelen zijn een deelverzameling van het ruimtebeslag. Het is echter niet zo dat het als het aantal bebouwde percelen stijgt, het ruimtebeslag per definitie stijgt, laat staan nog meer stijgt. Ik verduidelijk: ruimtebeslag bestaat uit zowel bebouwde percelen, maar ook sommige onbebouwde percelen zoals bijvoorbeeld tuinen, parkings, verharde oppervlakten die niet bebouwd zijn (vb. wegenis, opslag in open lucht, sportvelden, speelpleinen,…), parken, enz. Deze kunnen bebouwd worden, zonder dat bijgevolg het ruimtebeslag als geheel toeneemt. […]”

        Het voorliggend RUP werkt enkel met overdrukken. Er wordt geen bestemming gegeven. Methodiek voor overdrukken (https://codex.vlaanderen.be/PrintDocument.ashx?id=1016939&geannoteerd=false): “[…]

        Het stedenbouwkundig voorschrift over de overdruk bevat tevens het verband met de grondkleur. Artikel 201 van het decreet bepaalt: « De voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen vervangen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van de plannen van aanleg, tenzij het ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt. » In het stedenbouwkundig voorschrift voor een overdruk wordt opgenomen dat de in grondkleur aangegeven bestemming van de bestaande verordenende plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen of het onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan van toepassing zijn. In sommige gevallen brengt het nieuwe RUP dus enkel een overdruk aan boven een bestaande gewestplanbestemming of RUP-bestemming, in andere gevallen wordt met het RUP tegelijk een bestemming (grondkleur) en een overdruk aangeduid. […]” De stedenbouwkundige voorschriften bepalen, vb.: “Art. 1 woning aansluitend op…”; “Gebiedscategorie: Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur”. Er wordt voorgesteld om de stedenbouwkundige voorschriften als volgt aan te passen: het woordje “Overdruk” toe te voegen bij de artikelen 1 tot en met 6 én de zin “Op het grafisch plan wordt een overdruk aangeduid, die bijkomende stedenbouwkundige voorschriften voorziet, bovenop de bestemming van het gewestplan” toe te voegen.

        De ruimtebalans/ruimteboekhouding wijzigt niet gezien de bestemming “natuur” wordt behouden. Zoals hierboven gemotiveerd betreft het bestaande woningen en bijhorende huiskavels van de zonevreemde woningen. Bijgevolg is het RUP niet in strijd met het Natuurdecreet. Het RUP heeft geen invloed op de instandhouding van de natuur en natuurelementen, zoals habitats, holle wegen, houtkanten, poelen, waterrijke gebieden, heiden en historisch permanent grasland. Het standstill-beginsel wordt gerespecteerd. In de stedenbouwkundige voorschriften worden maatregelen genomen inzake beplantingen, buffers, verdroging, zuivering, bodem,….

        Voor de verschuiving van panden naar een andere categorie wordt verwezen naar de bespreking van het advies departement Omgeving, deputatie en het bezwaar Categorie 6. Er wordt bijgevolg tegemoet gekomen aan het bezwaar.

        Voor de te grote uitbreidingsmogelijkheden wordt verwezen naar de bespreking van het advies van 11 augustus 2021 van de Intergecoro Brakel-Horebeke.

        Er werd rekening gehouden met de geactualiseerde overstromingsgevaarkaarten, en de omzendbrief OMG/2022/1, in werking getreden op 1 januari 2023. Zie scopingsnota pagina 116-122. Er wordt niet langer een onderscheid gemaakt tussen effectieve en mogelijke overstromingsgevoelige gebieden. Bijgevolg is rekening gehouden met een eerder bezwaar.

        De eerdere opmerkingen worden uitgebreid besproken in de procesnota pagina 14 – 19. Sommige opmerkingen zijn gedateerd.

         

        Het bezwaar wordt (gedeeltelijk) ingewilligd in de volgende mate:

        Voor het onderdeel conflicterende bestemmingen dienen de stedenbouwkundige voorschriften te worden aangepast. Er wordt voorgesteld om de stedenbouwkundige voorschriften als volgt aan te passen: het woordje “Overdruk” toe te voegen bij de artikelen 1 tot en met 6 én de zin “Op het grafisch plan wordt een overdruk aangeduid, die bijkomende stedenbouwkundige voorschriften voorziet, bovenop de bestemming van het gewestplan” toe te voegen. Voor het onderdeel categorisering en te grote uitbreidingsmogelijkheden zie bespreking advies Intergecoro Brakel-Horebeke van 11 augustus 2021 en bezwaar categorie 6. 

        Het bezwaar wordt verworpen: 

        Voor het onderdeel ruimtebelans/ruimteboekhouding, ontbrekende natuurcompensatie, versnippering neemt toe, eerdere opmerkingen bij de startnota.

        Standpunt college van burgemeester en schepenen:

        Geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:  

        Voor het onderdeel ruimtebelans/ruimteboekhouding, ontbrekende natuurcompensatie, versnippering neemt toe, eerdere opmerkingen bij de startnota. Zie eerder bovenvermelde ingenomen standpunten van het college van burgemeester en schepenen. Bijkomend wordt gemotiveerd dat uit het advies van het departement Omgeving ook duidelijk blijkt dat het gaat over een overdruk: “[…] Het RUP werkt met overdrukken over het bestaande gewestplan wat inhoudt dat geen bestemmingswijzigingen worden voorzien ten opzichte van de bestaande planologische toestand. […]”

        Gedeeltelijk geen wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies gedeeltelijk niet te volgen:

        Zie eerder bovenvermelde ingenomen standpunten van het college van burgemeester en schepenen betreffende de categorisering en de uitbreidingsmogelijkheden. Vijftien (15) woningen werden gewijzigd naar categorie 5 omwille van de gevoeligheid voor grondverschuivingen en watergevoeligheid. De uitbreidingsmogelijkheden binnen categorie 5 zijn beperkter dan voorzien in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

        Wijzigingen aan te brengen voor dit onderdeel en het advies te volgen:

        Voor het onderdeel conflicterende bestemmingen dienen de stedenbouwkundige voorschriften te worden aangepast. Er wordt voorgesteld om de stedenbouwkundige voorschriften als volgt aan te passen: het woordje “Overdruk” toe te voegen bij de artikelen 1 tot en met 6 én de zin “Op het grafisch plan wordt een overdruk aangeduid, die bijkomende stedenbouwkundige voorschriften voorziet, bovenop de bestemming van het gewestplan” toe te voegen.

        Samengevat:

        Voor onderstaande onderdelen geen wijzigingen aan te brengen – zoals hierboven gemotiveerd als standpunt college van burgemeester en schepenen - omdat er voldoende effecten/maatregelen werden onderzocht/genomen binnen de scopings-/toelichtingsnota, screening en stedenbouwkundige voorschriften van het voorliggende RUP:

        Rekening houden met het provinciaal beleidsplan - (cfr. opmerking van 9 juni 2023 departement Omgeving); Bijstellen evaluatie schadelijke effecten op het watersysteem - (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving); Screening op de hoofdzakelijk vergunde toestand (volumes, functies, gabarit,…) – (cfr. opmerking 11 augustus 2021 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebek, 9 juni 2023 departement Omgeving en bezwaar categorie 6); Screening bestaande toestand om de cultuurhistorische waarde te bepalen (beeldmateriaal, volumevermelding,…) – (cfr. opmerking 11 augustus 2021 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke en bezwaar categorie 6); Het in kaart brengen van het Landschapspark Vlaamse Ardennen (cfr. opmerking 11 augustus 2021 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke en bezwaar categorie 6); Er dient een kapstok te zijn voor het begrip “geïsoleerde ligging”, vb. voldoende uitgeruste weg en gebouwengroep – (cfr. opmerking bezwaar categorie 6 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); Opnemen woningen categorie 6 – (cfr. opmerking bezwaar categorie 6); Opmerking over de categorisering – (cfr. opmerking bezwaar categorie 6 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); De basisprincipes waarop de uitbreidingsmogelijkheden zijn gestoeld, zijn enkel juridisch en niet landschappelijk – (cfr. opmerking 11 augustus 2021 en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke en bezwaar Omer Wattez);       

        Voor onderstaande onderdelen wijzigingen aan te brengen – zoals hierboven gemotiveerd als standpunt college van burgemeester en schepenen – door aanpassing grafische plannen, stedenbouwkundige voorschriften en scopings-/toelichtingsnota van het voorliggende RUP:

        Aanvullen op de relatie met de AGNAS (ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen) – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); Aanpassen met betrekking tot de afgeleverde vergunning Draaikonk 12 – (cfr. opmerking bezwaar Draaikonk 12 en  27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); Omwille van de watergevoeligheid bijstellen naar een categorie 5: Oude Blekerijstraat 20, 23, 25, 27 en 35 én Evensveldstraat 16 – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 20 juli 2023 deputatie); Omwille van de ligging (grens natuurgebied met landschappelijk waardevol agrarisch gebied) bijstellen naar categorie 5: Boterhoek 65 – (cfr. opmerking 20 juli 2023 deputatie); Omwille van de gevoeligheid voor grondverschuivingen bijstellen naar categorie 5: Boterhoek 59, Kleine Gastenhoek 5, Leberg 14, Bijstierstraat 1, 2, 3, 4 én Miegelweg 1 – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 20 juli 2023 deputatie); Het verordenend stedenbouwkundig voorschrift in artikel 4 en 5 te schrappen wanneer het gaat om het herbouwen van een ruimtelijk kwetsbaar gebied naar een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); De verordenende stedenbouwkundige voorschriften te screenen op hun juridisch-technische haalbaarheid algemeen (vb. zorgwonen is niet gespecifieerd, bijkomende documenten als “informatief” stuk te vragen, ….) – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); Een verordenend en toelichtend voorschrift op te nemen waarbij moet worden aangetoond dat een IBA is geplaatst – (cfr. opmerking 9 juni 2023 departement Omgeving en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke); Een woordje “overdruk” toe te voegen bij de titel en de zin “op het grafisch plan wordt een overdruk aangeduid, die bijkomende stedenbouwkundige voorschriften voorziet, bovenop de bestemming van het gewestplan” – (cfr. opmerking bezwaar Omer Wattez en 27 september 2023 Intergecoro Brakel-Horebeke).    

             

        De dienst MER heeft op 3 april 2023 beslist dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het voorliggende RUP. Bijkomend werd gesteld dat als het plan wijzigt na het openbaar onderzoek er dient te worden nagegaan of het uitgevoerde onderzoek tot milieueffectrapportage nog geldig is voor het gewijzigde plan. De scopings-/toelichtingsnota, grafische plannen en stedenbouwkundige voorschriften werden beperkt aangepast. Er werden geen bijkomende woningen opgenomen. Bijkomende motiveringen werden toegevoegd. Een vijftien (15) -tal woningen werden naar beneden bijgesteld, namelijk categorie 5. De mogelijkheden binnen categorie 5 zijn beperkter. De stedenbouwkundige voorschriften werden niet in die mate aangepast dat er ruimere mogelijkheden zijn. Categorie 6 blijft eveneens uitgesloten uit het voormelde RUP. De eerder beschreven effecten worden niet verzwaard door de voormelde aanpassingen. Er kan worden besloten dat het uitgevoerde onderzoek tot milieueffectrapportage nog geldig is voor het gewijzigde plan. Pagina 134 van de scopingsnota vermeldt dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgemaakt.     

        Het college van burgemeester en schepenen heeft op 3 januari 2024 kennisgenomen van het RUP “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” na aanpassing opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek. Er wordt een infovergadering georganiseerd op 19 januari 2024 voor de eigenaars/bewoners, leden van de Intergecoro Brakel-Horebeke en gemeenteraadsleden.

        De gemeenteraad sluit zich aan bij het standpunt van 30 oktober 2023 van het college van burgemeester en schepenen. 

         

         

        Besluit

        Artikel 1. Het advies van 27 september 2023 van Intergecoro Brakel-Horebeke gedeeltelijk te volgen zoals gemotiveerd door het college van burgemeester en schepenen op 30 oktober 2023.

        Artikel 2. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met de effectbeoordelingsgronden definitief vast te stellen. Het RUP-dossier zoals gevoegd in bijlage bij dit gemeenteraadsbesluit omvat volgende documenten:

        - 00_01_RUP_45059_214_00005_00001_GP_DV (grafische plannen);

        - 00_02_RUP_45059_214_00005_00001_SV_DV (stedenbouwkundige voorschriften);

        - 00_03_RUP_45059_214_00005_00001_SP_DV (scopingsnota);

        - 00_04_20230403_Beslissing_MER6 (beslissing Team MER);

        - 00_05_RUP_4559_214_00005_00001_PN_DV_incl bijlagen (procesnota);

        - 00_06_RUP_4559_214_00005_00001_TN_DV_incl bijlagen (toelichtingsnota);

        - 00_07_RUP_45059_214_00005_00001_TNK_DV (toelichtingsnota kaartenbundel);

        Artikel 3. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied” samen met de effectbeoordelingsgronden, het gemeenteraadsbesluit van de definitieve vaststelling, het volledige advies van de Intergecoro Brakel-Horebeke via beveiligde zending bezorgen aan het departement Omgeving en de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.  

        Bijlagen

        - 00_01_RUP_45059_214_00005_00001_GP_DV (grafische plannen);

        - 00_02_RUP_45059_214_00005_00001_SV_DV (stedenbouwkundige voorschriften);

        - 00_03_RUP_45059_214_00005_00001_SP_DV (scopingsnota);

        - 00_04_20230403_Beslissing_MER6 (beslissing Team MER);

        - 00_05_RUP_4559_214_00005_00001_PN_DV_incl bijlagen (procesnota);

        - 00_06_RUP_4559_214_00005_00001_TN_DV_incl bijlagen (toelichtingsnota);

        - 00_07_RUP_45059_214_00005_00001_TNK_DV (toelichtingsnota kaartenbundel);

        - 01_20191202_Verslag_PV1_met_adviezen;

        - 02_20210827_Verslag_PV2_met_adviezen;

        - 03_20230927_Advies Intergecoro Brakel-Horebeke;

        - 04_20230424_GR_Voorlopige vaststelling;

        - 05_20230424_Bewijzen openbaar onderzoek;

    • Openbare Werken

      • Samenwerkingsverbanden. FARYS. Hemelwater- en droogteplan.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Samenwerkingsverbanden. FARYS. Gemeentelijk hemelwater- en droogteplan (HWDP). Finale versie (november 2023).

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

        De beslissing van de gemeenteraad d.d. 25 april 2005 houdende de toetreding tot de zuiveringsdivisie van de TMWV-AquaRio en dit vanaf 01 mei 2005.

        Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (waterwetboek), vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet bevat ook de omzetting van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn.

        De Blue Deal : een plan van de Vlaamse regering in de strijd tegen waterschaarste en droogte met tal van concrete acties en projecten en grote investeringen om droogte en waterschaarste structureel aan te pakken.

        Feiten, context en argumentatie

        De voorbije jaren kende ons klimaat extremen met afwisseling van lange droge periodes en momenten van intense overvloedige neerslag.
        Daarbij is het inzicht gegroeid dat we met meer zorg moeten omgaan met hemelwater.

        Met een hemelwater- en droogteplan (HWDP) wordt een integrale visie over de (hemel) waterhuishouding van een gemeente beoogd.

        De Blue Deal, het plan van de Vlaamse regering in de strijd tegen waterschaarste en droogte, stelt bovendien dat een gemeente vanaf 2024 enkel nog toegang heeft tot water-gerelateerde subsidies als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan.

        FARYS heeft een aanpak uitgewerkt om voor de gemeente tijdig een hemelwater- en droogteplan te laten opmaken volgens de bepalingen van de blauwdruk, zoals goedgekeurd door de CIW (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid).

        Via de opmaak van een HWDP wordt er vorm gegeven aan een integrale, gedragen en gebiedsdekkende visie op het hele watersysteem in de gemeente, met als belangrijkste doel om in samenspraak met de betrokken stakeholders het watersysteem weerbaar te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering en zo bij te dragen aan een leefbare en klimaatrobuuste omgeving.

        In zitting van 24 januari 2022 gaf het college opdracht gaan de gemeentelijke rioolbeheerder FARYS voor de opmaak van een gemeentelijk HWDP - Hemelwater en Droogteplan - cfr de bepalingen van de blauwdruk, zoals goedgekeurd door de CIW (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid). FARYS stelde studiebureau HYDRSCAN aan om het HWDP voor Brakel op te maken.

        De uitgave voor de opmaak het HWDP wordt ten laste gelegd van de gemeentelijke AquaRio-enveloppe.

        Kennisname van de finale versie (november 2023) van het gemeentelijk hemelwater- en droogteplan (HWDP) opgemaakt door FARYS.

        Voorstel van het college om de finale versie goed te keuren.

        Besluit

        Enig artikel : De gemeenteraad keurt het gemeentelijk hemelwater- en droogteplan (HWDP) goed.

      • Diverse wegenwerken 2024. Lastvoorwaarden en gunningswijze.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden
        Regelgeving en bevoegdheid

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de opdracht “Diverse wegenwerken 2024” werd een bestek met nr. 2023/064 opgesteld door Gemeente Brakel.

        De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 253.220,00 excl. btw of € 306.396,20 incl. 21% btw.

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

        Besluit

        Art.1 : Het bestek met nr. 2023/064 en de raming voor de opdracht “Diverse wegenwerken 2024”, opgesteld door Gemeente Brakel worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 253.220,00 excl. btw of € 306.396,20 incl. 21% btw.

        Art.2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

        Art.3 : De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Art.4 : Afschrift van onderhavige beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur en aan de financiële dienst van onze gemeente.

      • Technische dienst. Aankoop dumper voor tractor. Lastvoorwaarden en gunningswijze.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden
        Regelgeving en bevoegdheid

        De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

        De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).

        Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

        Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

        De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de opdracht “Technische dienst. Aankoop dumper voor tractor.” werd een bestek met nr. 2023/081 opgesteld door Gemeente Brakel.

        De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 22.000,00 excl. btw of € 26.620,00 incl. 21% btw.

        Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Besluit

        Art.1 : Het bestek met nr. 2023/081 en de raming voor de opdracht “Technische dienst. Aankoop dumper voor tractor.”, opgesteld door Gemeente Brakel worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 22.000,00 excl. btw of € 26.620,00 incl. 21% btw.

        Art.2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        Art.3 : Afschrift van onderhavige beslissing wordt overgemaakt aan de financieel directeur en aan de financiële dienst van onze gemeente.

    • Mobiliteit

      • Algemeen aanvullend verkeersreglement.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Het opmaken van een (één) aanvullend verkeersreglement voor de gemeente Brakel.

        Regelgeving en bevoegdheid

        De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119.

        Decreet Lokaal Bestuur, artikel 42, 2°

        Decreet 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens, artikel 4, §1, lid 2 en artikel 5, §1, lid 23.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.

        Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende  algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        Ministerieel besluit waarbij van 11 oktober 1976 waarbij de de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

        Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

        Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

        Feiten, context en argumentatie

        Teneinde een maximale transparantie te bereiken, is een nieuw ontwerp van algemeen aanvullend verkeersreglement opgesteld. 

        Hierin zijn nieuwe bepalingen onder de titel "parkeren" met bindend karakter opgenomen.

        Het college stelt voor het ontwerp van reglement goed te keuren.

        Besluit

        ALGEMEEN AANVULLEND VERKEERSREGLEMENT

        TITEL 1 - PARKEREN

        Hoofdstuk 1 - Parkeren gemeentewegen

        Artikel 1: Gemeentewegen

        §1 . BEURTELINGS PARKEREN : halfmaandelijks

        1° Twaalfbunderstraat vanaf de Valkenbergstraat tot huisnr 76;
        2° Sint-Martensstraat : gezien vanuit de richting kerk naar Vloesberg:

        a) rechts, vanaf huisnr 16 tot aan huisnr 36 en vanaf huisnr 40 tot aan huisnr 54;
        b) links, vanaf de aansluiting met de Zure Veldwegel tot aan de eigendom van huisnr 31 en vanaf huisnr 37 tot 15m vòòr de bushalte;

        3° Dr. De Drijverestraat
        4° Tenbossestraat
        5° Spoorwegstraat vanaf huisnummer 41 tot huisnummer 65

        §2 VERBODEN PARKEREN : Voor elke voertuig

        1° Opbrakelsestraat langs beide zijden over een afstand van 65m vanaf woning nr 1 richting deelgemeente Opbrakel langs beide zijden;
        2° Meerbeekstraat ter hoogte van huisnrs 30 tot 44, en 41;
        3° Tamelbroekstraat vanaf de Nestor De Beckstraat over een afstand van 15m;

        4° Groenstraat vanaf en langsheen huisnr 20 tot aan huisnr 30;
        5° Nestor De Beckstraat tussen Lessensestraat en Tamelbroekstraat langs beide zijden;
        6° Lessensestraat over een afstand van 40m vanaf de Nestor De Beckstraat langs beide zijden;
        7° Sint-Martensstraat

        a) tussen huisnr 36 en 40 langsheen beide zijden van de weg;
        b) vanaf huisnr 7 tot huisnr 9 links in de richting Vloesberg

        8° Stationsstraat:

        a) tussen huisnrs 71 en 81 op werkdagen tussen 8u en 17u30;
        b) vanaf de Hoogstraat langs de onpare huisnrs over een afstand van 16

        9° Hollebeekstraat langs de huisnrs 1 en 3;
        10° Serpentestraat vanaf kruispunt Wielendaalstraat langs zijkant huisnr Wielendaalstraat 30 over een afstand van 15m
        11° Sint-Sebastiaanplein ter hoogte van huisnr 4
        12° Teirlinckstraat tussen huisnr 11 en 17
        13° Suttermeers op het einde langsheen het voetpad loodrecht op de straat
        14° Tenbossestraat : thv huisnrs 19 en 21, en 7 m vanaf huisnr 19 richting Dr. De Dryverestraat
        15° Kulkadetstraat op het verharde stuk openbaar domein buiten de rijbaan naast huisnr 6
        16° Hul over een afstand van 80m. vanaf de Rovorst langs beide zijden;
        17° Kraaiestee ter hoogte van huisnummer 10 over een afstand van 30;
        18° Nieuwstraat langsheen huisnrs 67 en 69;
        19° Sint-Franciscusstraat rechts vanaf de Holenbroek tot aan en in de richting van de Opbrakelsestraat;
        20° Industrielaan, gezien vanaf Geraardsbergsestraat :

        a) links vanaf huisnummer 1 tot voorbij huisnummer 25 (pijpekop)
            links vanaf huisnummer 54 tot huisnummer 58
            links vanaf huisnummer 42 tot huisnummer 48 (pijpekop)

        b) rechts vanaf Geraardsbergsestraat vanaf huisnummer 4 tot huisnummer 8
            1e zijweg over de volledige rechterzijde
        rechts na 1e zijweg over een lengte van 25m    

        21° Baneike:  thv huisnr 29 over een lengte van 17 meter;
        22° Parking Tirse: Er wordt elke zondag van 7u tot 14u verboden parkeren en doorgang ingevoerd op de derde rij van parking Tirse. De maatregel wordt aangeduid met het bord E3 met onderbord “zondag van 7u tot 14u”

        §3 STILSTAAN EN PARKEREN VERBODEN

        1° Everbeekplaats: tussen de achterzijde van de kerk en het vakantiehuis over een afstand van 25 meter langsheen beide zijden van de weg, alsmede rechts in de rijrichting van de kerk vanaf de Lessensestraat tot een 10-tal meter voorbij het daar aangelegd zebrapad.

        2° inrit recreatiedomein De Rijdt via parking Abeelpad (toegang verlenen voor brandweer)

        §4  VOORBEHOUDEN PARKEERPLAATSEN

        1° Andersvaliden

        a) Deelgemeente Nederbrakel

        1) Markplein : parkeerplaatsen ter hoogte van woningen nr 2, 10 (parkeerplaats het dichts bij de bibliotheek), 12;
        2) parking Tirse : gezien vanuit de richting van het Marktplein
        * de laatste twee parkeerplaatsen van de parkeerstroken gelegen langs de service flats,
        * de eerste twee parkeerplaatsen op de derde rij van de parking,;
        3) Vierschaar :
        * de eerste twee parkeerplaatsen vanaf kruispunt met de Neerstraat,
        * de eerste twee parkeerplaatsen van de vierde rij op de parking,
        * de tweede parkeerplaats linkerzijde gezien vanaf ingang gebouw nummer 21,
        * 2 parkeerplaatsen rechts achteraan gezien vanaf ingang gebouw nummer 21,
        * 1 parkeerplaats op de rijweg t.h.v. huisnummer 25
        4) Neerstraat : eerste parkeerplaats links vanaf uitrit Marktplein richting Brusselsestraat
        5) Stationsplein : eerste twee parkeerplaatsen op de 3de parkeerzone
        6) Dam : 1ste parkeerplaats rechts gezien vanaf Meerbeekstraat;
        7) parking sporthal : eerste twee parkeerplaatsen links naast ingang sporthal
        8) Hoogstraat : parkeerplaats ter hoogte van woning nr 3
        9) Meerbeekstraat : parkeerplaats rechtover woning nr 52
        10) Kerkhofstraat : parkeerplaats ter hoogte van woning nr 51
        11) Serpentestraat: parkeerplaats ter hoogte van woning nr 14
        12) Warande: parkeerplaats ter hoogte van woning nr 21
        13) verbindingsweg Tirse: parkeerplaats t.h.v. kinderdagverblijf Zwalmnestje
        14) Watermolenstraat: laatste parkeerplaats t.h.v. huisnummer 24
        15) Kruisstraat t.h.v. huisnummer 80

        b) Deelgemeente Parike

        1) Hollebeekstraat : eerste twee parkeerplaatsen rechts vanaf Steenweg;

        c) Deelgemeente Opbrakel

        1) Sint-Martensstraat :
        * laatste parkeerplaats op de parkeerstrook gelegen rechts vanaf de Ronsesestraat
        * parkeerplaats links van de ingang van de kerk;

        d) Deelgemeente Zegelsem

        1) Sint-Ursmarsstraat : parkeerplaats rechts ingang kerk
        2) Teirlinckstraat : parkeerplaats rechts en rechtover Buurthuis

        e) Deelgemeente Elst

        1) Sint-Apolloniaplein : eerste twee parkeerplaatsen rechts ingang kerk

        f) Deelgemeente Everbeek

        1) Everbeekplaats:

        * eerste twee parkeerplaatsen links ingang kerk,
        * laatste parkeerplaats van de parkeerstrook onmiddellijk rechts ingang kerk
        2) Muiterijstraat :
        * eerste links ingang kerk,
        * eerste parkeerplaats van laatste rij links ingang kerk

        g) Deelgemeente Michelbeke :

        1) Sint-Sebastiaanplein : eerste parkeerplaats naast de kerk,
        2) Guido Gezellestraat : parkeerplaats naast bushalte,
        3) Riedeplein : eerste twee parkeerplaatsen links vanaf Groenstraat
        4) Groenstraat: parkeerplaats t.h.v. huisnummer 39

        2° Bussen 

        a)Groenstraat over een afstand van 20m vanaf ingang en langs Stella Matutina tijdens de schooldagen:

        1) van 7u30 tot 9u van maandag tot vrijdag;
        2) van 16u tot 17 van maandag tot vrijdag uitgezonderd op woensdag
        3) van 11u45 tot 12u30 op woensdag

        3° Cerenomiewagens

        a) Everbeekplaats voor de ingang van de kerk over een afstand van 15m;
        b) Muiterij voor de ingang van de kerk over een afstand van 15m
        c) Marktplein thv van de deur links van de kerk

        4° Alle voertuigen

        a) Industrielaan gezien uit de richting van de Geraardsbergsestraat:

        1) rechts vanaf 30m voorbij de eerste zijweg rechts tot 15m voor de bocht naar rechts
        2) buiten de rijbaan gelegen gedeelte rechtover ingang gebouw nr 28

        b) Lepelstraat gezien uit de richting van G.Gezellestraat:

        1) rechts tussen huisnummer 2 en 16
        2) rechts tussen huisnummer 46 en 66

        5°  Personenwagens, auto’s dubbel gebruik en minibussen :

        a) Parking Tirse
        b) Everbeekplaats;
        c) Dam met inbegrip van parking
        d) Muiterij op de parking thv gemeentelijke kleuterschool
        e) Sint-Sebastiaanplein
        f) parking sporthal
        g) Vierschaar
        h) Sint-Pieterswijk
        i) Peperendaalwijk
        j) Hovendaal
        k) Ruiterij
        l) Nederstenkouter + Veldstraat
        m) Theo Brakelstraat
        n) Brusselsestraat thv woning nr 38
        o) Neerstraat langs beide zijden van huisnummer 3 tot en met huisnummer 13
        p) Serpentestraat, tussen Brugstraat en Theo Brakelstraat
        q) Edg. Tinelstraat
        r) Noordhoek
        s) uitgezonderd op woensdag tussen 5u en 14u,
        a. Marktplein
        b. Serpentestraat tussen Marktplein en Brugstraat
        c. Hoogstraat
        t) H. De Coenestraat
        u) Suttermeers
        v) Bovenhoek
        w) Toepzicht
        x) Manitobastraat

        6° Elektrische voertuigen : Oplaadplaatsen

        a) 2 parkeerplaatsen op de parking Vierschaar
        b) 2 parkeerplaatsen op de parking Tirse
        c) 2 parkeerplaatsen op de parking gemeentelijke sporthal
        d) 2 parkeerplaatsen op de parking St.-Apolloniaplein
        e) 2 parkeerplaatsen op de parking Muiterij
        f) 2 parkeerplaatsen op de parking in de Kerkhofstraat (t.h.v. het kerkhof)
        g) 2 parkeerplaatsen op de parking Everbeekplaats
        h) 2 parkeerplaatsen op Steenweg t.h.v. de kerk
        i) 2 parkeerplaatsen op Warande t.h.v. huisnummer 138
        j) 2 parkeerplaatsen op Warande t.h.v. huisnummer 20
        k) 2 parkeerplaatsen in de Dr. De Drijverestraat t.h.v. huisnummer 2
        l) 2 parkeerplaatsen in de Olifantstraat t.h.v. huisnummer 33
        m) 2 parkeerplaatsen in de St.-Martensstraat t.h.v. huisnummer 7
        n) 2 parkeerplaatsen in de St.-Martensstraat t.h.v. huisnummer 51
        o) 2 parkeerplaatsen in de St.-Pieterswijk t.h.v. huisnummer 61
        p) 2 parkeerplaatsen in de Kasteelstraat t.h.v. huisnummer 79
        q) 2 parkeerplaatsen in de Driehoekstraat t.h.v. huisnummer 108
        r) 2 parkeerplaatsen in de Watermolenstraat (parking t.h.v. huisnummer 22)
        s) 2 parkeerplaatsen op de parking van het voetbalplein Michelbeke
        t) 2 parkeerplaatsen in de G.Gezellestraat
        u) 2 parkeerplaatsen op het Riedeplein
        v) 2 parkeerplaatsen in de St.-Ursmarsstraat t.h.v. huisnummer 33
        w) 2 parkeerplaatsen op parking Dam

        7° Deelauto's:

        a) 2 parkeerplaatsen op de parking Stationsplein

         8° Mobilhomes:

        a) 3 parkeerplaatsen op de parking Dam (beperkte parkeerduur van 24u)

        §5 BEPERKTE PARKEERTIJD max 30 min

        1° Buiten blauwe zone

        a) Brusselsestraat thv woning nr 38

        2° Binnen blauwe zone

        a) Hoogstraat, met uitzondering van de parkeerplaats voor andersvaliden
        b) Neerstraat van huisnr 5 tot 13 en van 24 tot 34, met uitzondering van de parkeerplaats voor andersvaliden

        §6  ZONALE REGELING

        1° Blauwe zone

        a) Neerstraat
        b) Stationsstraat;
        b) Wielendaalstraat;
        d) Serpentestraat;
        e) Brugstraat;
        f) Markplein;
        g) Tirse langs beide zijden van de rijweg gelegen tussen gebouw bibliotheek en T.Brakelstraat;
        h) Kasteelstraat vanaf kruispunt Stationsstraat-Hoogstraat-Wielendaalstraat tot en met woning nummer 26;
        i)  Vierschaar vanaf Neerstraat tot parking;
        j) Beekstraat: op de parking gelegen langsheen het handelspand ter hoogte van het kruispunt Beekstraat-Brusselsestraat
        k) Lindeplein: parkeerstrook op het Lindeplein 

        §7 PARKEREN OP HET VOETPAD

        1° Wijnstraat gedeeltelijk langs de kant van de pare huisnummers

        §8 De in deze titel getroffen maatregelen worden als volgt gesignaleerd met

        §1. : verkeersborden E5 en E7 met de pijlen Type X a, b en d;
        §2.1 tot §2.7, §2.8b tot §2.14 : gele onderbroken lijn
        §2.15 : verkeersbord E1
        §2.7a, §2.16, §2.17, §2.18, §2.19, §2.20, §2.21 : verkeersbord E1 met onderborden Xa en Xb
        §3: borden E3
        §4.1 : borden E9A met onderbord Type VIId (symbool voor andersvaliden)
        §4.2 : verkeersborden E9d met onderborden aanduiding uren + Xa en Xb
        §4.3 : het verkeersbord E9a (waar nodig met pijlen Xa en Xb) met onderbord type IV “uitgezonderd cerenomiewagens”
        §4.4 : verkeersbord E9 met onderborden Xa en Xb
        §4.5.a tot 4.5.r : verkeersbord E9b
        §4.5.s : verkeersbord E9b met onderbord "uitgezonderd op woensdag van 5u en 14"
        §4.5.u tot 4.5.x: verkeersbord E9b
        §4.6 : verkeersbord E9a met pictogram of onderbord “elektrische voertuigen” + onderbord VIIb
        §4.7: verkeersbord E9a met pictogram of onderbord "deelwagen"
        §5 : onderbord max 30 min
        §6.1 : de verkeersboren begin en einde blauwe zon met afbeelding E9a en parkeerschijf
        §7 : de verkeersborden E9f
        §8 : de verkeersborden E9h met pictogram en met onderbord type VIIc 'max 24u' 

        Hoofdstuk 2 - Parkeren gewestwegen

        Artikel 2: Enkel parkeren toegelaten voor personenauto's, auto's dubbel gebruik, minibus

        a) In de Geraardsebergstraat wordt links gezien richting Rondplein, vanaf de Industrielaan over een afstand van 25m enkel parkeren toegelaten voor personenauto's, auto's dubbel gebruik, minibussen en motorfietsen. De maatregelen wordt gesignaleerd met het verkeersborden E9b.

        b) Geraardsbergsestraat tussen Rondplein en Industrielaan. De maatregelen wordt gesignaleerd met het verkeersborden E9e.

        TITEL 2 - VERBODSBORDEN

        Hoofdstuk 1 - Eenrichtingsverkeer

        Artikel 3:

        §1 Er wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd met uitzondering van het verkeer van fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs (welke in beide richtingen mogen) in volgende straten:

        1° In de Warande vanaf het kruispunt met de Eikkouterweg tot aan en in de richting van de Kruisstraat

        2° Tirse vanaf het Marktplein en in de richting van de parking Tirse

        3° In de Serpentestraat vanaf de Theo Brakelstraat tot aan en in de richting van het Marktplein

        4° In de Wielendaalstraat vanaf het kruispunt met de Kasteelstraat tot aan en in de richting van Tirse

        5° In de Stationsstraat vanaf het kruispunt met het Stationsplein in de richting van de Kasteelstraat

        6° In de Brugstraat vanaf de Serpentestraat en in de richting van de Wielendaalstraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C1 en F19 met onderbord M12 “uitgezonderd + symbolen fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs".

        §2 Er wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd met uitzondering van het verkeer van fietsers in volgende straten:

        1° In de Teirlinckstraat tussen de Oudenaardsestraat en de Sint-Ursmarsstraat

        2° In de Gauwstraat vanaf het kruispunt met de Neerstraat in de richting van ringweg N8c

        3° In de St-Pieterswijk rond de zwemkom in uurwijzersrichting

        4° In de Driestenbroekestraat vanaf huisnummer 8 tot 20 meter voor en in de richting van de Vunkstraat

        5° In de Schoolstraat vanaf huisnummer huisnummer 1 tot aan en in de richting van de Kunnenbergstraat

        6° In de Vierschaar vanaf huisnummer 23 tot aan en in de richting van de Gauwstraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden F19 met onderbord M4 en in tegenovergesteld richting C1 met onderbord M2.

        §3 Er wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd met uitzondering van het verkeer van fietsers, van voertuigen van geregelde openbare diensten en van voertuigen bestemd voor het ophalen van leerlingen in volgende straten:

        1° In de Watermolenstraat vanaf het kruispunt met de Neerstraat tot aan en in de richting van woning Watermolenstraat nr. 13

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden F17 waarin, in het rijvak waar de bussen en de fietsers worden toegelaten in de tegenstelde rijrichting, het symbool van een fiets en het woord "BUS". Ter hoogte van Watermolenstraat nr. 13 wordt een C1 met onderbord "uitgezonderd bus" en onderbord M2 (uitgezonderd fietsers) geplaatst. Aan de overzijde van woning Watermolenstraat nr. 13 wordt in de richting van de Beekstraat het bord A39 geplaatst. 

        §4 Er wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd in volgende straten:

        1° Op het kruispunt Hollebeekstraat / Matrouwstraat is het verboden links van de verkeersgeleider te rijden

        2° Op de parking Tirse in tegenwijzerszin komende vanuit de Theo Brakelstraat.

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C1 en D1d.

        3° Everbeekplaats in de richting van de Cordenuitstraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C1 en F19.

        Hoofdstuk 2 - Verboden doorgang

        Artikel 4

        §1 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder

        1° buurtweg n°33, Meersweg, vanaf de aansluiting met de weg n°11, Pullem, tot aan de afslag naar de enige woning in de Meersweg

        2° buurtweg n°28 te Everbeek, vanaf achter de woning n°7 in de Hayestraat richting Vloesberg tot aan de aansluiting met de voetweg n°37

        3° buurtweg n°37 te Everbeek, vanaf de aansluiting met buurtweg n° 172 en de grens met Vloesberg

        4° buurtweg n°172 te Everbeek, vanaf de Kroonstraat tot aan de Hayestraat

        5° buurtweg n°36 te Everbeek, tussen woning 11 Donkerstraat en Bergstraat

        6° voetweg n°85 vanaf de Pieter Hoelmanstraat tot aan de Meersweg

        Deze maatregel zal gesingaleerd worden met volgende verkeersborden C3

        §2 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder uitgezonderd plaatselijk verkeer in volgende straten:

        1° Buurtweg n°5 Brakelbos

        2° Burgweg

        3° Voetwegel n°27 te Michelbeke tussen Groenstraat en Burgweg

        4° Kammeland

        5° Mijnwerkerspad over een strook van 25m vanaf de Molenhoekstraat richting Brusselsestraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C3 aangevuld met onderbord met de vermelding "Uitgezonderd plaatselijk verkeer".

        §3 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder uitgezonderd fietsers in volgende straten:

        1° Torenpad

        2° H. De Coenestraat tussen Driehoekstraat en uiteinde H. Decoenestraat

        3° Sadonespad tussen Ronsesestraat en Sint-Martensstraat

        4° Vanaf het Stationsplein richting N8c

        5° Vanaf de N8c richting Tenbossestraat

        6° Voetweg n° 81 (tussen Toepweg en Toepkapelstraat)

        7° Voetweg n° 82 (tussen Toepweg en Kruisstraat)

        8° Voetweg n° 84 (deel Toepweg)

        9° Voetweg n° 86 (Zavelpad - tussen Kruisstraat, Warande en Tenbossestraat)

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C3 aangevuld met onderbord M2 (uitgezonderd fietsers).

        §4 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder uitgezonderd plaatselijk verkeer, fietsers, bromfietsers klasse A en speed pedelecs in volgende straten:

        1° Kouterstraat

        2° Oorloge

        3° Kuiterlos

        4° Koestraat

        5° Abeelpad

        6° Parkweg

        7° Baneike

        8° Loofweg

        9° Galgestraat en het gedeelte van de Faytestraat in het verlengde van de Galgestraat tot het T-kruispunt thv huisnr. 4

        10° Kiekenstraat

        11° Kapittel

        12° Hogezavel

        13° Berendries zijstraat thv huisnummer 32

        14° Molenkouterweg

        15° Matrouwstraat, gedeelte tussen Matrouwstraat n°19 en Steenweg 

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C3 met onderbord met de vermelding "Uitgezonderd plaatselijk verkeer" + onderbord M12

        §5 Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder uitgezonderd fietsers en ruiters in volgende straten:

        1° Mijnwerkerspad tussen Boembeke en Livierenstraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersbroden C3 met onderbord M2 en onderbord uitgezonderd ruiters

        §6 Verboden toegang voor ruiters in volgende straten:

        1° Voetweg nr 71 deel tussen Livierenstraat en Tenbergen

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C13.

        §7 Verboden toegang met uitzondering van landbouwvoertuigen in volgende straten:

        1° ruilverkavelingsweg tussen de Steenstraat en tot op 40m voor de aansluiting met de Twaalfunderstraat

        2° buurtweg n°60 te Everbeek, tussen buurtweg n°36 en Plankkouter

        3° buurtweg n°15 te Zegelsem, tussen buurtweg n°16 en Kleine Gastenhoek

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C3 met onderbord type IV “uitgezonderd landbouwersgebruik” alsook een voorsignalisatie C3 met onderbord type IV “uitgezonderd landbouwersgebruik en onderbord type Ia “350m” en “40m” voor de ruilverkavelingsweg.

        §8 Verboden toegang voor motorvoertuigen met uitzondering van voertuigen van begrafenisondernemers en gemeentediensten. Andere voertuigen mits toelating gemeentelijke overheid:

        1° Kerkhoven gemeente Brakel 

        2° Voor de begraafplaatsen van Nederbrakel en Opbrakel uitzondering voor personenauto's op woensdag van 13.00 uur tot 16.00 uur

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden C3 aangebracht met onderbord: ”Behalve voertuigen begrafenisondernemers en gemeentediensten. Andere voertuigen mits toelating gemeentelijke overheid”.

        Voor de begraafplaatsen van Nederbrakel en Opbrakel wordt op het onderbord bijkomend vermeld "personenauto's op woensdag 13.00u tot 16.00u.

        §9 Verboden toegang voor motorvoertuigen met uitzondering van voertuigen van "De Lijn":

        1° Stationsplein op de in- en afritten van en op het terrein van het busstation van "De Lijn"

        Hoofdstuk 3 - Verboden rechts inslaan 

        §1 Verboden rechts inslaan

        1° Kleistraat ter hoogte van het kruispunt met de Kleibergstraat

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met het verkeersbord C31b

        TITEL 3 - TONNAGEBEPERKING

        Artikel 5:

        §1 Er wordt een tonnagebeperking ingevoerd uitgezonderd laden en lossen, en bussen, voor voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is:

        1° 3,5 ton:

        a) Berendries

        b) Groenstraat

        c) Pontweg

        d) Strichtstraat

        e) Wijnstraat

        f) Zonale geldigheid 3,5 ton: Wielendaalstraat, Tirse, Serpentestraat, Brugstraat, Marktplein, Kasteelstraat, Hoogstraat, Neerstraat, Spoorwegstraat, St-Pieterswijk, Stationsstraat, Stationsplein, Gauwstraat, Brusselsestraat deel tussen Beekstraat en Neerstraat, en Watermolenstraat, deel tussen Beekstraat en Neerstraat

        2° 7,5 ton:

        a) Lessensestraat

        b) Klaaie

        c) Priem

        d) Brouwierstraat

        e) Molenstraat

        f) Kloosterstraat

        g) Gelategemstraat

        §2 De in deze titel getroffen maatregelen worden gesignaleerd met de verkeersborden : - C21 (3,5 ton of 7,5 ton) met onderbord uitgezonderd laden en lossen, en bussen - zonale geldigheid type C21 (3,5 ton), met opschrift uitgezonderd laden en lossen, en bussen.

        TITEL 4 - SNELHEIDSBEPERKINGEN

        Artikel 6:

        §1 Op volgende gemeentewegen wordt in beide rijrichtingen een snelheidsbeperking van 50km/u ingevoerd:

        1° bebouwde kommen

        2° Kleistraat (tussen Langakkerstraat en Riebeke) en Riebeke

        3° Berendries

        4° Hauwstraat

        5° Gelategemstraat

        6° Brakelbosstraat

        7° Leinstraat, vanaf het kruispunt met de Sint-Liebertusdreef tot aan de aansluiting met Tenbergen

        8° Priemstraat, vanaf 200m voor de aansluiting met de Plankkouter tot aan de bebouwde kom van Everbeek-Boven

        9° Nieuwstraat, vanaf 200 m vóór het rustoord "De Vlaamse Ardennen" tot aan de aansluiting met Taalman

        10° Valkenstraat, vanaf 100 m voor de aansluiting met de Schoolstraat tot aan de aansluiting met de Lozelandstraat

        11° Schoolstraat

        12° Kruisstraat, vanaf de Lierenhoek (Lierde) tot aan bebouwde kom van Nederbrakel

        13° Heyveld, tussen de Lierenhoek en Holderbeke (Lierde)

        14° Matrouwstraat, vanaf de Stratendries (Lierde) tot aan de bebouwde kom van Parike

        15° Hollebekestraat, vanaf de Boshoekstraat (Lierde) tot aan de bebouwde kom van Parike

        16° Boekelstraat

        17° Arme Kleie

        18° Heuvelgem

        19° Rekelberg

        20° Steenland

        21° Lessensestraat

        §2 Op volgende gewestwegen wordt een snelheidsbeperking van 50km/u ingevoerd:

        1° bebouwde kommen

        2° Langsheen de N8 vak Kleibergstraat, in beide richtingen, vanaf het einde van de bebouwde kom, klmpunt 43.500 tot aan de aansluiting met de Gentsestraat, klmpunt 45.150

        3° Langsheen de N462b vak Molenberg, Moriaanstraat, wordt in beide richtingen, vanaf klmpunt 1.000 tot aan het kruispunt met de Neerhofstraat, klmpunt 1.296 (begin bebouwde kom), een snelheidsbeperking van 50km/h ingevoerd

        4° Er wordt langsheen de N462 in de richting van Brakel, als aanloop, een snelheidsbeperking ingevoerd van 50 km/u vanaf 200m voor het variabel bord “begin 30 of 50km/u”, zijnde aan klmpunt 22.900

        5° Er wordt langsheen de N462b in de richting van Zottegem, als aanloop, een snelheidsbeperking ingevoerd van 50km/u vanaf 200m voor het variabel bord “begin 30 of 50km/u”, zijnde aan klmpunt 0.390

        6° Er wordt in de rijrichting Brakel, als aanloop, langsheen de N493, Steenweg een snelheidsbeperking ingevoerd van 50 km/u vanaf 200m voor het begin van het variabel bord Z30 zijnde aan klp 5.280

        §3 Volgende zone 30 worden ingevoerd:

        1° woonwijken:

        a) Sint-Pieterswijk

        b) Nederstenkouter en Veldstraat

        c) Suttermeers

        d) Vierschaar

        e) Ruiterij

        f) Hovendaal

        g) Peperendaalwijk

        h) Edgard Tinelstraat

        i) Noordhoek

        j) Bovenhoek

        k) Toepzicht

        l) Manitobastraat

        2° Schoolomgevingen / dorpscentrum:

        a) omgeving van de vrije kleuterschool in de Schoolstraat : vanaf de aansluiting met de Valkenstraat tot 50m voorbij de school

        b) omgeving van de vrije lagere school in de Sint-Franciscusstraat : vanaf woning nr. 2 tot aan woning nr. 10 en in de Holenbroek vanaf de aansluiting met de Sint-Franciscusstraat tot aan woning nr. 5

        c) omgeving van de gemeentelijke kleuterschool in de deelgemeente Everbeek waarin een deel van de Muiterij (vanaf woning nr 17 tot woning nr 62) en een deel van de Maandagstraat (vanaf kruispunt Muiterij tot en met woning nr 18)

        d) dorpscentrum Nederbrakel : Meerbeekstraat, Vijfdagwandweg, Dam, Wielendaalstraat, Lindeplein, Kerkhofstraat tussen Lindeplein en huisnummer 63, Theo Brakelstraat, Tirse met uitzondering gedeelte Tirse tussen parking en Marktplein, Brusselsestraat tussen Beekstraat en Neerstraat, Serpentestraat tussen Theo Brakelstraat en Brugstraat, Kasteelstraat, Neerstraat, Gauwstraat, Driehoekstraat, Papestraat, Watermolenstraat tussen Brusselsestraat en Beekstraat, Herman De Coenestraat Kouterstraat tussen Meerbeekstraat en huisnummer 17,  Spoorwegstraat, Stationsstraat, Stationsplein 

        e) omgeving van de vrije lagere school Lilare en de middelbare school Stella Matutina in de deelgemeente Michelbeke waarin de Groenstraat, Kammeland, Riedeplein, St-Sebastiaansplein, Guido Gezellestraat (bushalte), een deel van de Nieuwstraat (30m vanaf kruispunt met Meierij) en een deel van de Meierij (bushalte) (65m vanaf kruispunt met Nieuwstraat) 

        f) omgeving van de de vrije lagere school Lilare in de deelgemeente Elst ter hoogte van Terwalle waarin een deel van Terwalle (vanaf kruispunt Ommegangstraat tot en met woning nr 22) en deel Ommegangstraat (vanaf kruispunt Terwalle tot woning nr 6), St-Appoloniastraat (bushalte) (vanaf Ommengangstraat tot woning nr 1) en het St-Apolloniaplein (vanaf Sint-Apolloniastraat tot en met woning nr 5) 

        g) omgeving van de vrije lagere school in Lilare in de deelgemeente Michelbeke waarin een deel van de Teirlinckstraat en de St-Ursmarsstraat 

        h) omgeving van de kleuterschool gelegen langsheen de Schoolstraat, waarin een deel van de Schoolstraat wordt in opgenomen

        i) omgeving van de vrije lagere school Lilare in de deelgemeente Zegelsem waarin de Teirlinckstraat vanaf kruispunt Oudenaardesestraat tot woning nr 28 en deel Sint-Ursmarsstraat (vanaf kruipunt Teirlinckstraat tot woning nr 18) 

        j) omgeving van het buurthuis Cordenuit: Cordenuitstraat vanaf huisnummer 4 tot aan Everbeekplaats, Lessensestraat vanaf huisnummer 5 tot aan Everbeekplaats, Nestor Debeckstraat vanaf huisnummer 7 tot aan Everbeekplaats, Everbeekplaats, Reepstraat vanaf huisnummer 48 tot aan Everbeekplaats

        §4  Variabele zone 30km en 50 km/u

        1° rond de gemeenteschool van Parike gelegen langsheen de gewestweg N493, Steenweg, tussen klp 5.480 en klp 5.682 alsook in de gemeenteweg Rameiveld vanaf 50m voor de aansluiting met de Steenweg

        2° rond het St-Franciscusinstituut gelegen langsheen de gewestweg N462 en N462b, Kasteeldreef, tijdens de periode van aankomst en vertrek van kinderen door middel van een variabele signalisatie.

        Buiten de periode van aankomst en vertrek van kinderen wordt een zone 50km/u afgebakend door dezelfde variabele zonale signalisatie.

        Deze signalisatie is als volgt opgesteld:

        Voor de rijrichting Zottegem: begin variabel 30 of 50km/u aan N462b klp 0.190 en einde variabel 30 of 50km/u aan N462 klp 23.100

        Voor de rijrichting Brakel: begin variabel 30 of 50km/u aan N462 klp 23.100 en einde variabel 30 of 50km/u aan N462b klp 0.190.

        §5  De in deze titel getroffen maatregelen worden als volgt gesignaleerd met : - A en B : de borden C43 max.50km/u - C : de borden F4a (begin zone 30) waarbij verkeersbord A23 wordt toegevoegd en F4b (einde zone 30) - D : de variabele borden F4a (begin zone 30) waarbij het verkeersbord A23 wordt gevoegd en de variabele zonale signalisatie F4b (einde zone 30 of 50km/u).

        TITEL 5 AFBAKENING BEBOUWDE KOM

        Artikel 7 De bebouwde kom in de deelgemeenten van Brakel wordt afgebakend met de borden F1a en F3a en zullen aangebracht worden op de volgende plaatsen:

        §1 Parike:

        1° Gewestweg N493, vak Steenweg aan kilometerpaal 6.500, even voor de aansluiting met Fayte;
        2° Gewestweg N493, vak Steenweg aan kilometerpaal 5.465, even voor de gemeenteschool;
        3° Koestraat bij zijn aansluiting met de Steenweg tot aan huisnummer 14;
        4° Fayte bij zijn aansluiting met de Steenweg tot aan huisnummer 12;
        5° Hollebeekstraat aan woning nr 96 en verlengde Hollebeekstraat aan woning nr 77;
        6° Matrouwstraat vanaf de Hollebeekstraat tot even voorbij woning nr 30;
        7° Rameiveld 75m voorbij het domein van de gemeenteschool;

        §2 Nederbrakel:

        1° Gewestweg N8, vak Jaegerstraat, aan kilometerpaal 43.500, even voor de aansluiting met de Meerbeekstraat en Hayershoek;
        2° Gewestweg N493, vak Geraardsbergsestraat, aan kilometerpaal 7.900, even voorbij de aansluiting met de Termergelstraat;
        3° Gewestweg N462, vak Watermolenstraat en Moriaanstraat, aan kilometerpaal 1.296, even voorbij de aansluiting met de Neerhofstraat;
        4° Gewestweg N48, vak Ronsesestraat, aan kilometerpaal 0.682;
        5° Gewestweg N8, vak Brusselsestraat, aan kilometerpaal 41.000, even voor de Top-Bronnen;
        6° Haeyershoek aan de aansluiting met Riebeke;
        7° Leizemooie bij zijn aansluiting met de Jagerstraat;
        8° Kruisstraat aan woning nr.121;
        9° Stoktstraat even voorbij de aansluiting met de Hoevestraat;
        10° Vijverdal even voorbij het voetbalplein;
        11° Toepkapelstraat tot 50 meter voorbij de aansluiting met de Kruisstraat;
        12° Kouterstraat aan woning n°32;
        13° Kerkhofstraat aan woning n°87;
        14° Molenhoekstraat aan de aansluiting met de Oude Blekerijstraat;
        15° Wijnstraat aan de aansluiting met de gewestweg Geraardsbergsestraat;
        16° Driestenbroeke aan de aansluiting met Evensveldstraat;
        17° Meerbeekstraat
        18° Lindeplein
        19° Wielendaalstraat
        20° Driehoekstraat
        21° Nederstenkouter
        22° Veldstraat
        23° Papestraat
        24° Suttermeers
        25° Marktplein
        26° Serpentestraat
        27° Theo Brakelstraat
        28° Brugstraat
        29° Dam
        30° St-Pieterwijk
        31° Spoorwegstraat
        32° Vunkweg
        33° Roensveldstraat
        34° Stationsplein
        35° Stationsstraat
        36° Industrielaan
        37° Katsijnenhoek
        38° Tenbossestraat
        39° Warande
        40° Ekkouterweg
        41° Hoevestraat
        42° Dr. De Drijverestraat
        43° Wijmeersstraat
        44° Parkweg
        45° Voorpad
        46° Stegewerk
        47° H. De Coenestraat
        48° Vijverweg
        49° Hoge Zavel
        50° Olifantstraat
        51° Kasteelstraat
        52° Hoogstraat
        53° Neerstraat
        54° Beekstraat
        55° Gauwstraat
        56° Tirseparking
        57° Ekeveldstraat
        58° Brusselsestraat (gemeenteweg)
        59° Abeelpad zijn opgenomen binnen de bebouwde kom;

        §3 Elst:

        1° Lepelstraat vanaf de aansluiting met de Genstsestraat tot aan woning n° 67;
        2° Sint-Apolloniaplein, Sint-Apolloniastraat, Geutelingenstraat, Bassegem, Muizeveld, Keuzelweg en Noordhoek maken deel uit van de bebouwde kom;
        3° Ommegangstraat vanaf de aansluiting met de Gentsestraat;
        4° Terwalle tot even voorbij de private weg naar woning n° 13;
        5° Molenkouterweg, en Winkelweg bij hun aansluiting met de Lepelstraat;

        §4 Michelbeke:

        1° Lepelstraat tot aan woning n° 70;
        2° Nieuwstraat tot aan de aansluiting met de Boekendries;
        3° Meierij tot aan woning n° 68;
        4° Heksteelstraat tot aan woning n° 32, even voorbij de tweede toegang naar Hovendaal;
        5° Berendries tot aan woning n° 5;
        6° Groenstraat, Guido Gezellestraat, het Sint-Sebastiaanplein, Kerkwegel, Burgweg, Kammeland, Riedeplein, Hovendaal en Rozenhoek maken deel uit van de bebouwde kom;

        §5 Zegelsem:

        1° Sint-Ursmarsstraat vanaf de aansluiting met de Oudenaardsestraat;
        2° Teirlinckstraat vanaf de aansluiting met de Oudenaardsestraat tot aan de aansluiting met Leberg;
        3° Holweg en Kloosterpad worden afgesloten bij hun aansluiting met de Teirlinckstraat;

        §6 Opbrakel:

        1° Sint Martenstraat vanaf de aansluiting met de Ronsesestraat tot aan de Sint-Lietbertusdreef;
        2° Sint-Franciscustraat tot aan woning n°22;
        3° Opbrakelstraat vanaf de aansluiting met de Ronsesestraat;
        4° Holenbroek
        5° Edgard Tinelstraat
        6° Baneike zijn opgenomen in de bebouwde kom;

        §7 Everbeek-Beneden:

        1° Lessensestraat tot aansluiting met de Mierenhoek;
        2° Spinele tot aan woning nr 3;
        3° Tamelbroekstraat en Plaatsbeek tot aan de aansluiting met Plankkouter;
        4° Reepstraat en Klaaie tot aan woning Klaaie nr 10;
        5° Cordenuitstraat tot even voorbij buurthuis Cordenuit;
        6° Nestor de Beckstraat, Everbeekplaats, Koreelweg
        7° Dries vallen binnen de bebouwde kom;

        §8 Everbeek-Boven:

        1° Nieuwpoort tot even voorbij de aansluiting met de Oolstraat;
        2° Maandagstraat tot aan de aansluiting met Pevenage;
        3° Steenberg tot even voorbij de aansluiting met de Koestraat;
        4° Bergstraat tot aan woning n°16;
        5° Hoogbos tot even voorbij de aansluiting met Schudewee;
        6° Koestraat vanaf de aansluiting met Steenberg tot aan huisnummer 14;
        7° Fayte vanaf de aansluiting met de Steenberg tot aan huisnummer 12;
        8° zijweg Fayte naar Galgestraat wordt afgebakend ter hoogte van de aansluiting hoofdweg Fayte;
        9° Stechelmansdries, Schudewee, Steneplein, Poerensweg, Muiterij, Kroonstraat en Oolstraat vallen binnen de bebouwde kom;

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met de borden F1a en F3a;

        TITEL 6 WOONERF

        Artikel 8

        §1 In de Suttermeers wordt op het einde langsheen het voetpad loodrecht op de straat, verboden parkeren ingevoerd.

        §2: De in deze titel genomen maatregel zal aangeduid worden met een onderbroken gele lijn.

        TITEL 7 DORPSKERN NEDERBRAKEL

        Artikel 9, §1 Er wordt een zone erf ingevoerd waartoe volgende straten behoren

        1° Hoogstraat

        2° Neerstraat tussen Hoogstraat en woning nr 3

        3° Marktplein

        4° Serpentestraat tussen Marktplein en Brugstraat

        5° Brugstraat

        6° Tirse tussen Markplein en parking

        7° binnengebied woonwijk Tirse

        De maatregel wordt aangeduid met de borden F12a en F12b.

        §2 Er worden geordende parkeerplaatsen voorzien:

        1° In de Neerstraat en Serpentestraat tussen Brugstraat en Theo Brakelstraat : aangeduid met het bord E9a + onderbord parkeerschijf Type VIIb + waar nodig pijl begin en pijl einde

        2° Hoogstraat, Serpentestraat tussen Markplein en Brugstraat : aangeduid met het bord E9a aangevuld met “uitgezonderd op woensdag van 5u tot 14u” + onderbord parkeerschijf Type VIIb + waar nodig “pijl begin” en “pijl einde”

        3° Marktplein : in het midden waarbij de parkeerplaatsen worden afgebakend met wegmarkeringen en waarop de letter P + symbool parkeerschijf Type VIIb is aangebracht. Ter hoogte van de kerk, tussen linker en midden deur, wordt een parkeerplaats voorzien voor ceremoniewagens. Deze plaatsen worden aangeduid met het verkeersbord E9a met onderbord type IV “uitgezonderd cerenomiewagens”

        §3 Er wordt elke woensdag van 5 tot 14u verboden parkeren en doorgang ingevoerd op het Marktplein. De maatregel wordt aangeduid met het bord E3 met onderbord “woensdag van 5 tot 14u”

        §4 Er wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd met uitzondering van fietsers en bromfietsers klasse :

        1° in de Serpentestraat, vanaf het Marktplein tot aan en in de richting van de Theo Brakelstraat

        2° in de Brugstraat vanaf de Wielendaalstraat in de richting Serpentestraat

        3° in de Wielendaalstraat vanaf de Serpentestraat in de richting van het kruispunt met de Hoogstraat/Kasteelstraat

        De maatregelen worden aangeduid met de borden C1 en F19 met onderbord “uitgezonderd fietsers

        4° op het Marktplein : vanaf kruispunt Hoogstraat/Neerstraat tot aan en de richting Serpentestraat. Op het plein wordt het verkeer rond de parkeerplaatsen geregeld volgens richting klokwijzers.

        De maatregelen worden aangeduid met de borden C1 en F19 met onderbord “uitgezonderd fietsers en bromfietsers klasse A” en D1

        §5 Er wordt verboden doorgang ingevoerd elke woensdag van 5 tot 14u in de Hoogstraat, Neerstraat tussen Hoogstraat en Vierschaar, Marktplein en Serpentestraat.

        TITEL 8 BUURTWEGEN

        Artikel 10, §1 De toegangen tot de buurtwegen nummers 36, 60 en 104, worden in beide richtingen verboden voor alle verkeer.

        1° buurtweg 36 tussen woning nr 11 Donkerstraat en Bergstraat : verboden doorgang 

        2° buurtweg 60 tussen buurtweg nr 36 en Plankouter : verboden doorgang met uitzondering tussen Plankouter en de versmalling weg (begin bos) voor aangelanden, landbouw-en dienstvoertuigen

        3° buurtweg nr 15 : verboden doorgang met uitzondering van aangelanden, landbouw-en dienstvoertuigen tussen buurtweg nr 22 en woning nr 12 Kleine Gastenhoek; 

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met het verkeersbord C3 en waar nodig aangevuld met onderbord type IV "aangelanden, landbouw- en dienstvoertuigen" . 

        §2 Volgende verkeersmaatregelen inzake beperken gemotoriseerd verkeer op buurtwegen worden genomen:

        1° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 17 gelegen te Michelbeke tussen de Berendries en Boterhoek(toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)
        2° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 21 gelegen te Zegelsem tussen Perreveld en Groenstraat te Horebeke (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        3° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 24 gelegen te Zegelsem tussen Rovorst en Boekkouter (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        4° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 10 gelegen te Zegelsem tussen Rovorst en Kanakkendries (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        5° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op Herenhof gelegen te Opbrakel tussen Sint-Liebertusdreef en Leinstraat (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        6° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 12 gelegen te Zegelsem tussen Ijskelderweg en Wolfskerke (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        7° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 37 gelegen te Elst tussen Groot-Kapittel en Dorrebeekstraat (toegankelijk voor wandelaars, fietsers, ruiters, landbouwvoertuigen en aangelanden)

        8° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Laaistok gelegen te Opbrakel tussen het kruispunt Steenpaal-Willemsveld en de Ronsesestraat

        9° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Lange Haag (buurtweg nr 60) gelegen te Opbrakel tussen Fransbeke en de Heinestraat

        10° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Hutte gelegen te Opbrakel tussen Hutte en de Ronsesestraat

        11° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 12 gelegen te Everbeek tussen Lobe en Trimpont.

        12° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Hofveld gelegen te Opbrakel tussen Ronsesestraat en Boekkouter

        13° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 28 Donkweg gelegen te Zegelsem tussen Hauwstraat en Oudenaardsestraat

        14° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op Perlinckweg gelegen te Zegelsem

        15° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op Okkerbeke gelegen te Opbrakel

        16° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg 44 gelegen te Zegelsem tussen Perreveld en Leierwaarde

        17° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtwegen 29 en 40 gelegen te Zegelsem tussen Hauwstraat en Leierwaarde

        18° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Ceutericklos gelegen te Michelbeke tussen Kuiterlos en Berendries

        19° art. 22 octies uit de wegcode van toepassing op buurtweg Hollebeekstraat tussen Hollebeekstraat huisnr. 77 en Breebijl (grondgebied Lierde)

        Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden:

        1°  het begin van buurtweg 17 wordt aangeduid met het verkeersbord F99c.
        2° het einde van buurtweg 17 met het verkeersbord F101c.
        3° het begin van buurtweg 21 met het verkeersbord F99c.

        4° het einde van buurtweg 21 met het verkeersbord F101c.

        5° het begin van buurtweg 24 met het verkeersbord F99c.

        6° het einde van buurtweg 24 met verkeersbord F101c.

        7° het begin van buurtweg 10 met het verkeersbord F99c.

        8° het einde van buurtweg 10 met het verkeersbord F101c.

        9° het begin van buurtweg Herenhof tussen Sint-Liebertusdreef en Leinstraat met het verkeersbord F99c.

        10° het einde van buurtweg Herenhof tussen Sint-Liebertusdreef en Leinstraat met het verkeersbord F101c.

        11° het begin van buurtweg 12 met het verkeersbord F99c.

        12° het einde van buurtweg 12 met het verkeersbord F101c.

        13° het begin van buurtweg 37 met het verkeersbord F99c.

        14° het einde van buurtweg 37 met het verkeersbord F101c.

        15° het begin van buurtweg Laaistok gelegen te Opbrakel tussen het kruispunt Steenpaal-Willemsveld en de Ronsesestraat met het verkeersbord F99c.

        16° het einde van buurtweg Laaistok gelegen te Opbrakel tussen het kruispunt Steenpaal-Willemsveld en de Ronsesestraat met het verkeersbord F101c.

        17° het begin van buurtweg 60 (Lange Haag) te Opbrakel tussen Fransbeke en de Heinestraat met het verkeersbord F99c.

        18° het einde van buurtweg 60 (Lange Haag) te Opbrakel tussen Fransbeke en de Heinestraat met het verkeersbord F101c.

        19° het begin van buurtweg Hutte gelegen te Opbrakel tussen Hutte en de Ronsesestraat met het verkeersbord F99c.

        20° het einde van buurtweg Hutte gelegen te Opbrakel tussen Hutte en de Ronsesestraat met het verkeersbord F101c.

        21° het begin van buurtweg 12 gelegen te Everbeek tussen Lobe en Trimpont met het verkeersbord F99c.

        22° het einde van buurtweg 12 gelegen te Everbeek tussen Lobe en Trimpont met het verkeersbord F101c.

        23° het begin van buurtweg Hofveld gelegen te Opbrakel tussen Ronsesestraat en Boekkouter met het verkeersbord F99c.

        24° het einde van buurtweg Hofveld gelegen te Opbrakel tussen Ronsesestraat en Boekkouter met het verkeersbord F101c.

        25° het begin van buurtweg 28 Donkweg gelegen te Zegelsem tussen Hauwstraat en Oudenaardsestraat met het verkeersbord F99c.

        26° het einde van buurtweg 28 Donkweg gelegen te Zegelsem tussen Hauwstraat en Oudenaardsestraat met het verkeersbord F101c.

        27° het begin van Perlinkweg gelegen te Zegelsem tussen Keiweg en Pottenberg met het verkeersbord F99c.

        28° het einde van Perlinkweg gelegen te Zegelsem tussen Keiweg en Pottenberg met het verkeersbord F101c.

        29° het begin van Okkerbeke gelegen te Opbrakel tussen Lange Haag en Tenbergen met het verkeersbord F99c.

        30° het einde van Okkerbeke gelegen te Opbrakel tussen Lange Haag en Tenbergen met het verkeersbord F101c.

        31° het begin van buurtweg 44 gelegen te Zegelsem tussen Perreveld en Leierwaarde met het verkeersbord F99c.

        32° het einde van buurtweg 44 gelegen te Zegelsem tussen Perreveld en Leierwaarde met het verkeersbord F101c.

        33° het begin van buurtwegen 29 en 40 gelegen te Zegelsem tussen Leierwaarde en Hauwstraat met het verkeersbord F99c.

        34° het begin van buurtwegen 29 en 40 gelegen te Zegelsem tussen Leierwaarde en Hauwstraat met het verkeersbord F101c.

        35° het begin van Ceutericklos gelegen te Michelbeke tussen Kuiterlos en Boterhoek met het verkeersbord F99c.

        36° het einde van Ceutericklos gelegen te Michelbeke tussen Kuiterlos en Boterhoek met het verkeersbord F101c.

        37° het begin van Hollebeekstraat gelegen te Parike tussen Hollebeekstraat 77 en Breebijl (gemeente Lierde) met het verkeersbord F99c.

        38° het einde van Hollebeekstraat gelegen te Parike tussen Hollebeekstraat 77 en Breebijl (gemeente Lierde) met het verkeersbord F101c.

        TITEL 9 TRACTORSLUIS

        Artikel 11.

        §1 Op volgende locaties is een tractorsluis aangebracht:

        1° Molenhoekstraat tussen Moriaanstraat en Molenhoekstraat: art. 22 octies uit de wegcode

        2° Hollebeekstraat tussen Hollebeekstraat en Breebijl (gemeente Lierde): art. 22 octies uit de wegcode

        3° Kleistraat tussen Kleibergstraat en Langakkerstraat: art. 22 octies uit de wegcode

        4° Driestenbroekestraat tussen Vunkstraat en Evensveldstraat: art. 22 octies uit de wegcode

        §2 Deze maatregel zal gesignaleerd worden met volgende verkeersborden: 

        1° het begin van deze wegen wordt aangeduid met het verkeersbord F99c.

        2° het einde met het verkeersbord F101c.

        3° de tractorsluis dient langs beide kanten aangekondigd worden door middel van het gevaarsbord A51 met onderborden

        TITEL 10 VRIJSTELLING VOOR HET PARKEREN VAN BEPAALDE DEELAUTO'S IN DE BLAUWE ZONES

        Artikel 12 De gemeente Brakel verleent een vrijstelling voor het parkeren in een blauwe zone van deelauto's van erkende autdeelorganisaties door afgifte van een (digitale) gemeentelijke parkeerkaart 'autodelen' onder volgende voorwaarde en modaliteiten: 

                1° Er wordt 1 kaart per auto en nummerplaat toegestaan

        2° Een kaart is geldig voor een periode van 1 jaar

        3° Voorbehouden plaatsen autodelen : Enkel geregistreerde voertuigen van door gemeente Brakel erkende autodeelorganisaties met eigen vloot die werken met vaste standplaatsen kunnen zonder beperking van de parkeertijd gebruik maken van voorbehouden parkeerplaatsen, te herkennen aan het verkeersbord E9a of E9b met onderbord 'autodelen'.

        TITEL 11: WEGMARKERINGEN MET VERPLICHTEND KARAKTER

        Artikel 13: 

        §1 Zebrapaden

        1° deelgemeente Nederbrakel:

               a) Neerstraat thv huisnr. 97

               b) Neerstraat thv huisnr. 75

               c) Neerstraat thv huisnr. 31

               d) Hoogstraat thv huisnr. 19

               e) Kasteelstraat thv huisnr. 4

               f) Kasteelstraat thv huisnr. 30

               g) Kasteelstraat thv huisnr. 42

               h) Kasteelstraat thv huisnr. 50

               i) Kasteelstraat thv huisnr. 60

               j) Kasteelstaat thv huisnr. 96

               k) Rondplein thv huisnr. 7

               l) Rondplein thv huisnr.  8

               m) Geraadsbergsestraat thv huisnr. 2 

               n) Geraadsbergsestraat thv huisnr. 20

               o) Stationsplein thv huisnr. 7

               p) Stationsplein thv huisnr. 14

               q) Spoorwegstraat thv huisnr. 2

               r) Rondweg thv Tenbossestraat nr. 2

               s) Stationsstraat thv huisnr. 1

               t) Wielendaalstraat thv huisnr. 3

               u) Wielendaalstraat thv huisnr. 62

               v) Meerbeekstraat thv huisnr. 2

               w) Kerkhofstraat thv huisnr. 2

               x) Driehoekstraat thv huisnr. 8

               y) Driehoekstraat thv huisnr. 42

               z) Driehoekstraat thv huisnr. 42a

               aa) Tirse thv huisnr. 5

               ab) Watermolenstraat thv huisnr. 36

               ac) Neerstraat thv huisnr. 48

        2° deelgemeente Opbrakel

               a) St. Martensstraat thv huisnr. 3

               b) St. Martensstraat thv huisnr. 7

               c) Opbrakelsestraat thv huisnr. 127

               d) Ronsesestraat thv huisnr. 128

        3° deelgemeente Zegelsem

               a) Teirlinckstraat thv huisnr. 22

        4° deelgemeente Elst

               a) Terwalle thv huisnr. 24

               b) St. Apolloniastraat thv huisnr. 1

               c) St. Apolloniastraat thv huisnr. 11

               d) St. Apolloniaplein thv huisnr. 2

               e) St. Apolloniastraat thv huisnr. 22

               f) Lepelstraat thv huisnr. 78

               g) Lepelstraat thv huisrn. 82

        5° deelgemeente Michelbeke

               a) G. Gezellestraat thv huisnr. 1

               b) G. Gezellestraat thv huisnr. 10

               c) G. Gezellestraat thv huisnr. 15

               d) St.-Sebastiaansplein thv huisnr. 1

               e) Groenstraat thv huisnr. 18

        f) Groenstraat thv huisnr. 34

        6° deelgemeente Parike

               a) Steenweg thv huisnr. 72

        7° deelgemeente Everbeek-Boven

               a) Muiterij thv huisnr. 4

               b) Muiterij thv huisnr. 12

        8° deelgemeente Everbeek-Beneden

               a) Everbeekplaats thv huisnr. 11

               b) Everbeekplaats thv huisnr. 14

        § 2 Oversteekplaatsen voor fietsers en tweewielige bromfietsen

        1° deelgemeente Nederbrakel

        a) Stationsplein thv huisnr. 15

        b) Rondweg thv Warande nr. 1

        c) Rondweg thv Warende nr. 2

        d) Rondweg thv Parkweg

        e) Brusselsestraat thv huisnr. 49

        f) Geraardsbergsestraat thv huisnr. 43

        g) Geraardsbergsestraat thv huisnr. 34

        h) Geraardsbergsestraat thv huisnr. 31

        i) Geraardsbergsestraat thv huisnr. 147

        j) Tenbossestraat thv huisnr. 2

        2° deelgemeente Michelbeke

        a) Groenstraat thv huisnr. 25

        3° deelgemeente Elst

        a) Oudenaardsestraat thv huisnr. 7

        b) Oudenaardsestraat thv huisnr. 7 (overzijde)

        c) Oudenaardsestraat thv huisnr. 11

        4° deelgemeente Opbrakel

        a) Ronsesestraat thv huisnr. 158

        b) Ronsesestraat thv huisnr. 279 

        § 3 Witte markeringen bakenen op de hierna vermelde plaatsen de parkeerzones af:

        1° deelgemeente Nederbrakel

        a) Hoogstraat
        b) Stationsplein
        c) Kasteelstraat
        d) Spoorwegstraat
        e) St.-Pieterswijk
        f) Neerstraat
        g) Watermolenstraat
        h) Beekstraat
        i) Brusselsestraat
        j) Gauwstraat
        k) Vierschaar
        l) Dam
        m) Meerbeekstraat
        n) Wielendaalstraat
        o) Serpentestraat
        p) Theo Brakelstraat
        q) Marktplein
        r) Tirse
        s) Kerkhofstraat
        t) Kruisstraat

        2° deelgemeente Parike

        a) Hollebeekstraat
        b) Steenweg

        3° deelgemeente Opbrakel

        a) St. Martensstraat
        b) Leinstraat

        4° deelgemeente Zegelsem

        a) Perreveld
        b) Teirlinckstraat

        5° deelgemeente Elst

        a) Lepelstraat
        b) St. Apolloniaplein
        c) St. Apolloniastraat

        6° deelgemeente Everbeek-Beneden

        a) Reepstraat

        7° deelgemeente Everbeek-Boven

        a) Muiterij
        b) Manitobastraat

        8° deelgemeente Michelbeke

        a) Pontweg
        b) Ruiterij
        c) St. Sebastiaansplein
        d) Guido Gezellestraat
        e) Riedeplein
        f) Kammeland
        g) Hovendaal

        § 4 Stopstrepen op volgende kruispunten

        1° deelgemeente Nederbrakel

        a) Oude Blekerijstraat met Brusselsestraat
        b) Kokerbergstraat met Brusselsestraat
        c) Watermolenstraat met Brusselsestraat
        d) Gauwstraat met Rondweg
        e) Warande met Rondweg 
        f) Industrielaan
        g) Haeyershoek met Kleibergstraat
        h) Meerbeekstraat met Kleibergstraat
        i) Driestenbroekestraat met Geraardsbergsestraat
        j) Termergelstraat met Geraardsbergsestraat
        k) Stationsstraat met Kasteelstraat

        2° deelgemeente Zegelsem

        a) Gentsestraat met Oudenaardsestraat
        b) Teirlinckstraat met Oudenaardsestraat

        3° deelgemeente Sint-Maria-Oudenhove

        a) Berendries met Kasteeldreef
        b) Heyveld met Brusselsestraat

        4° deelgemeente Parike

        a) Hollebeekstraat met Steenweg
        b) Koestraat met Steenweg
        c) Brouwierstraat met Steenweg
        d) Molenstraat met Steenweg

        5° deelgemeente Opbrakel

        a) Maaistraat met Ronsesestraat

        § 5 Witte driehoeken (haaientanden) op volgende kruispunten

        1° deelgemeente Nederbrakel

        a) Brusselsestraat met Rondweg
        b) Parkweg met Rondweg
        c) Hoge Zavel met Rondweg
        d) Geraardsbergsestraat met Rondweg
        e) Industrielaan met Geraardsbergsestraat
        f) Spoorwegstraat met Geraardsbergsestraat
        g) Abeelpad met Herreweg 
        h) Leizemooie met Herreweg
        i) Oorloge met Kleibergstraat
        j) Romeinseweg met Kleibergstraat 
        k) Kleistraat met Kleibergstraat 
        l) Molenhoekstraat met Moriaanstraat
        m) Molenhoekstraat met Moriaanstraat
        n) Driehoekstraat met Watermolenstraat
        o) Herman De Coenestraat met Watermolenstraat
        p) Watermolenstraat met Beekstraat
        q) Beekstraat met Brusselsestraat
        r) Vunkstraat met Geraardsbergsestraat
        s) Olifantstraat met Geraardsbergsestraat
        t) Wijnstraat met Geraardsbergsestraat 
        u) Langenbroekweg met Geraardsbergsestraat
        v) Opbrakelsestraat met Ronsesestraat
        w) Ekeveldstraat met Ronsesestraat
        x) Parkweg met Wijmeersstraat

        2° deelgemeente Elst

        a) Gentsestraat met Kleibergstraat
        b) Hauwstraat met Oudenaardsestraat
        c) Kluisweg met Oudenaardsestraat
        d) Loofweg met Oudenaardsestraat
        e) Gentsestraat met Gentsestraat
        f) Smisstraat met Gentsestraat
        g) Rosbos met Gentsestraat
        h) Kleine Gastenhoek met Gentsestraat
        i) Pottenberg met Gentsestraat
        j) Lepelstraat met Gentsestraat
        k) Boekelstraat met Gentsestraat
        l) Molenkouterstraat met Gentsestraat
        m) Vissegem met Gentsestraat
        n) Blomveld met Gentsestraat
        o) Heuvelgem met Gentsestraat

        3° deelgemeente Zegelsem

        a) Donkweg met Oudenaardsestraat
        b) Leierwaarde met Oudenaardsestraat
        c) Perreveld met Oudenaardsestraat
        d) St. Ursmarsstraat met Oudenaardsestraat

        4° deelgemeente Sint-Maria-Oudenhove

        a) Kapittel met Kasteeldreef
        b) Elverenberg met Kasteeldreef
        c) Kraaiestee met Molenberg
        d) Bieststraat met Molenberg
        e) Zwalmbeekweg met Molenberg
        f) Neerhofstraat met Molenberg

        5° deelgemeente Parike

        a) Zesdagwandweg met Steenweg
        b) Pachtweg met Steenweg
        c) Fayte met Steenweg
        d) Paperendaalwijk met Steenweg
        e) Matrouwstraat met Steenweg
        f) Rameiveld met Steenweg

        6° deelgemeente Opbrakel

        a) St. Martensstraat met Ronsesestraat
        b) Riebeke met Ronsesestraat
        c) Herenhof met Ronsesestraat
        d) Kimpestraat met Ronsesestraat
        e) Landuitweg met Ronsesestraat
        f) Hutte met Ronsesestraat
        g) Pieter Hoelmanstraat

        7° deelgemeente Michelbeke

        a) Kammeland met Groenstraat

        § 6 Witte markeringen om fietspaden af te bakenen in volgende straten: 

        1° deelgemeente Elst

        a) Lepelstraat t.h.v. de verkeerseilanden (huisnummer 67)

        2° deelgemeente Michelbeke

        a) Lepelstraat t.h.v. de verkeerseilanden (huisnummer 29)

        3° deelgemeente Everbeek-Boven

        a) Steenberg t.h.v. de verkeerseilanden (huisnummer 27)

        4° deelgemeente Everbeek-Beneden

        a) Klaaie t.h.v. de verkeerseilanden (huisnummer 10)

        b) Klaaie t.h.v. de verkeerseilanden (huisnummer 36a)

        TITEL 12: AANWIJZINGSBORDEN VOOR BEDRIJVEN, OVERNACHTINGSGELEGENHEDEN EN RESTAURANTS

        Artikel 14: Algemene bepalingen

        1° De plaatsing van aanwijzingsborden voor bedrijven (F33a en F34a), overnachtingsgelegenheden (F37) en restaurants (F37) op de openbare weg is onderworpen aan een voorafgaande en schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

        2° De vergunning vervalt van rechtswege indien er gedurende 6 maanden geen gebruik van werd gemaakt.

        3° De vergunning kan afhankelijk gesteld worden van het advies van de wegbeheerder.

        Artikel 15: De aanvraag wordt gericht aan het college van burgemeester en schepenen en vermeldt:

        1° De ligging van het bedrijf, de overnachtingsgelegenheid of het restaurant;
        2° Voor bedrijven: de mate waarin het bedrijf veel verkeer genereert;
        3° Maximaal 2 bewegwijzerde routes.

        Artikel 16: Buiten de industrieparken komen enkel producerende bedrijven met een grote logistieke verkeersstroom in aanmerking voor de plaatsing van aanwijzingsborden.

        Artikel 17: Het college van burgemeester en schepenen verleent de vergunning op basis van noodzakelijkheid.

        Artikel 18: De aanwijzingsborden zijn naar model, materiaal, gegevens, plaats en aantal in overeenstemming te zijn met het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
        het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens;
        en het ministerieel besluit van 1 februari 1991 betreffende signalisatie van de plaatsen en instellingen van algemeen belang of van toeristische aard.

        Artikel 19: Voor de toepassing van voorgaand artikel geldt als definitie van een weg van doorgaand verkeer: elke weg die in het gemeentelijk mobiliteitsplan werd aangeduid als primaire weg, secundaire weg of lokale weg type I en II.

        Artikel 20:

        1° Alleenstaande bedrijven buiten de bebouwde kom, belangrijke industrieparken en commerciële centra kunnen met het bord F33a bewegwijzerd worden op voorwaarde dat:

        a) ze veel verkeer met zich meebrengen;
        b) de bewegwijzering noodzakelijk is om de meest geschikte reisroute aan te duiden.
        Buiten de industrieparken komen enkel producerende bedrijven met een grote logistieke verkeersstroom in aanmerking.
        De bewegwijzering mag:
        1. maximaal 2 reisroutes bevatten vanaf een autosnelweg of een belangrijke weg van doorgaand verkeer;
        2. maximum een afstand van 5 kilometer omvatten;
        3. uitgezonderd de alleenstaande bedrijven, geen namen van bedrijven of winkels vermelden.

        2° Alleenstaande bedrijven binnen de bebouwde kom, industrieparken en commerciële centra van minder belang kunnen met het bord F34a bewegwijzerd worden op voorwaarde dat:

        a) de bewegwijzering noodzakelijk is om de meest geschikte reisroute aan te duiden.
        Buiten de industrieparken komen enkel producerende bedrijven met een grote logistieke verkeersstroom in aanmerking.
        De bewegwijzering mag:
        1. maximaal 2 reisroutes bevatten vanaf een weg van doorgaand verkeer;
        2. maximum een afstand van 2 kilometer omvatten;
        3. binnen de industrieparken of commerciële centra de naam van bedrijven en winkels bevatten, en binnen de bebouwde kom de naam van alleenstaande bedrijven bevatten.

        3° Overnachtingsgelegenheden kunnen met een bord F37 bewegwijzerd worden.

        De bewegwijzering mag maximaal 2 reisroutes bevatten vanaf de dichtsbijzijnde weg van doorgaand verkeer.

        4° Restaurants kunnen met het bord F37 bewegwijzerd worden op voorwaarde dat ze buiten de bebouwde kom gelegen zijn.

        De bewegwijzering mag maximaal 2 reisroutes bevatten vanaf de dichtsbijzijnde weg van doorgaand verkeer.

        Artikel 21:

        De vergunninghouder staat in voor:

        1° De betaling van de aanwijzingsborden, ook bij vervanging;

        2° Het onderhoud van de aanwijzingsborden.

        De gemeente staat in voor:

        1° De levering en plaatsing van de aanwijzingsborden en de paal;

        2° De plaatsing, vervanging en wegname van de aanwijzingsborden.

        Artikel 22: Indien de aanwijzingsborden zich niet meer in behoorlijke staat bevinden, stuurt de burgemeester een aanmaning tot onderhoud of herstel van de aanwijzingsborden. Indien binnen de 30 kalenderdagen geen gevolg wordt gegeven aan de aanmaning worden de aanwijzingsborden ambtshalve weggenomen en vernietigd.

        Artikel 23: De vergunninghouder die zijn bedrijvigheid stopt dient, neemt de aanwijzingsborden weg. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het staken van de bedrijvigheid de aanwijzingsborden niet werden weggenomen worden de aanwijzingsborden ambtshalve weggenomen en vernietigd.

        Artikel 24: Aanwijzingsborden die zonder vergunning werden geplaatst worden ambtshalve weggenomen en vernietigd.

        TITEL 13: VERHOOGDE INRICHTINGEN EN WEGVERSMALLINGEN

        Artikel 25.

        § 1 Op de hierna vermelde gemeentewegen zijn wegversmallingen aangebracht en aangeduid door de verkeersborden B19 en B21:

        1) Deelgemeente Elst

        a) Lepelstraat 

        2) Deelgemeente Everbeek-Beneden

        a) Klaaie

        3) Deelgemeente Everbeek-Boven

        a) Steenberg

        4) Deelgemeente Michelbeke

        a) Lepelstraat

        § 2 Op de hierna vermelde gemeentewegen zijn verhoogde inrichtingen aangebracht en aangeduid door de verkeersborden A14 en F87

        1) Deelgemeente Nederbrakel

        a) Driehoekstraat

        b) Neerstraat

        2) Deelgemeente Elst

        a) Terwalle

        § 3 Op de hierna vermelde gemeentewegen zijn rotondes aangebracht en aangeduid door de verkeersborden B1, D1d, D5 en dwarsstrepen gevormd door omgekeerde driehoeken

        1) Deelgemeente Everbeek-Boven

        a) Priemstraat / Klaaie

        2) Deelgemeente Elst

        a) Lepelstraat / St. Apolloniastraat

        3) Deelgemeente Nederbrakel

        a) Lindeplein

        TITEL 14: INWERKINGTREDING, BEKENDMAKING EN OVERGANGSBEPALINGEN 

        Inwerkingtreding

        Artikel 26: Dit algemeen aanvullend verkeersreglement treedt in werking op 15 februari 2024.

        Overgangsbepalingen

        Artikel 27: Onderstaande aanvullende verkeersreglementen worden opgeheven op 15 februari 2024.

        1° Besluit Gemeenteraad dd. 25 september 2023 betreffende "Mobiliteit. Algemeen aanvullend verkeersreglement." 

        Bekendmaking

        Artikel 28: Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt:

        1° aan de bestendige deputatie van de provincieraad

        2° aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank

        3° aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig de relevante bepalingen van het decreet Lokaal Bestuur (titel 7: Het bestuurlijk toezicht).

      • Mobiliteit. Ronde van Vlaanderen op zondag 31 maart 2024. Tijdelijke politieverordening veiligheid.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

         De wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor dames elite” en “Ronde van Vlaanderen voor heren elite" op zondag 31 maart 2024.

        Regelgeving en bevoegdheid

        De Nieuwe Gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis en art. 135 § 2;
        De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en bijhorende koninklijke besluiten tot uitvoering van deze wet;
        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
        Het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
        De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer;
        De wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk wetboek, de Nieuwe Gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie;
        De wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
        Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg;
        Het koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden;
        Het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende de oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening;
        Het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen;
        Het koninklijk besluit van 18 mei 2020 tot vaststelling van het nationaal noodplan betreffende de aanpak van een terroristische gijzelneming of terroristische aanslag.
        Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid art. 5.3.12.1. en art. 5.3.12.2;
        De omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties;
        De omzendbrief OOP 45 ter begeleiding van het koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden;
        De ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen;
        De ministeriële omzendbrief NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines;
        De ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake
        ordehandhaving

        Feiten, context en argumentatie

        Overwegende dat artikel 2, §1, van de wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties aan de gemeenteraad de keuzevrijheid laat politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen;

        Overwegende dat de gemeenteraad kan voorzien in een politieverordening waarin de overtredingen zijn opgenomen die hij strafbaar wenst te houden op het grondgebied van de stad/gemeente;

        Overwegende dat op zondag 31 maart 2024 de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor dames elite” en “Ronde van Vlaanderen voor heren elite" het grondgebied van onze gemeente doorkruist;

        Overwegende dat de doortocht van deze wielerwedstrijd traditioneel een enorme volkstoeloop met zich meebrengt, vooral bij de start, aankomst, en langs hellingen en kasseistroken;

        Overwegende dat de er de laatste jaren tal van commerciële activiteiten langsheen de reisweg van de wielerwedstrijd werden georganiseerd;

        Overwegende dat dergelijke activiteiten voornamelijk georganiseerd worden op locaties die op zich al veel toeschouwers aantrekken waardoor de te nemen veiligheidsmaatregelen ter hoogte van deze delen van de reisweg moeten verhoogd worden;

        Overwegende dat een coördinatie en overleg tussen de verschillende organisatoren van activiteiten op dezelfde locatie aangewezen is;

        Overwegende dat het wenselijk is dat de organisatoren van de verschillende activiteiten onderling de nodige afspraken maken inzake opvang van de toeschouwers, parkings, mobiliteit, afvalbeleid, enz … teneinde de overlast voor de bewoners langsheen deze delen van de reisweg tot een minimum te beperken;

        Overwegende dat een aantal bijkomende maatregelen zich opdringen om zowel de veiligheid van de toeschouwers te kunnen waarborgen en om het normaal verloop van de wedstrijd te kunnen garanderen, inzonderheid artikel 4 §2 van het KB van 28 juni 2019:

        -voorafgaandelijke kennisgeving van alle commerciële activiteiten langsheen de reisweg, zowel aan de bestuurlijke overheid als aan de veiligheidscoördinator van de organisatie van de wielerwedstrijd;

        -voorafgaandelijk overleg tussen de organisatoren van de verschillende activiteiten langsheen de reisweg, de organisator van de wielerwedstrijd en de bestuurlijke overheid;

        -voorafgaandelijk overleg tussen de verschillende hulp- en veiligheidsdiensten onderling opdat de dringende hulpverlening kan gegarandeerd worden

        Besluit

        I. Activiteiten op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein
        Artikel 1
        Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en “Ronde van Vlaanderen voor Elite”, en die doorgaat op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet-afgesloten terrein,
        wordt op zondag 31 maart 2024 slechts toegelaten op voorwaarde dat deze door de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft, voorafgaandelijk en schriftelijk werd vergund. 

        Alle vergunningsaanvragen moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste op 2 februari 2024 bij de burgemeester worden ingediend. (CONTACTGEGEVENS VERMELDEN.)
        Er dient tevens ten laatste op 2 februari 2024 een kopie van de aanvraag naar de veiligheidscoördinator van de wielerwedstrijd (organisatie) te worden verstuurd:
        Flanders Classics, t.a.v. Nicolas Denys, Harensesteenweg 228, 1800 Vilvoorde.
        De vergunningsaanvraag moet de volgende gegevens vermelden :
        a) De naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager/organisator.
        Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, het adres van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden.
        b) De juiste omschrijving van de geplande éénmalige of bijkomende activiteit, met de vermelding of deze publiek of alleen op uitnodiging toegankelijk is, en een raming van het aantal genodigden.
        c) De exacte locatie waar de activiteit zal plaatsvinden.
        d) De logistieke faciliteiten (tenten, toiletten, parkings, toegang…) die zullen worden in plaats gesteld.
        e) De interne veiligheidsmaatregelen (nadars, sfeerbeheerders, ….) die zullen worden getroffen.
        De eventuele aanwezigheid van een medische hulppost, met inhoudelijke beschrijving.
        Artikel 2
        Ten laatste op 10 maart 2024 verzendt de burgemeester aan de in artikel 1 bedoelde aanvragers hetzij de vergunning, hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning.
        In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend.
        De organisatoren van de vergunde activiteiten hebben de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning werd verleend, na te leven.
        Een afschrift van de vergunde activiteiten wordt aan de korpschef van de lokale politie en aan de zonecommandant van de hulpverleningszone bezorgd, en, indien van toepassing, aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
        Artikel 3
        Indien wordt vastgesteld dat een organisator één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft kan de burgemeester de vergunning intrekken.
        Het niet naleven van één of meerdere voorwaarden in de laatste 5 jaar kan door de burgemeester als motief ingeroepen worden om het verlenen van de vergunning te weigeren.
        II. Activiteiten in een besloten plaats met openbaar karakter
        Artikel 4
        Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en Ronde van Vlaanderen voor Elite”, en die doorgaat in een besloten plaats maar die voor iedereen vrij toegankelijk is, hetzij gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij op vertoon van een toegangskaart of een uitnodiging wanneer deze ter beschikking wordt gesteld van eenieder die
        ze aanvraagt, dient ten laatste op 2 februari 2024 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft en aan de veiligheidscoördinator van de wielerwedstrijd (organisatie). De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1 en gericht te worden naar de contacten vermeld in artikel 1.
        Artikel 5
        De burgemeester kan in functie van het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen organiseren met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde de nodige afspraken te maken inzake opvang van de toeschouwers en/of genodigden, de in te richten parkings, het in te huren sanitair, de vrij te houden evacuatiewegen, de te plaatsen
        veiligheidsvoorzieningen, enz …
        Artikel 6
        De burgemeester kan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 doen stopzetten indien aan de voorafgaandelijk bepaalde afspraken (artikel 5) niet wordt voldaan of indien ze een gevaar vormen voor de openbare orde (openbare rust, openbare veiligheid of openbare gezondheid).
        III. Veiligheidszones
        Artikel 7
        De burgemeester kan op basis van een risico-analyse, rekening houdend met de massale volkstoeloop op bepaalde plaatsen en de aard van het terrein, op voorhand een gebied als veiligheidszone definiëren, ten einde de openbare veiligheid en orde beter te kunnen beheersen.
        Een veiligheidszone is een duidelijk afgebakend gebied waar bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn omwille van het groot aantal mensen, de beperkte mobiliteit, de aanwezigheid van risicoverzwarend materiaal (tenten, gasflessen,…)
        Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit anders dan vermeld onder rubriek I en II, die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd "Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen” en Ronde van Vlaanderen voor Elite” en die plaats vindt in een veiligheidszone, dient eveneens ten laatste op 2 februari 2024 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft en aan de veiligheidscoördinator van de wielerwedstrijd (organisatie). De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1 en gericht te worden naar de contacten vermeld in artikel 1.
        De burgemeester organiseert rekening houdend met het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde in nauwe samenspraak met de lokale veiligheidscel één inplantingsplan en één veiligheidsplan op te maken voor de hele veiligheidszone.
        Artikel 8
        Naargelang de veiligheidszone zich bevindt op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, dan wel op een besloten plaats die voor iedereen vrij toegankelijk is, zijn de bepalingen van respectievelijk artikel 2 en 3, dan wel artikel 6 van toepassing.
        IV. Algemene bepalingen
        Artikel 9 : Normatief kader
        Onverminderd zijn algemene bevoegdheid in het kader van de openbare orde, hanteert de burgemeester de volgende besluiten als normatief kader om de veiligheid van de randactiviteiten af te toetsen (bijlage):
        - XXX
        - XXX
        Artikel 10 :
        De initiatiefnemers van randevenementen worden op de hoogte gebracht dat Flanders Classics, organisator van de wielerwedstrijd, merkhouder en rechtenhouder van ‘De Ronde van Vlaanderen’ is, wat gevolgen kan hebben voor het tonen van live-beelden. (licentiehouder van de Benelux woordmerken nrs. 503169 en 0856996 voor o.m. de diensten van klassen 16 (drukwerk), 35 (reclame), 41 (sportieve activiteiten) en 42 (restauratie).
        Artikel 11 : Sancties
        Overtredingen op de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 van deze verordening kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete van maximum 350 euro.
        Onverminderd de toepassing van een administratieve geldboete moet de overtreder van de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 alsook degene die één of meerdere voorwaarden niet naleeft zich schikken naar de aanmaningen van de burgemeester zo niet houdt de stad/gemeente zich het recht voor de nodige maatregelen te treffen op kosten en risico van de overtreder.
        De stad/gemeente houdt zich hetzelfde recht voor indien de organisator van de activiteit niet tijdig kan worden opgezocht.
        De burgemeester kan in toepassing van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare orde een randactiviteit verbieden.
        Artikel 12
        Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in art. 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
        Een afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan

        de Bestendige Deputatie,

        de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg

        de griffie van de Politierechtbank.

      • Mobiliteit. Ronde van Vlaanderen cyclo 2024. Voorstel om aan te sluiten bij de interlokale vereniging 'Ronde van Vlaanderen'.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Op 30 maart 2024 wordt de Ronde van Vlaanderen Cyclo 2024 georganiseerd.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Gelet op de artikelen 41 en 162 van de Grondwet;

        Gelet op de artikelen 1, 2 en 3 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

        Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

        Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 392 tot 395;

        Gelet op het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;

        Gelet op het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 houdende de oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, inzonderheid artikel 7 § 2, 1°;

        Gelet op de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en bijhorende Koninklijke besluiten tot uitvoering van deze Wet;

        Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis en art. 135 § 2;

        Gelet op de Ministeriële Omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving;

         

        Feiten, context en argumentatie

        Overwegende dat op zaterdag 30 maart 2024 het wielerevenement "Ronde van Vlaanderen Cyclo” het grondgebied van onze gemeente doorkruist;

        Overwegende dat dit -evenement ernstige risico's inhoudt en dat bovenlokale afspraken in het kader van de openbare orde aangewezen zijn;

        Overwegende dat de doortocht van dit wielerevenement traditioneel veel hinder voor de plaatselijke bevolking met zich meebrengt;

        Overwegende dat veel deelnemers mogelijk de wegcode niet respecteren en daardoor de andere weggebruikers in gevaar brengen;

        Overwegende dat het aangewezen is dat er met de organisator duidelijke afspraken worden gemaakt inzake veiligheid, milieuvriendelijke maatregelen, en communicatie;

        Overwegende dat het opportuun is deze afspraken vast te leggen in een convenant tussen het gemeentebestuur en de organisator;

        Overwegende dat deze afspraken het best afdwingbaar zijn door een waarborg te eisen van de organisator;

        Overwegende dat het praktisch bijna onmogelijk is om deze waarborg ten aanzien van elke gemeente individueel te regelen;

        Overwegende dat een bovenlokaal samenwerkingsverband aangewezen is om eenvormigheid in afspraken te bereiken en om de waarborg te kunnen beheren;

        Overwegende dat een interlokale vereniging de meest eenvoudige vorm van intergemeentelijke samenwerking is;

        Overwegende dat de burgemeester, inherent aan zijn bevoegdheden, het best geplaatst is om de gemeente te vertegenwoordigen;

        Om deze redenen;

         

        Besluit

        Art. 1:
        Het convenant zoals vastgesteld in bijlage, waarin afspraken met de organisator van de "Ronde van Vlaanderen Cyclo” worden gemaakt rond veiligheid, milieu en communicatie, wordt goedgekeurd.

        Art. 2: In uitvoering van artikel 26 van het convenant, wordt de onderlinge overeenkomst tot oprichting van de interlokale vereniging 'Ronde van Vlaanderen cyclo' goedgekeurd.

        Art. 3: De gemeente Wortegem-Petegem wordt aangeduid als beherende gemeente en diens bijzonder rekenplichtige wordt gemachtigd tot het betalen en innen van de afgesproken bedragen, bepaald in het convenant.

        Art. 4: De burgemeester van de vaste leden wordt aangeduid als lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging.

        Art. 5: Een afschrift van deze beslissing wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de federale diensten van de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, Kalandeberg 1 te 9000 Gent.

         

    • Financiële Dienst

      • Algemeen retributiereglement.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De opmaak van een algemeen retributiereglement.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41, 14°.

        Feiten, context en argumentatie

        Het college van burgemeester en schepenen stelt voor het ontwerp ontwerp van algemeen retributiereglement goed te keuren; ten opzichte van de vorige versie zijn er wijzigingen nav de exploitatie van het zwembad en sporthal door Farys.

        Besluit

        tikel 1: Het algemeen retributiereglement, zoals hieronder opgenomen, wordt goedgekeurd.

        Titel 1 - Algemeen.
        ALGEMEEN RETRIBUTIEREGLEMENT
        Titel 2 - Recreatiedomein

        Artikel 3: De prijzen op het recreatiedomein bedragen:
        Visverlof
        1° 20 euro per jaar, per vergunning.
        Speciale visdagen
        2° het college van burgemeester en schepenen kan ook speciale visdagen goedkeuren waarin niet-Brakelaars toegelaten zijn - met een maximum van 10 kalenderdagen per jaar.  Hiervoor zal een visverlof afgeleverd worden aan 40 euro per visdag.

        Titel 3 - Publieke toiletten Marktplein

        Artikel 4: gebruik publiek toilet Marktplein: 0.50 euro per beurt

        Titel 4 - Bibliotheek

        Artikel 5: De tarieven in de gemeentelijke bibliotheek bedragen:

        1° Duplicaat lenerspas: 2.50 euro

        2° Waarborg voor personen zonder verblijfsvergunning in België: 25 euro

        3° Extra kosten per maningsbrief: 1,5 euro

        4° Rerserveren (per aanvraag): 0.50 euro

        5° IBL: lenen bij een andere bibliotheek: 4 euro

        6° IBL: lenen bij een wetenschappelijke bibliotheek: 8 euro

        7° Fotokopieën van biblliotheekmaterialen per pagina (niet in kleur): 0.05 euro

        8° Fotokopieën van biblliotheekmaterialen per pagina (in kleur): 0.25 euro

        9° Fotokopieën van niet biblliotheekmaterialen per pagina (niet in kleur): 0.25 euro

        10° Fotokopieën van niet-biblliotheekmaterialen per pagina (in kleur): 1.25 euro

        11° Afprint Internet (per pagina): 0.05 euro

        12° Verlies of zware beschadiging van een geleend object: actuele waarde + 2 euro

        13° Beschadiging van een geleend object: 2.5 euro

        14° Beschadiging of verlies van tekstboekje of handleiding of klein onderdeel van een spel (dat kan vervangen worden): 2.50 euro

        15° Beschadiging van barcode of RFID-label: 2,5 euro

        Titel 5 - Speelpleinwerking

        1° Halve dag: 4 euro (Brakelaar) of 5 euro (niet-Brakelaar)

        2° Volledige dag: 6 euro (Brakelaar) of 7 euro (niet-Brakelaar)

        3° Uitstap: 5 euro

        Titel 6 - Inname openbaar domein en afleveren signalisatievergunning

        Artikel  6 : Deze retributie is verschuldigd door de aanvrager van de vraag tot tijdelijke inname van het openbaar domein of een vraag tot het verkrijgen van een signalisatievergunning indient.

        Artikel 7 : De aanvraag tot inname van het openbaar domein of plaatsing signalisatievergunning zal minstens 4 werkdagen voor de effectieve inname bij de gemeente Brakel moeten ingediend worden dit door middel van de elektronische toepassing die de gemeente Brakel hiervoor ter beschikking stelt via de gemeentelijke website. De inname en/of plaatsing mag slecht gebeuren na ontvangst vergunning.

        Artikel 8 : Voor elke aanvraag zal een retributie verschuldigd zijn van 5 euro. Deze kost is eveneens verschuldigd bij elke aanvraag tot verlenging. Indien wordt afgeweken van de in artikel 7 vermelde termijn wordt de retritubie vastgesteld op :

        • minstens 3 werkdagen : 10 euro
        • minstens 2  werkdagen : 10 euro
        • minstens 1 werkdag : 10 euro
        • de dag zelf : 50 euro

        De verhoogde retributies zijn niet van toepassing voor de nutsmaatschappijen, of hun aannemers, die dringende werken moeten uitvoeren.

        Artikel 9 : De retributie voor het innemen van het openbaar domein door een privé persoon of een bedrijf bedraagt per begonnen 15 m² :

        1° eerste 7 dagen : gratis

        2° vanaf dag 8 : 5 euro/dag

        3° afsluiten straat : 75 euro/dag

        Artikel 10 : Zijn vrijgesteld van de retributie vermeld in artikel 5 van dit reglement :

        1° alle evenementen en/of sociale culturele activiteiten georganiseerd met goedkeuring van of in samenwerking met het gemeentebestuur;
        2° werken in uitvoering van een openbaar bestuur of met een openbaar nut;
        3° inname dat reeds aanleiding geeft tot het heffen van een ander retributie ten voordele van de gemeente.

        Artikel 11: §1 De benodigde nadars, signalisatielampen, verkeersborden (op staander) worden door de gemeente gratis ter beschikking gesteld aan particulieren en dit tijdens de kantooruren op het gemeentehuis. Zowel bij het ontlenen als het terugbrengen van de ontleende materialen zal een bewijs uitgereikt worden aan de aanvrager.

        §2 Indien 14 dagen na het verstrijken van de inname/signalisatievergunning de in §1 van dit artikel ter beschikking gestelde materialen niet teruggebracht, zal een retributie worden aangerekend van:

        1° nadars: 100 euro per exemplaar

        2° signalisatielampen: 25 euro per exemplaar

        3° verkeersborden: 25 euro per exemplaar

        4° verkeersborden op staander: 50 euro per exemplaar

        Het terugbrengen van de ontleende materialen zonder het vragen van een bewijs van teruggave, wordt gelijkgesteld met het niet-terugbrengen van deze materialen en de hierop toepasselijke retributie van:

        1° nadars: 100 euro per exemplaar

        2° signalisatielampen: 25 euro per exemplaar

        3° verkeersborden: 25 euro per exemplaar

        4° verkeersborden op staander: 50 euro per exemplaar

        Artikel 12: De indiener en de persoon voor wie de werken tot voordeel strekken zijn solidair en hoofdelijk verantwoordelijk voor de betaling van de retributie.

        Titel 7 - Prestaties geleverd door personeel met of zonder materialen/vervoermiddelen

        Artikel 13 : De vergoeding per uur begonnen uur gepresteerd nav schade aangebracht door derden aan de gemeentelijk infrastructuur, sluikstorten of andere werken waarbij het college van burgemeester en schepenen beslist deze vergoeding toe te passen, bedraagt :
        1° vrachtwagen/tractor + chauffeur : 90 euro
        2° tractor + klepelmaaier + chauffeur : 90 euro
        3° bandenkraan + chauffeur : 90 euro
        4° minigraver + chauffeur : 80 euro
        5° ander voertuig + chauffeur : 80 euro
        6° bosmaaier + arbeider : 40 euro
        7° breekhamer + arbeider : 40 euro
        8° trilplaat + arbeider : 40 euro
        9° arbeider : 35 euro 

        Titel 8 - Afgifte administratieve stukken

        Artikel 14: De bedragen van de belasting worden als volgt bepaald:

        1° op de identiteitskaarten afgeleverd aan personen vanaf 12 jaar, in toepassing van het KB. van 29 juli 1985, en zijn latere wijzigingen: € 2 vermeerderd met de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de gemeente aangerekende kostprijs voor het aanmaken van bedoelde identiteitskaarten.

        2° op de afgifte van reispassen: € 4,00 voor elke nieuwe reispas

        3° op de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van verblijfsbewijzen van vreemdelingen: € 2 vermeerderd met de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de gemeente aangerekende kostprijs.

        4° op de afgifte van demografische statistieken (globaal of per deelgemeente) en bevolkingspiramiden gemaakt aan de hand van de bevolkingsgegevens: € 1 per blad (A4 formaat)

        5° op de afgifte van fotokopieën van akten uit de registers van de Burgerlijke Stand, gemaakt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, en enkel dienstig voor genealogische opzoekingen: € 1 per blad.

        6° op de afgifte van een duplicaat trouwboekje: € 20.

        7° op het indienen van een omgevingsvergunning, socio-economische vergunning en vegetatiewijziging:

        • digitale indiening van een omgevingsvergunning, verkaveling, bijstelling van verkaveling – al dan niet verplicht met medewerking van een professional: 50 euro + publicatiekosten
        • analoge indiening van een omgevingsvergunning zonder verplichte medewerking van een professional: 50 euro
        • analoge indiening van een omgevingsvergunning met verplichte medewerking van een professional: 150 euro
        • digitale indiening stedenbouwkundig attest- van zodra digitaal indienen mogelijk: 50 euro
        • analoge indiening stedenbouwkundig attest – van zodra digitaal mogelijk: 50 euro
        • digitale indiening van een melding: 25 euro
        • analoge indiening van een melding: 25 euro
        • digitale indiening van een socio-economische vergunning en vegetatiewijziging – van zodra digitaal indienen mogelijk: 50 euro
        • analoge indiening van een socio-economische vergunning en vegetatiewijziging – van zodra digitaal indienen mogelijk: 50 euro

        8° op het afleveren van vastgoedinformatie: hieromtrent wordt verwezen naar het besluit van de gemeenteraad dd. 29 januari 2024 betreffende "ICT. Vastgoedinformatieplatform" en waarbij de retributie per kadastraal perceel op 75 euro.

        9° op het aanvragen door professionelen van inlichtingen betreffende erfgenamen:  50 euro

        Opmerking:

        • Indien conform de procedure vereist worden de onkosten voor aangetekende zendingen doorgerekend aan de aanvrager
        • Betalingsbewijs van de factuur voor het desbetreffend dossier maakt deel uit van het dossier om ontvankelijk en volledig te verklaren.

        Titel 9 - Afvalinzameling

        Artikel 15:

        1° PMD-zakken:

        • 60-liter zak: 0,125 euro per zak of 1,50 euro per rol (op 1 rol zitten 12 zakken)
        • 90-liter zak: 0,175 euro per zak of 3,50 euro per rol (op 1 rol zitten 20 zakken)
        • 120-liter zak voor gebruik in PMD-containers door scholen: 0,25 euro per zak of 2,50 euro per rol (op 1 rol zitten 10 zakken) met het gratis ter beschikking stellen van 20 zakken per container per jaar

        2° Luierzakken: 0,50 euro per zak of 5 euro per rol (op 1 rol zitten 10 zakken)

        3° Diftarsticker, om aan te brengen op een afvalzak (enkel bij organisaties in gemeentelijke lokalen): 2 euro

        Artikel 16

        De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk. Ze wordt contant ingevorderd. 

        Artikel 17

        Zijn van de retributie vrijgesteld:

        1° geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS,

        De Lijn en op de openbare autobusdiensten.  Het betreft hier een verminderde prijs die om sociale redenen aan kroostrijke gezinnen wordt toegekend.  Om in dezelfde sociale geest te blijven moeten de onderzoeks- en controleverrichtingen ter zake door de gemeentelijke diensten kosteloos worden uitgevoerd.

        2° de stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven.

        3° de stukken, welke aan behoeftige personen worden afgegeven. De behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk.

        4°  de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.

        Titel 10 - Gemeentelijk uitkijktoren

        Artikel 18: Het plaatsen van installaties voor het ondersteunen van uitzendingen: 500 euro per installatie per jaar.

        Titel 11 - Gemeentelijke lokalen

        Artikel 19:  Vergoedingen

        §1 Verenigingen met hun zetel te Brakel zullen per organisatie met lucratieve doeleinden voor het gebruik van volgende lokalen of gebouwen een vergoeding betalen:

        1° van 50 euro: voor het oud-gemeentehuis te ex-Zegelsem, het Openbaar Centrum te ex-Opbrakel, de Zaal Onthaal te ex-Opbrakel, de gewezen gemeenteschool te ex-Elst, de gemeenteschool te ex-Parike 

        2° van 75 euro: voor het gebruik van het lokaal Cordenuit

        §2 Verenigingen met hun zetel buiten Brakel zullen per organisatie voor het gebruik van volgende lokalen of gebouwen een vergoeding betalen:

        1° van 100 euro: voor het oud-gemeentehuis te ex-Zegelsem, het Openbaar Centrum te ex-Opbrakel, de Zaal Onthaal te ex-Opbrakel, de gewezen gemeenteschool te ex-Elst, de gemeenteschool te ex-Parike 

        2° van 150 euro: voor het gebruik van het lokaal Cordenuit;

        §3 De gebruikers zullen per organisatie volgende vergoedingen betalen ongeacht het gebruik met of zonder lucratieve doeleinden:

        1° van 30 euro voor het gebruik van de keuken van de gemeenteschool te ex-Parike;

        2° voor het gebruik van de materialen (koppen met schoteltjes, dessertborden, lepels, vorken, percolator, koffiekannen, melkkannetjes) gestapeld in twee opbergkasten in de bergruimte van de polyvalente zaal zal betaald worden:

        a) een gebruiksvergoeding van € 25;

        b)een waarborg van € 50.

        3° Deze waarborg of een deel ervan zal teruggestort worden, na nazicht door een door de gemeente aangestelde, op een door de vereniging mede te delen rekeningnummer. De inventaris van de materialen is de volgende: 249 koppen, 251 schoteltjes, 144 dessertborden, 7 koffiekannen, 60 melkkannetjes, 249 koffielepels, 249 dessertvorken, 1 percolator.

        4° Bij beschadiging, vernietiging of verlies van één of meerdere materialen zal per eenheid volgend bedrag worden afgetrokken van de waarborg:

        a) Kop met schotelje: € 1;

        b) Dessertbord: € 1;

        c) Lepel: € 0,75;

        d) Vork: € 1;

        e) Percolator: € 425;

        f) Koffiekan: € 18;

        g) Melkkan: € 4,50;

        Indien het bedrag van de waarborg ontoereikend is zal de vereniging op eerste verzoek het verschil dienen te betalen tussen het verschuldigd bedrag en het bedrag van de waarborg.

        Artikel 20 Het gebruik van de lokalen, gebouwen of materialen door een vereniging en met lucratieve doeleinden kan slechts worden toegestaan mits voorafgaandelijk betaling van een retributie en eventuele waarborg zoals bepaald in artikel 19. Deze onkostenvergoeding en waarborg dienen uiterlijk bij de overhandiging van de sleutels betaald te worden.

        Titel 12 - Gebouwen in exploitatie via FARYS

        Artikel 21 §1 Sporthal

        §2 Zwembad

        Titel 13 - Gemeentelijke materialen door verenigingen

        Artikel 22 Te betalen borg

        1° Nadarafsluiting:

        a) kleine hoeveelheden: (tot en met 12 exemplaren) : € 20/nadar;

        b) per container (200m in 1 container): € 250

        2° Podium:

        a) groot: € 250

        b) klein: € 100

        c) mobiel: € 250

        3° Vlaggemasten: € 20/mast

        4° Vlaggen: € 10/vlag

        5° Verkeersborden: € 10/bord

        6° Verkeersborden op staander: € 20/bord

        7° Signalisatielampen: € 15/lamp

        8° Tentoonstellingspanelen: € 60/3 panelen

        9° 1 koffer met 4 tentoonstellingspanelen: € 40

        10° Lichtstaanders (statieven): € 40/staander

        11° Hoge hekkens: € 60/hekken

        12° Brandslang 20 meter: € 50/per slang

        13° Verminderingsstukken: € 20/stuk

        14° Verdeelstuk: 20/stuk

        Artikel 23

        Alle materialen worden geacht afgehaald of geleverd te zijn in goede staat.

        Alle materialen dienen tot gebruik op Brakels grondgebied. Hierop kan een afwijking worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen bij aanvraag tot gebruik door een andere stad of gemeente.

        De betaling der borg dient contant te geschieden door een afgevaardigde van de vereniging bij afhaling der materialen in het gemeentelijk arsenaal of bij levering door de gemeentediensten. De vrijgave van de borg geschiedt door overschrijving op een door de aanvrager op te geven rekeningnummer, na terugbrengen door de aanvrager of onze diensten van de gebruikte materialen en vaststelling van de goede staat der teruggebrachte of teruggehaalde materialen.

        Bij vaststelling van gebreken aan de teruggebrachte of teruggehaalde materialen materialen door de gemeentelijke diensten zal door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld worden welk aandeel van de borg wordt ingehouden ter herstel of vernieuwing van de beschadigde materialen.

        Het niet-terugbrengen van der gebruikte materialen op de afgesproken datum zal een verlies met zich brengen van 10% per dag vertraging van de borg; het verlies van de volledige borg ontslaat de gebruiker niet van de verplichting van teruggave van de gebruikte materialen;

        Titel 14 Gemeentelijke materialen door particulieren

        Artikel 24 Te betalen borg

        1° Nadarafsluiting (met een maximum van 12 nadars): 20 euro per nadar

        2° Verkeersborden: 10 euro per verkeersbord

        3° Verkeersborden op staander: 20 euro per bord

        4° Signalisatielampen: 15 euro per lamp

        De noodzakelijkheid ervan dient bevestigd te worden door de lokale politie, met omschrijving der nodige materialen en tijdsduur; daartoe wordt door de politiediensten het nodige document afgeleverd.

        De afhaling of aanvraag tot levering der materialen door de gemeentediensten geschiedt nadien in het gemeentelijk arsenaal met betaling in speciën der waarborg en eventuele leveringsvergoeding tegen ontvangstbewijs.

        De afhaling in het gemeentelijk arsenaal of levering der materialen door de gemeentediensten geschiedt enkel op dinsdag- en vrijdagvoormiddag tussen 10u en 12u, behoudens bij hoogdringendheid vast te stellen door de politiediensten; het terugbrengen der materialen door partikulieren geschiedt eveneens op voormelde dagen en tijdspanne.

        De vrijgave van de borg geschiedt door overschrijving op een door de aanvrager op te geven rekeningnummer, na terugbrengen door de aanvrager of onze diensten van de gebruikte materialen en vaststelling van de goede staat der teruggebrachte of teruggehaalde materialen; Bij vaststelling van gebreken aan de teruggebrachte of teruggehaalde materialen materialen door de gemeentelijke diensten zal door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld worden welk aandeel van de borg wordt ingehouden ter herstel of vernieuwing van de beschadigde materialen.

        Het niet-terugbrengen van der gebruikte materialen op de afgesproken datum zal een verlies met zich brengen van 10% per dag vertraging van de borg; het verlies van de volledige borg ontslaat de gebruiker niet van de verplichting van teruggave van de gebruikte materialen;

        Volgende leveringsvergoeding zal eenmalig worden betaald per leveringsadres:

        1° Vervoer met containervrachtwagen: € 50

        2° Vervoer met alle andere voertuigen: € 30.

        Alleen particulieren woonachtig te Brakel kunnen materialen eigendom van de gemeente in bruikleen krijgen. Particulieren kunnen de voorschreven materialen in gebruik krijgen voor een maximumtermijn van 1 maand.

        Titel 15 Invordering

        Artikel 25 Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. Dat exploot stuit de verjaring.

        Een bevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief. Schulden van een publieke rechtspersoon kunnen nooit via een dwangbevel worden ingevorderd. Verzet kan tegen dat exploot worden ingediend binnen één maand na de betekening ervan bij verzoekschrift of door een dagvaarding ten gronde.

        Titel 16 - Opheffing

        Artikel 26:

        §1 Dit reglement treedt in werking vanaf 15 februari 2024

        §2 Onderstaande besluiten wordt opgeheven op 15 februari 2024:

        1° Besluit dd. 30 mei 2023 van de Gemeenteraad betreffende "algemeen retributiereglement".

        Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan Farys voor wat betreft Titel 12

      • Financiën. Algemeen subsidiereglement.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Het opmaken van een algemeen subsidiereglement. Opzet is het bundelen van alle gemeentelijke subsidies in 1 reglement. Dit verhoogt de transparantie naar de burger.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41, lid 2, 23°.

        Feiten, context en argumentatie

        In deze versie van het reglement wordt de titel betreffende het éénmalig toekennen van een "AED-subsidie" van 500 euro aan de voetbalclubs op het grondgebied van de gemeente aangepast en het subsidiereglement betreffende IBA opgenomen.

        Besluit

        TITEL 1 SOCIALE DIENST

        Hoofdstuk 1 Subsidie mantelzorg

        Artikel 1:

        §1 Doelstelling

        De gemeente Brakel wil het werk waarderen van de mantelzorger die op een intense manier instaat voor de verzorging van een zorgbehoevende persoon, zodat deze zolang mogelijk thuis kan blijven wonen.

        De subsidie mantelzorg wordt betaald aan de zorgbehoevende en besteed als ondersteuning van de mantelzorger.

        §2 Zorgbehoevende

        1° De zorgbehoevende persoon is begunstigde van de gemeentelijke subsidie mantelzorg. Hij of zij vraagt deze subsidie via het aanvraagformulier persoonlijk aan en ontvangt zelf de subsidie mantelzorg via zijn of haar persoonlijk bankrekeningnummer

        2° De zorgbehoevende voldoet aan onderstaande voorwaarden:

          1. Ingeschreven in het bevolkingsregister van Brakel en thuis verblijven op een adres in de gemeente Brakel.
          2. Minimum 18 jaar oud
          3. Heeft geen recht op (verhoogde) groeipakket of persoonlijke assistenbudget
          4. Heeft op een schaal van zelfredzaamheid een belrai-score –van minstens 5/12 voor ADL en IADL of minstens 12/30 op de hele belrai-screener of een attest van FOD sociale zekerheid met een beperkte zelfredzaamheidscore van 12-14 punten.
          5. Komt niet in aanmerking voor het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden.

        De zorgbehoevende verbindt zich ertoe elke wijziging in zijn/haar situatie onmiddellijk door te geven.

        3° Het referentiejaar is het jaar waarin de prestaties door de mantelzorger zijn uitgevoerd en waarvoor de mantelzorgpremie wordt aangevraagd.

        § 3 Mantelzorger

        1° De mantelzorger is meerderjarig.

        2° Op vrijwillige en regelmatige basis en op een niet beroepsmatige wijze aanvullende zorg verlenen aan een zorgbehoevende overeenkomstig §2 van dit artikel.

        §4 Aanvraagprocedure

        1° Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld en ondertekend te zijn door de zorgbehoevende en mantelzorger en met onderstaande bewijsstukken:

          1. Een geldig officieel attest dat de zorgbehoefte aantoont:
          • een attest van indicatiestelling waaruit blijkt dat de zorgbehoevende een graad van zorgbehoevendheid scoort van minstens 5/12 voor ADL en IADL of minstens 12/30 voor de hele belrai-screener.
          • een medisch attest afgeleverd door de FOD Sociale Zekerheid, waaruit blijkt dat de zorgbehoevende een verminderde zelfredzaamheid heeft tussen de 12 en 14 punten.

        2. Een attest van de zorgkas met vermelding dat er vanuit de Vlaamse Zorgverzekering GEEN tussenkomst wordt verleend.

        Voornoemde attesten kunnen afgeleverd worden door de sociale dienst van mutualiteiten en de erkende diensten voor gezinszorg. Een attest afgeleverd door de huisarts, is niet geldig.

        2° Aanvragen

        De aanvragen voor de subsidie mantelzorg worden tegen uiterlijk 1 april van het daaropvolgende jaar overgemaakt aan de gemeente Brakel. Na onderzoek en behandeling door het college van burgemeester en schepenen worden de goedgekeurde aanvragen uitbetaald voor 1 juli van het aanvraagjaar op het persoonlijk bankrekeningnummer van de zorgbehoevende.

        §5  Bedrag

        De subsidie bedraagt 250 euro per goedgekeurde aanvraag.

        Er kan slechts 1 aanvraag per referentiejaar per zorgbehoevende worden aangevraagd.

        Hoofdstuk 2 Subsidie pleegzorg

        Artikel 2

        §1 Onder “pleeggezin” wordt begrepen één of meerdere volwassenen die in het kader van pleegzorg een jongere opvangen tot en met 18 jaar of zolang het groeipakket uitbetaald wordt, binnen een hulpverleningskader en mits een erkenning door Pleegzorg Vlaanderen.

        §2 Het pleeggezin, gedomicilieerd te Brakel en aangesloten bij Pleegzorg Vlaanderen als koepelorganisatie van de erkende diensten voor pleegzorg in Vlaanderen,  moet voldoen aan de voorwaarden en volgt de aanvraagprocedure beschreven in de artikelen 3 tot en met 4.

        §3 Pleeggezinnen kunnen jaarlijks aanspraak maken op een subsidie pleegzorgt. Deze subsidie bedraagt 120 EUR per pleegkind dat het afgelopen jaar minimum 6 maanden aan het gezin was toevertrouwd. De maximum subsidie per gezin bedraagt 3 x 120 EUR per jaar, ook al vangt het pleeggezin meer dan 3 kinderen op. Het bewijs van domiciliëring, geleverd aan de hand van een attest van gezinssamenstelling, evenals een attest afgeleverd door de begeleidende dienst voor pleegzorg, vormen de basis van de aanvraag. Als de jongere ouder is dan 18 jaar wordt ook een bewijs van groeipakket afgeleverd.

        §4 Pleeggezinnen woonachtig in Brakel dienen hun aanvraag tot subsidie pleegzorg digitaal, aan de hand van een ingevuld standaardformulier op www.brakel.be en vergezeld van de nodige bewijsstukken. De bewijslast van het dossier ligt bij het pleeggezin. Aanvragen voor een subsidie worden ingediend tegen uiterlijk 31 maart voor de pleegzorg van het voorafgaande kalenderjaar.

        TITEL 2 COMMUNICATIE EN EVENEMENTEN 

        Hoofdstuk 3 Subsidie buurtfeest

        Artikel 3

        §1 Binnen de beperkingen van de begrotingskredieten en onder de voorwaarden hierna bepaald, kan door het college van burgemeester en schepenen een subsidie toegekend worden aan buurtcomités die een buurtfeest inrichten.

        §2 Buurtfeesten hebben als opzet een buurt, wijk of plein leefbaarder te maken door de organisatie van een wijk-, buurt- of straatfeest.

        §3 Onder buurtfeest wordt verstaan een feest georganiseerd voor één of meerdere straten, een plein of een wijk.

        Onder buurtcomité wordt verstaan: elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer personen, woonachtig in de desbetreffende buurt, die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging".

        §4 Bij elk buurtfeest dienen minstens 10 gezinnen of 25 personen betrokken te zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie.

        §5 Uitgesloten zijn activiteiten met winstoogmerk, wijkoverstijgende evenementen, privéfeesten, schoolfeesten, familiefeesten, het louter organiseren van eetfestijnen, activiteiten in de directe omgeving van en op het tijdstip van een plaatselijke kermis en feesten met een religieus, filosofisch, promotioneel, politiek of commercieel karakter.

        §6 Deze subsidie kan enkel door buurtcomités aangevraagd worden.

        §7 Het buurtfeest wordt georganiseerd door inwoners van de gemeente Brakel voor een buurtfeest op het grondgebied van de gemeente Brakel. Daarbij dienen de initiatiefnemende aanvragers van deze subsidie in de desbetreffende straat, buurt of wijk te wonen.

        §8 De aanvraag gebeurt door twee volwassen initiatiefnemers van twee verschillende gezinnen (zonder familieband) die in de betrokken straat, wijk of buurt wonen. §4 Het buurtfeest richt zich minstens tot alle inwoners van een straat, wijk of buurt. Daarnaast moeten al deze inwoners schriftelijk op de hoogte gesteld worden en iedereen van deze straat, wijk of buurt moet de mogelijkheid krijgen om aan de activiteiten deel te nemen.

        §9 Elk buurtcomité komt slechts éénmaal per kalenderjaar in aanmerking voor deze toelage.

        §10 Er kan ook slechts éénmaal per jaar een toelage toegekend worden voor de organisatie van een buurfeest in de desbetreffende wijk, buurt of straat.

        §11 Deze toelage mag niet gecumuleerd worden met een andere toelage vanwege de gemeente Brakel of haar adviesraden voor hetzelfde evenement.

        §12 De aanvraag voor een toelage moet ingediend en ondertekend worden door de voorzitter en de secretaris van het buurtcomité of door twee verantwoordelijken uit de desbetreffende buurt, wijk of plein.

        §13 Bij de aanvraag voor een toelage zal ook een kopie worden gevoegd van de vooraf gevoerde communicatie rond dit buurtfeest (uitnodiging inwoners, affiches, flyers, website,…). §3 Bij de aanvraag zal een adreslijst worden gevoegd van de personen die aangeschreven werden.

        §14 De initiatiefnemers verbinden zich ertoe de heersende regelgeving (politieverordening, SABAM, billijke vergoeding, taksen, verzekering, enz.) te respecteren en zijn hiervoor zelf verantwoordelijk.

        §15 Het college van burgemeester en schepenen bepaalt binnen een maand na de aanvraag van de subsidie of het initiatief in aanmerking komt voor een subsidie. Het college kan de initiatiefnemers steeds om verduidelijking vragen.

        §16 De subsidie bedraagt per goedgekeurd buurtfeest 125 euro en wordt door middel van een Brakelse geschenkbon uitbetaald. Deze bon kan bij alle deelnemende handelaars worden gebruikt.

        §17 De subsidie kan aangewend worden om basisorganisatiekosten te dragen: kosten voor promotie, animatie, versiering, huur materiaal (met uitzondering van gemeentelijk materiaal), verzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid (BA), SABAM, billijke vergoeding en spijzen en dranken.

        §18 Met het oog op de uitbetaling van de toelage van het buurtfeest dienen bij de aanvraag van de toelage de nodige bewijsstukken binnengebracht te worden:

        1° financiële afrekening

        2° kopie van de facturen, rekeningen, onkostenstaten,… voor de gemaakte onkosten

        3° vijf sfeerfoto’s gemaakt tijdens het buurtfeest.

        §19 De toelage kan nooit meer bedragen dan de werkelijk gemaakte onkosten voor de organisatie van dit buurtfeest.

        §20 Bij de aanvraag moet een bewijs worden gevoegd waarin de besteding van de aangevraagde toelage wordt bepaald.

        §21 De aanvraag vermeldt tevens het rekeningnummer waarop de storting kan gebeuren en de naam van de persoon op wiens naam de rekening werd geopend.

        §22: Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden meegedeeld, of dat de subsidie niet werd gebruikt waarvoor ze initieel bedoeld is, dan wordt deze niet uitbetaald. Indien de subsidie reeds betaald is, dan kan deze ten allen tijde worden teruggevorderd.

        §23: Elke mogelijke betwisting omtrent de toepassing van het reglement wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen.

        §24: De aanvraag tot het verkrijgen van een financiële toelage dient binnen de 4 maanden na de eigenlijke organisatie te gebeuren. 

        TITEL 3 OPENBARE WERKEN

        Hoofdstuk 4 Subsidie gescheiden riolering op privaat domein

        Artikel 4

        §1 Aan de eigenaars van gebouwen waarvan de stedenbouwkundige vergunning dateert van voor 1 oktober 1999 en welke afkoppelingswerken uitvoeren, wordt een subsidie verleend ten bedrage van 50% van de aanvaarde kosten inclusief btw en met een maximum van 1.500 EUR en dit onder volgende voorwaarden:

        1° de eigenaar moet geldige facturen van de werken en/of materialen voorleggen

        2° de afkoppelingswerken worden uitgevoerd ingevolge de uitvoering van rioleringswerken in de voorliggende weg

        3° de werken worden uitgevoerd in overeenstemming met het afkoppelingsplan opgemaakt door de TMVW-AquaRio

        4° de eigenaar verleent toestemming om de werken te controleren en op te meten

        5° de premie wordt enkel uitbetaald na goedkeuring door de TMVW-AquaRio van de uitgevoerde werken

        Hoofdstuk 5 Subsidie voor de individuele behandeling afvalwater (IBA)

        Artikel 5

        §1 Definities

        1° Afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet verontreinigd hemelwater.

        2° Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater

        3° Huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van:

        a) normale huishoudelijke activiteiten

        b) sanitaire installaties

        c) keukens

        d) het reinigen van gebouwen zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen, gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, klinieken, hospitalen en andere inrichtingen waar niet besmettelijke zieken opgenomen en verzorgd worden, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons

        e) afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend

        4° gewone oppervlaktewateren: alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering

        5° Openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater

        6° centraal gebied: een geheel bestaande uit een operationele openbare afvalzuiveringsinstallatie, het stelsel van de openbare rioleringen en collectoren die ermee verbonden zijn, alsook de zone van 50 meter gelegen rondom dit stelsel

        7° collectief te optimaliseren buitengebied: de zone van 50 meter gelegen rond het stelsel van de openbare riolering en collectoren waarvan de aansluiting op een operationele openbare afvalzuiveringsinstallatie is gepland op basis van

        a) het investeringsprogramma bedoeld in artikel 32 octies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

        b) het investeringsprogramma bedoeld in artikel 32 duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

        8° individueel te zuiveren buitengebied: het gedeelte van het stelsel van de openbare riolering en collectoren dat niet valt onder §1,6° en 7° van dit reglement

        9° Kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving

        10° Individuele voorbehandelingsinstallatie: septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de voorbehandeling van normaal huisafvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen.

        §2 Een gemeentelijke premie voor de bouw van individuele behandeling afvalwater wordt verleend onder volgende voorwaarden:

        1° Het betreft de sanering van huishoudelijk afvalwater afkomstig van uitsluitend voor bewoning diende gebouwen

        2° Het betreft een installatie bij een woning in de zone overeenkomstig §1, 8° van dit reglement en dit overeenkomstig op het moment van kracht zijnde zoneringsplan van de gemeente Brakel.

        3° De individuele behandeling van afvalwater is geplaatst door TMVW/Farys en wordt onderhouden door TMVW/Farys. De eigenaar zal geen vrijstelling van de saneringsbijdrage of saneringsvergoeding kunnen aanvragen vermits dit dient om het onderhoud van de installatie te bekostigen.

        §3 Teneinde een gemeentelijke premie te bekomen dient volgende procedure in acht genomen te worden. De gemeentelijke premie (evenals de premie vanwege de VMM) wordt direct in mindering gebracht van de offerte en de factuur. De gemeentelijke premie wordt uit de AquaRio-enveloppe van Brakel genomen.

        §4 Premiebedrag

        De gemeentelijke premie is éénmalig en bestaat uit een vast gedeelte van € 2250 en een variabel gedeelte die 50% bedraagt van de bewezen kosten levering/plaatsing van de installatie, exclusief kosten voedingskabel elektriciteit en voor scheiden van afvalwater en hemelwater met een maximum van 1.500 euro. De kosten voor scheiden van afvalwater en hemelwater kunnen evenwel in aanmerking komen voor de gemeentelijke afkoppelingssubsidies.

        §5 Deze premie is van toepassing op alle “Individuele behandeling afvalwater” die aangevraagd worden vanaf 18 december 2017 en dit tot en met de uiterlijke datum vastgelegd door de VMM.

        TITEL 4 MILIEU

        Hoofdstuk 6 Subsidie herbruikbare luiers

        Artikel 6

        §1 Er wordt een subsidie toegekend voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers met bijhorende benodigdheden volgens de voorwaarden die hierna worden vastgelegd.

        §2 Om deze subsidie te ontvangen moet de vader, moeder of wettelijke voogd een aanvraagformulier indienen met daarbij een aankoop- of huurbewijs op naam en met vermelding van de factuurprijs.

        §3 De subsidie bedraagt de helft van de factuurprijs met een maximum van 100 euro per kind en maximum 50% van de bewezen kosten.

        §4 Gezinnen en alleenstaanden, ingeschreven in het gemeentelijk bevolkingsregister, met kinderen tot drie jaar komen in aanmerking voor de subsidie.

        §5 De subsidie wordt ingediend voor de derde verjaardag van het kind bij de gemeentelijke milieudienst.

        §6 Deze beslissing heeft betrekking op aankoop en huur van luiers vanaf 1 januari 2006.

        Hoofdstuk 7 Subsidie hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening

        Artikel 7

        §1 Definities

        1° horizontale dakoppervlakte de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak

        2° hemelwater verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater

        3° hemelwaterput / hemelwaterreservoir reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater

        4° hemelwaterinstallatie het geheel van hemelwaterput met eventueel bijhorend leiding- en pompsysteem, filter enz. met het oog op hergebruik van hemelwater

        5° infiltratie het doorsijpelen van hemelwater in de bodem

        6° infiltratievoorziening een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie

        7° gewestelijke stedenbouwkundige verordening het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

        8° gebouw vergunde woning of vergund lokaal

        9° lokaal vergund gebouw waarvan een vereniging gebruikt maakt voor haar activiteiten

        10° ‘bestaande’ woning woning waarvoor een bouwvergunning werd verkregen vóór 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten

        11° verbouwing een bouwproject waarbij 60% of meer van de buitenmuren wordt behouden

        12° herbouw een bouwproject waarbij minder dan 60% van de buitenmuren wordt behouden

        §2 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw, een subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. Deze hemelwaterinstallatie en infiltratievoorziening moet voldoen aan de voorwaarden in §2 van dit artikel

        §3 De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in ‘Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen’, meer bepaald de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten in infiltratievoorzieningen’ en in tweede instantie aan de technische voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (5 juli 2013). De belangrijkste voorwaarden die hierin vervat zitten zijn in de volgende twee artikelen opgenomen:

        §4 Hemelwaterinstallaties

        1° Het volume bedraagt 50l per vierkante meter horizontale dakoppervlakte afgerond naar het hogere duizendtal, met een minimum van 5000 l en een maximum van 10000l, tenzij gemotiveerd aangetoond kan worden dat een groter nuttig hergebruik mogelijk is of zal zijn.

        2° De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een subsidie bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte is slechts toegestaan mits grondige motivering.

        3° De hemelwaterputten worden uitgerust met een operationele pompinstallatie en een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.

        4° Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater.

        5° De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein.

        6° De overloop kan ook aangesloten worden op een openbare infiltratievoorziening, een waterloop, gracht of een ander oppervlaktewater. Wanneer deze afvoermogelijkheden niet aanwezig zijn of aansluiting hierop niet haalbaar is, mag de overloop van de hemelwaterput aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare ruilering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden.

        §5 Infiltratievoorzieningen

        1° De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4 vierkante meter per 100 vierkante meter afwaterende oppervlakte. Het buffervolume van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 25l per vierkante meter afwaterende oppervlakte.

        2° De afwaterende oppervlakte is de som van:

          1. De verharde grondoppervlakten die nieuw aangelegd of heraangelegd worden;
          2. Een deel van of in voorkomend geval de volledige bestaande verharde grondoppervlakte voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening;
          3. Een deel van of in voorkomend geval de volledige horizontale dakoppervlakte van de bestaande constructie waar tegenaan gebouwd wordt voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening.

        §6 Een afschrift van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden.

        §7 De subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bij bestaande woningen of bij verbouwing bedraagt 250 euro.

        §8 De subsidie voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt 250 euro.

        §9 Controle

        Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie zal een door de gemeente gemachtigde instantie of ambtenaar zich ervan vergewissen dat aan de voorwaarden van het subsidiereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de subsidie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen.

        §10 Aanvraag tot subsidie

        De aanvraag tot het bekomen van een subsidie wordt bij voorkeur ingediend vóór de aanleg van de installatie. De aanvrager kan voor vragen over de aanleg van installaties en infiltratievoorzieningen terecht op de milieudienst.

        §11 De subsidie wordt aan de eigenaar, gebruiker of huurder (mits toestemming van de eigenaar) van een gebouw gelegen op het grondgebied van Brakel slechts éénmalig toegekend. 

        Hoofdstuk 7 Aanplant en onderhoud kleine landschapselementen door landbouwers

        Artikel 8

        §1 Het gemeentebestuur van Brakel heeft beslist om een toelage uit te keren, voor landbouwers, binnen de perken van de daartoe op de begroting voorziene middelen, voor de aanplant en het onderhoud van landschappelijk waardevolle punt- en lijnvormige landschapselementen, bepaald in artikel 42 en niet-subsidieerbaar via het POP, om zo de aantrekkelijkheid van de landelijke omgeving te verhogen.

        §2 : Definities:

        1° lijnvormig landschapselement: een langwerpig, niet perceelsvormend landschapselement dat een landschapsstructurerende invloed heeft en voor een groot deel bestaat uit houtige gewassen.

        2° puntvormig landschapselement: solitaire (alleenstaande) knot- en hoogstambomen, amfibieënpoelen.

        3° haag: een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen die onderaan zodanig aaneensluiten dat visuele en fysieke penetratie moeilijk is. Er zijn in de Vlaamse Ardennen drie enkelvoudige types hagen: geschoren hagen, heggen en kaphagen.

          1. geschoren haag: haag die in vorm wordt gehouden met een snoeischaar; de haag wordt geschoren en/of geknipt.
          2. heg: dit is een haag die al dan niet door verwaarlozing breder en/of hoger uitgegroeid is. Een heg komt NIET in aanmerking voor subsidie via onderhavig reglement.
          3. kaphaag: haag die bestaat uit lage, dicht op elkaar staande knotbomen van vooral Gewone es of Haagbeuk. De kaphoogte bedraagt slechts 150 à 200 cm en de plantafstand slechts 30 à 150 cm. Kaphagen worden gebruikt als afsluiting van erven, tuinen, boomgaarden en weiden in de onmiddellijke buurt van erven.

        4° bomenrij: lijnvormig landschapselement bestaande uit opgaande bomen en/of knotbomen, die zo ver uit elkaar staan dat visuele en/of fysieke penetratie amper wordt gehinderd. Er zijn twee enkelvoudige types van bomenrijen: opgaande bomenrijen en knotbomenrijen.

          1. opgaande bomenrij: bomenrij die bestaat uit opgaande bomen.
          2. knotbomenrij: bomenrij die bestaat uit knotbomen met een knothoogte groter dan 200 cm en een plantafstand groter dan 150 cm.

        5° hoogstammige fruitbomen en boomgaard: groepering van minstens 2 hoogstammige fruitbomen met een stamhoogte van minstens 2 meter en met een stamomtrek van 6 tot 8 cm.

        6° mengvorm: lijnvormig landschapselement dat een mengvorm is tussen verschillende hierboven gedefinieerde types. Als gevolg van de drievoudige gelaagdheid zijn geschoren hagen en houtkanten, ingeplant met opgaande bomen en knotbomen, vanuit ecologisch standpunt de interessantste.

        7° vellen of rooien: vellen is het omhakken of omzagen; rooien is vellen met verwijdering van het wortelgestel. Hieronder wordt ook verstaan het schade toebrengen of verminken of vernietigen door ondermeer ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van chemische middelen, inkervingen en benagelen; rooien of vellen is niet het langs weiden of akkers bevestigen van afsluitdraden aan lijnvormige landschapselementen door middel vankrammen en dergelijke, om percelen af te bakenen, voor zover deze landschapselementen effectief deel uitmaken van de afsluiting. 8. landelijk gebied: gebieden die op het gewestplan staan aangeduid als agrarisch gebied (met inbegrip van het ecologisch en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied), bosgebied, natuurgebieden, natuurreservaten, parkgebieden, vallei-brongebieden.

        §3 De toelage heeft betrekking op punt- en lijnvormige landschapselementen die gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied of grenzend aan percelen met een agrarisch bodemgebruik (akkers, weiland, boomgaarden) met uitzondering van de vijftig meterzone bij bebouwde percelen.

        §4 Enkel streekeigen beplantingen opgenomen in bijlage 1 komen in aanmerking voor betoelaging.

        §5 De betoelaagde aanplanting dient minimum gedurende 10 jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan. Het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van het betoelaagde plantsoen is niet toegestaan.

        §6 Het plantsoen dat gebruikt wordt moet de volgende minimale afmetingen hebben: - 40 tot 60 cm hoogte voor bosplantsoen en heesters - 6 tot 8 cm stamomtrek bij hoogstammige bomen

        §7 De aanplanting dient uitgevoerd te worden conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken op dergelijke aanplantingen (vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op de buurtwegen).

        §8 De toelage kan enkel worden gebruikt voor het plantsoen; steunpalen, meststoffen, uurlonen... komen niet in aanmerking. Enkel het aangeslagen plantsoen kan worden betoelaagd; het afgestorven plantsoen komt niet in aanmerking.

        §9 

        1° Op basis van het verslag van de bevoegde gemeentelijke ambtenaar zal het schepencollege al dan niet zijn goedkeuring verlenen tot uitbetaling van de beplantingstoelage.

        2° Na toekenning dient de aanvrager zijn plantgoed goed te onderhouden en in stand te houden; hij zal daartoe zorg dragen bij eventuele stoornissen in het groeipatroon, op straffe van terugvordering van de toelage. De poot moet vervangen worden tot hij aanslaat.

        §10 Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten die kunnen leiden tot de aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijke waardevolle elementen. Als schadelijke handelingen worden in ieder geval aangemerkt: - het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement - het geheel of gedeeltelijk afgraven van het landschapselement - het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen langsheen het landschapselement - het verbranden van bermen langs de hagen en het hakhout in de nabijheid van de overige in bijlage vermelde landschapselementen Bij inbreuk dient alle in de loop der jaren uitgekeerde subsidie terugbetaald te worden.

        § 11 De aanvrager zal, eens de aanplant voldoet aan de voorwaarden, beroep kunnen doen op de toelage voor het onderhoud van landschappelijk waardevolle landschapselementen.

        §12 Volgende plantvoorschriften moeten gevolgd worden:

        1° geschoren haag: 20 tot 33 cm, zo nodig in een dubbele rij, afhankelijk van de gewenste breedte, minimum 25 m lengte

        2° kaphaag: 30 tot 150 cm, minimum 50 m lengte

        3° opgaande bomenrij: 5 tot 10 meter plantafstand, minimum 50 meter lengte

        4° knotbomenrij: 1,5 tot 6 meter plantafstand;

        5° boomgaard: afhankelijk van de soort, min. 8 meter plantafstand tussen twee bomen (zie bijlage 2), aanplant van minimum 2 bomen

        6° mengvorm: afhankelijk van de gekozen menging, bv. een dichte haag met plantafstand zoals hierboven, om de 5 à 10 meter ingeplant met afwisselend een opgaande boom en een knotboom

        §13 De uitbetalingsmodaliteiten voor de aanplant/aanleg zijn:

        1° Er wordt uitbetaald na controle van de aanleg door de bevoegde ambtenaar, binnen de zes maanden na de aanplant of aanleg

        2° De toelage bedraagt:

          1. voor hagen: voor bosplantsoen € 1/m
          2. voor opgaande bomen en hoogstammige fruitbomen: € 6,5 per stuk
          3. voor knotbomen: € 2,5 per stuk (met een minimum van 5 stuks)

        3° De toelage kan maximaal 125 € per aanvrager/jaar bedragen.

        §14 De landschapselementen komen slechts in aanmerking voor een onderhoudssubsidie als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

        1° geschoren hagen: minimale lengte van 25 m minimale hoogte van 1,25 m minimale breedte van 50 cm minstens 3 jaar oud

        2° kaphagen: minimale lengte van 50 m minimale hoogte van 1,50 m minstens 6 jaar oud

        3° knotbomen: minstens 3 jaar oud zijn minimale lengte is 50 m 4. hoogstammige fruitbomen en boomgaarden: minstens 3 jaar oud zijn

        §15 Het onderhoud zal bestaan uit:

        1° wat geschoren hagen betreft: (twee)jaarlijks in de periode tussen oktober en maart de hagen snoeien, scheren of knippen. Er zal bij het ontstaan van gaten in de hagen zorg gedragen worden dat deze gaten opgevuld worden met soorten waaruit de haag is opgebouwd.

        2° wat kaphagen betreft: om de 3 tot 20 jaar tussen november en maart.

        3° wat knotbomen betreft: om de 5 tot 15 jaar in de periode tussen 1 november en 1 maart hakhoutbeheer toepassen.

        4° wat hoogstammige fruitbomen en boomgaarden betreft: in de periode tussen 1 november en 1 maart snoeiwerken uitvoeren.

        §16  de subsidies voor onderhoud bedragen:

        1° voor hagen: € 2,5 per lopende meter

        2° voor kaphagen: € 2,5 per lopende meter

        3° voor knotbomen: € 12,5 per boom (voor de eerste knot: 5€)

        4° voor opgaande en solitaire bomen: geen onderhoudssubsidie, omdat deze bomen een financieel voordeel opbrengen bij kappen en verkopen.

        5° voor hoogstammige fruitbomen en boomgaarden: € 5 per boom

        6° voor mengvormen van hagen, of houtkanten met knotbomen of opgaande bomen: cumulatie van de twee

        §17  de toelagen voor het onderhoud kunnen slechts uitgekeerd worden met de volgende tussentijd:

        1° voor hagen: om de 2 jaar

        2° voor kaphagen: om de 3 jaar

        3° voor houtkanten: om de 3 jaar

        4° voor knotbomen: om de 5 jaar à 15 jaar

        5° voor hoogstammige fruitbomen en boomgaarden: om de 3 jaar

        §18 De aanvraag voor aanplant en/of onderhoud moet ingediend worden voor 31 maart op het volgende adres: Gemeentebestuur Brakel, dients milieu, Marktplein 1 te Brakel

        §19 Het schepencollege beslist of de aanvrager voor de betreffende toelage in aanmerking kan komen.

        §20 De aanvraag moet minimaal 1 maand voor de aanvang van de uitvoering van de werken ingediend worden en is enkel geldig voor aanplantingen die geschieden in de periode voor 31 maart. Bij slechte weersomstandigheden, met name bij strenge vorst, kan de termijn met een maand verlengd worden.

        §21 De aanvrager dient dadelijk na de aanplanting via het gemeentelijk meldingsformulier schriftelijk aan de gemeente te verklaren dat voldaan is aan de genoemde voorwaarden. Daartoe ontvangt de aanvrager een formulier van controleaanvraag dat volledig moet ingevuld en teruggezonden worden naar bovenstaand adres.

        § 22 De gemeentelijke overheid zal, na het indienen van de controleaanvraag, zelf gaan controleren, tijdens de maanden juli, augustus, september en oktober of de werken uitgevoerd zijn.

        §23 De toelagen voor het onderhoud van punt- en lijnvormige kleine landschapselementen kunnen jaarlijks bekomen worden.

        §24 Het krediet voor de toelagen zal jaarlijks, indien nodig, op de begroting van de Milieuraad voorzien worden.

        §25 Cumulatie van subsidies wordt niet toegestaan; aanleg en/of onderhoud van KLE’s worden niet betoelaagd door dit gemeentelijk subsidiereglement als een hoger bestuursorgaan een subsidie toekent voor dezelfde daad. De Provincie Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor het (her)aanleggen en onderhouden van KLE's (knotwilgen en veedrinkpoelen) in gebieden waar door het Provinciebestuur natuurbehoudsprojecten tot ontwikkeling worden gebracht. Ook het Vlaams Gewest geeft bij monde van de Vlaamse Landmaatschappij subsidies in het kader van de Europese Verordening 2078/92 en 1257/99.

        Hoofdstuk 8 Aanplant en onderhoud kleine landschapselementen door particulieren

        Artikel 8

        §1 Het gemeentebestuur van Brakel beslist om een toelage uit te keren, binnen de perken van de daartoe op de begroting voorziene middelen, voor de aanplant en het onderhoud van landschappelijk waardevolle punt- en lijnvormige landschapselementen, bepaald in artikel 2, om zo de aantrekkelijkheid van de landelijke omgeving te verhogen.

        §2 Definities:

        1. lijnvormig landschapselement: een langwerpig, niet perceelsvormend landschapselement dat een landschapsstructurerende invloed heeft en voor een groot deel bestaat uit houtige gewassen.
        2. puntvormig landschapselement: solitaire (alleenstaande) knot- en hoogstambomen, amfibieënpoelen.
        3. haag: een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen die onderaan zodanig aaneensluiten dat visuele en fysieke penetratie moeilijk is. In de Vlaamse Ardennen zijn drie types enkelvoudige hagen aanwezig:
          1. geschoren haag: haag die in vorm wordt gehouden met een snoeischaar; de haag wordt geschoren en/of geknipt.
          2. heg: dit is een haag die al dan niet door verwaarlozing breder en/of hoger uitgegroeid is.
          3. kaphaag: haag die bestaat uit lage, dicht op elkaar staande knotbomen van vooral Gewone es of Haagbeuk. De kaphoogte bedraagt slechts 150 à 200 cm en de plantafstand slechts 30 à 150 cm. Kaphagen worden gebruikt als afsluiting van erven, tuinen, boomgaarden en weiden in de onmiddellijke buurt van erven.
        4. houtkant: dit is hakhout (houtige gewassen die periodiek bij de grond worden gekapt en terug uitschieten). Houtkanten komen vooral in de volgende situaties voor: gelijkgrondse houtkanten langs beken of grachten en houtkanten op talud. Houtkanten kunnen meerdere meters breed zijn en worden daarom in oppervlakte (of m²) uitgedrukt.
          1. gelijkgrondse houtkant: een houtkant langs één zijde of weerszijden van een beek of gracht die niet of amper op een helling staat.
          2. houtkant op talud: een houtkant die op een duidelijke, niet bewust door de mens opgeworpen helling staat, zoals op steile beekoevers, flanken van holle wegen, al of niet door de mens beïnvloede bermen op perceelsgrenzen.
        5. bomenrij: lijnvormig landschapselement bestaande uit opgaande bomen en/of knotbomen, die zo ver uit elkaar staan dat visuele en/of fysieke penetratie amper wordt gehinderd. Er zijn twee enkelvoudige types van bomenrijen: opgaande bomenrijen en knotbomenrijen.
          1. opgaande bomenrij: bomenrij die bestaat uit opgaande bomen.
          2. knotbomenrij: bomenrij die bestaat uit knotbomen met een knothoogte groter dan 200 cm en een plantafstand groter dan 150 cm.
        6. hoogstammige fruitbomen en boomgaard: groepering van minstens 2 hoogstammige fruitbomen met een stamhoogte van minstens 2 meter en met een stamomtrek van 6 tot 8 cm.
        7. mengvorm: lijnvormig landschapselement dat een mengvorm is tussen verschillende hierboven gedefinieerde types. Als gevolg van de drievoudige gelaagdheid zijn geschoren hagen en houtkanten, ingeplant met opgaande bomen en knotbomen, vanuit ecologisch standpunt de interessantste. 
        8. vellen of rooien: vellen is het omhakken of omzagen; rooien is vellen met verwijdering van het wortelgestel. Hieronder wordt ook verstaan het schade toebrengen of verminken of vernietigen door ondermeer ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van chemische middelen, inkervingen en benagelen; rooien of vellen is niet het langs weiden of akkers bevestigen van afsluitdraden aan lijnvormige landschapselementen door middel van krammen en dergelijke, om percelen af te bakenen, voor zover deze landschapselementen effectief deel uitmaken van de afsluiting.
        9. amfibieënpoel:
          1. grootte: 25 m² < x < 150 m² wateroppervlakte
          2. diepte: 0.5 m < x < 1.50 m
          3. bezonde oever: een ondiepe waterzone NO/NW gelegen met een wateroppervlakte van minstens 20% van de totale oppervlakte.
          4. bescherming tegen vee: een degelijke afsluiting op 1.5 m afstand van de poel; 25% van de poel mag vrij blijven als drinkplaats voor het vee.
          5. watervoorziening: bestaat uit kwel- en bronwater met inachtname van natuurlijke moerasvegetaties; contact met de sloot is mogelijk en toegestaan.
          6. bodem: bestaat liefst uit een ondoordringbare kleilaag; folies zijn niet toegestaan.
        10. landelijk gebied: gebieden die op het gewestplan staan aangeduid als agrarisch gebied (met inbegrip van het ecologisch en het landschappelijk waardevol agrarisch gebied), bosgebied, natuurgebieden, vallei-brongebieden, natuurreservaten, parkgebieden.

        §3 De toelage heeft betrekking op punt- en lijnvormige landschapselementen die gelegen zijn binnen of grenzend aan het landelijk gebied of grenzend aan percelen met een agrarisch bodemgebruik (akkers, weiland, boomgaarden) met uitzondering van de vijftig meterzone bij bebouwde percelen.

        §4 Enkel streekeigen beplantingen opgenomen in bijlage 1 komen in aanmerking voor betoelaging.

        §5 De betoelaagde aanplanting dient minimum gedurende 10 jaar integraal en intact op dezelfde plaats te blijven staan. Het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van het betoelaagde plantsoen is niet toegestaan.

        §6 Het plantsoen dat gebruikt wordt moet de volgende minimale afmetingen hebben: - 40 tot 60 cm hoogte voor bosplantsoen en heesters - 6 tot 8 cm stamomtrek bij hoogstammige bomen

        §7 De aanplanting dient uitgevoerd te worden conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken op dergelijke aanplantingen (vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op de buurtwegen).

        §8 De toelage kan enkel worden gebruikt voor het plantsoen; steunpalen, meststoffen, uurlonen... komen niet in aanmerking. Enkel het aangeslagen plantsoen kan worden betoelaagd; het afgestorven plantsoen komt niet in aanmerking.

        §9 Op basis van het verslag van de bevoegde gemeentelijke ambtenaar zal het schepencollege al dan niet zijn goedkeuring verlenen tot uitbetaling van de beplantingstoelage.

        §10 Na toekenning dient de aanvrager zijn plantgoed of zijn amfibieënpoel goed te onderhouden en in stand te houden; hij zal daartoe zorg dragen bij eventuele stoornissen in het groeipatroon, op straffe van terugvordering van de toelage. De poot moet vervangen worden tot hij aanslaat.

        §11 Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten die kunnen leiden tot de aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijke waardevolle elementen. Als schadelijke handelingen worden in ieder geval aangemerkt: - het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen of producten in het landschapselement - het geheel of gedeeltelijk afgraven van het landschapselement - het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen langsheen het landschapselement - het verbranden van bermen langs de hagen en het hakhout in de nabijheid van de overige in bijlage vermelde landschapselementen Bij inbreuk dient alle in de loop der jaren uitgekeerde subsidie terugbetaald te worden. Art. 12 : De aanvrager zal, eens de aanplant voldoet aan de voorwaarden, beroep kunnen doen op de toelage voor het onderhoud van landschappelijk waardevolle landschapselementen. A

        §12 Volgende plantvoorschriften moeten gevolgd worden:

        1° geschoren haag: 20 tot 33 cm, zo nodig in een dubbele rij, afhankelijk van de gewenste breedte, minimum 25 m lengte

        2° heg: maximaal 200 cm, minimum 50 m lengte

        3° kaphaag: 30 tot 150 cm, minimum 50 m lengte - houtkant (gelijkgrondse of op talud): 50 tot 150 cm, in driehoeksverband, het aantal rijen is afhankelijk van de breedte van de berm, maar steeds minimum 2; de aan te planten houtkant dient minimum 150 m² te zijn

        4° opgaande bomenrij: 5 tot 10 meter plantafstand, minimum 50 meter lengte

        5° knotbomenrij: 1,5 tot 6 meter plantafstand, minimum 50 meter lengte

        6° boomgaard: afhankelijk van de soort, min. 8 meter plantafstand tussen twee bomen (zie bijlage 2), aanplant van minimum 2 bomen;

        7° mengvorm: afhankelijk van de gekozen menging, bv. een dichte haag met plantafstand zoals hierboven, om de 5 à 10 meter ingeplant met afwisselend een opgaande boom en/of een knotboom

        §13  De uitbetalingsmodaliteiten voor de aanplant/aanleg zijn:

        Er wordt uitbetaald na controle van de aanleg door de bevoegde ambtenaar, binnen de zes maanden na de aanplant of aanleg De toelage bedraagt:

        1° voor hagen: voor bosplantsoen € 1/m

        2° voor heggen en kaphagen: € 1/m - voor houtkanten: bosplantsoen € 1,0/m²

        3° voor opgaande bomen: € 6,5/stuk - voor knotbomen: € 2,5/stuk met een minimum van 5 stuks

        4° voor hoogstammige fruitbomen: € 6,5 per stuk - voor de aanleg van een amfibieënpoel: € 62,5 (als 25 m²< wateroppervlakte =< 50 m²) en € 125 (als wateroppervlakte > 50 m²). De toelage voor aanplant kan maximaal € 125 per aanvrager/jaar bedragen.

        §14 De landschapselementen komen slechts in aanmerking voor een onderhoudssubsidie als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

        1°  geschoren hagen:

          1. minimale lengte van 25 m
          2. minimale hoogte van 1,25 m
          3. minimale breedte van 50 cm 
          4. minstens 3 jaar oud

        2°  heggen

          1. minimale lengte van 50 m
          2. minimale hoogte van 2,00 m minimale breedte van 100 cm
          3. minstens 6 jaar oud

        3° kaphagen:

          1. minimale lengte van 50 m
          2. minimale hoogte van 1,50 m
          3. minstens 6 jaar oud

        4° houtkanten:

          1. minstens 150 m² groot
          2. minstens 10 jaar oud zijn

        5° knotbomen:

          1. minstens 3 jaar oud zijn
          2. minimale lengte is 50 m

        6° hoogstammige fruitbomen en boomgaarden: minstens 3 jaar oud zijn 7. amfibieënpoelen: minstens 5 jaar oud zijn

        §15  Het onderhoud zal bestaan uit:

        1° wat geschoren hagen betreft: (twee)jaarlijks in de periode tussen oktober en maart de hagen snoeien, scheren of knippen. Er zal bij het ontstaan van gaten in de hagen zorg gedragen worden dat deze gaten opgevuld worden met soorten waaruit de haag is opgebouwd.

        2° wat kaphagen en heggen betreft: om de 3 tot 20 jaar tussen november en maart.

          1. wat houtkanten betreft: om de 3 tot 20 jaar in de periode tussen 1 november en 1 maart hakhoutbeheer toepassen en het afkomende hakhout afvoeren.
          2. wat knotbomen betreft: om de 5 tot 15 jaar (afhankelijk van de houtsoort) in de periode tussen 1 november en 1 maart knotten.
          3. wat hoogstammige fruitbomen en boomgaarden betreft: aan te raden is om jaarlijks in de periode tussen 1 november en 1 maart snoeiwerken uit te voeren.
          4. wat hoogstammige/opgaande bomen betreft: deze worden niet betoelaagd, omdat de boom een financieel voordeel opbrengt bij kappen en verkopen.
          5. wat amfibieënpoelen betreft: om dichtgroeiing en verlanding van de poel te vermijden, dient het overtollige slib te worden geruimd in de maanden september/oktober. Een periodieke herhaalde maar beperkte ruiming (bv. jaarlijks) is te verkiezen boven een éénmalige drastische ingreep om de 5 jaar.

        §16  de subsidies voor onderhoud bedragen:

        1° voor hagen: € 2,5 per lopende meter;

        2° voor heggen en kaphagen: € 2,5 per lopende meter

        3° voor houtkanten: € 0,7 per m²

        4° voor knotbomen: € 12,5 per boom (de eerste knot: € 5)

        5° voor hoogstammige fruitbomen: € 5 per boom

        6° voor opgaande en solitaire bomen: geen onderhoudssubsidie, omdat de boom een financieel voordeel opbrengt bij kappen en verkopen.

        7° voor mengvormen van hagen, heggen of houtkanten met knotbomen of opgaande bomen: cumulatie van de twee

        8° voor onderhoud van amfibieënpoelen: € 62,5

        §17 De toelagen voor het onderhoud kunnen slechts uitgekeerd worden met de volgende tussentijd:

        1° voor hagen: om de 2 jaar

        2°voor heggen en kaphagen: om de 3 jaar - voor houtkanten: om de 3 jaar

        3° voor knotbomen: om de 5 à 15 jaar, afhankelijk van de boomsoort

        4° voor hoogstammige fruitbomen : om de 3 jaar

        5° voor poelen: om de 5 jaar

        §18 De aanvraag voor aanplant en/of onderhoud moet ingediend worden voor 31 maart op het volgende adres: Gemeentebestuur Brakel, dienst milieu, Marktplein 1 te Brakel.

        §19 Het schepencollege beslist of de aanvrager voor de betreffende toelage in aanmerking kan komen.

        §20 De aanvraag moet minimaal 1 maand voor de aanvang van de uitvoering van de werken ingediend worden en is enkel geldig voor aanplantingen die geschieden in de periode voor 31 maart. Bij slechte weersomstandigheden, met name bij strenge vorst, kan de termijn met een maand verlengd worden.

        §21 De aanvrager dient dadelijk na de aanplanting via het gemeentelijk meldingsformulier schriftelijk aan de gemeente te verklaren dat voldaan is aan de genoemde voorwaarden. Daartoe ontvangt de aanvrager een formulier van controleaanvraag dat volledig moet ingevuld en teruggezonden worden naar bovenstaand adres.

        §22 De gemeentelijke overheid zal, na het indienen van de controleaanvraag, zelf gaan controleren, tijdens de maanden juli, augustus, september en oktober of de werken uitgevoerd zijn.

        §23 Het krediet voor de toelagen zal jaarlijks, indien nodig, op de begroting van de Milieuraad voorzien worden.

        §24 Cumulatie van subsidies wordt niet toegestaan; aanleg en/of onderhoud van KLE’s worden niet betoelaagd door dit gemeentelijk subsidiereglement als een hoger bestuursorgaan een subsidie toekent voor dezelfde daad. De Provincie Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor het (her)aanleggen en onderhouden van KLE's (knotwilgen en veedrinkpoelen) in gebieden waar door het Provinciebestuur natuurbehoudsprojecten tot ontwikkeling worden gebracht. Ook het Vlaams Gewest geeft bij monde van de Vlaamse Landmaatschappij subsidies in het kader van de Europese Verordening 2078/92 en 1257/99.

        TITEL 5 SPORT

        Hoofdstuk 8 Subsidiereglement scholen

        Artikel 8

        §1 Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan scholen voor het deelnemen aan de voorgestelde sportactiviteiten.

        §2 De subsidiëring van het huidige schooljaar wordt steeds bepaald op basis van de opgenomen gegevens van de school met betrekking tot het voorgaande schooljaar.

        §3 De verdeling en bekendmaking van de subsidies vindt plaats voor eind september van het huidige schooljaar.

        §4 Een bepaling omtrent sport.

        “Activiteiten die individueel of in ploegverband worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke inspanning centraal staat”.

        §5 De scholen aanvaarden dat de subsidies moeten gebruikt worden voor het doel waarvoor ze zijn toegekend (= aankoop van sportmateriaal).

        §6 Indien een school niet deelneemt aan een welbepaald onderdeel/activiteit dan kan de school daar ook geen punten voor krijgen. De kleuterscholen bevatten 3 onderdelen, de lagere scholen bevatten 6 onderdelen en de secundaire scholen bevatten 4 onderdelen.

        §7 Een school verdient ook geen punten wanneer er minder dan vijf deelnemers aan een bepaald onderdeel/activiteit deelnemen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat ze niet mogen deelnemen. 

        KLEUTERONDERWIJS

        1. Sportdagen (sportvoormiddag of -namiddag)

        Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen (sportvoormiddag of -namiddag) procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school. De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.

        Eén sportdag (sportvoormiddag of -namiddag) geldt maximaal voor één leerjaar.

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten

        2. Interscholencross (derde kleuterklas)

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal kleuters die effectief deenemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel kleuters telt wordt er procentueel gekeken (het aantal kleuters die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal kleuters op de school).

        In dit onderdeel zijn het enkel de kleuters van de derde kleuterklas die in acht worden genomen.

        • Eerste plaats: 5 punten
        • Tweede plaats: 3 punten
        • Derde plaats: 2 punten
        • Vierde plaats: 1 punt

        3. Project(en) of activiteit(en) van SVS

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal kleuters die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel kleuters telt wordt er procentueel gekeken (het aantal kleuters die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal kleuters op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).

        Er worden punten verkregen per project/activiteit van SVS.
        Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.

        • Eerste plaats: 5 punten
        • Tweede plaats: 3 punten
        • Derde plaats: 2 punten
        • Vierde plaats: 1 punt

        BASISONDERWIJS

        1. Sportdagen

        Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school.
        De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.

        Eén sportdag geldt maximaal voor één leerjaar.

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten

        2. Sportklassen

        Het gaat hierbij over sportklassen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit is volledig georganiseerd door de sportdienst zelf.

        Mogelijkheden:

        • Volledige week sportklassen: maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag
        • Halve week sportklassen (A): maandag – dinsdag – woensdag
        • Halve week sportklassen (B): woensdag – donderdag – vrijdag

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal weken sportklassen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school. De rangschikking die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.

        • Eerste plaats: 15 punten
        • Tweede plaats: 10 punten
        • Derde plaats: 5 punten
        • Vierde plaats: 3 punten

        3. Interscholencross

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten

        4. Lentewandeling

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de lentewandeling. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de lentewandeling ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten

        5. Zwemmeeting

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de zwemmeeting. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de zwemmeeting ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school, gerekend vanaf het derde leerjaar tot en met het zesde leerjaar).

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten

        6. Projecten/activiteiten van SVS

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).

        Er kunnen punten verkregen worden per project/activiteit van SVS.
        Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.

        • Eerste plaats: 5 punten
        • Tweede plaats: 3 punten
        • Derde plaats: 2 punten
        • Vierde plaats: 1 punt

        SECUNDAIR ONDERWIJS

        1. Sportdagen

        Het gaat hierbij over sportdagen die doorgaan in sporthal “de Rijdt” / zwembad “Poseidon” te Brakel. Dit kunnen sportdagen zijn georganiseerd door de sportdienst ofwel door de leerkracht(en) L.O. van de school zelf.

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal sportdagen procentueel bekeken ten opzichte van het aantal leerjaren op de school.
        De plaats die de school dan inneemt stemt overeen met x aantal punten.

        Eén sportdag geldt maximaal voor één leerjaar.

        • Eerste plaats: 20 punten
        • Tweede plaats: 12 punten
        • Derde plaats: 8 punten
        • Vierde plaats: 4 punten

        2. Interscholencross

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de interscholencross. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de interscholencross ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten 

        3. Zwemmeeting

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deenemen aan de zwemmeeting. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan de zwemmeeting ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school).

        • Eerste plaats: 10 punten
        • Tweede plaats: 6 punten
        • Derde plaats: 4 punten
        • Vierde plaats: 2 punten 

        4. Projecten/activiteiten van SVS

        De rangschikking van de school wordt bepaald door het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS. Aangezien elke school niet evenveel leerlingen telt wordt er procentueel gekeken (het aantal leerlingen die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van het totaal aantal leerlingen op de school die in aanmerking komen voor dit project/activiteit).

        Er kunnen punten verkregen worden per project/activiteit van SVS.
        Wanneer er dus bijvoorbeeld twee projecten/activiteiten van SVS zijn en je eindigt twee keer eerste dan krijg je 10 punten. Er worden dus aan elk project/activiteit van SVS afzonderlijk punten toegediend.

        • Eerste plaats: 5 punten
        • Tweede plaats: 3 punten
        • Derde plaats: 2 punten
        • Vierde plaats: 1 punt

        Hoofdstuk 9 Subsidiereglement "AED voor voetbalclubs".

        Artikel 9  In 2024 wordt een subsidie van 500 euro toegekend aan die voetbalclubs voor elk voetbalterrein op het grondgebied van de gemeente waar een AED geplaatst is. Dit kan alleen voor die AED waarvoor in 2023 nog geen subsidie werd uitbetaald.

        TITEL 6 JEUGD

        Hoofdstuk 10 Subsidiereglement speelgoed

        Artikel 10

        §1 Jaarlijks wordt één premie toegekend aan elke zelfstandige onthaalouder van wie de kinderopvang gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Brakel en die beschikt over een attest van toezicht van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.

        §2 Jaarlijks wordt één premie toegekend aan elk kinderdagverblijf gevestigd op het grondgebied van de gemeente Brakel en dat beschikt over een erkenning van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.

        §3  Voorwaarden

        1° De premie wordt aangevraagd door een zelfstandige onthaalouder van wie de kinderopvang gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Brakel en die beschikt over een attest van toezicht van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.

        2° De premie wordt aangevraagd door een kinderdagverblijf op het grondgebied van de gemeente Brakel dat beschikt over een erkenning van Kind en Gezin voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd.

        3° De premie bedraagt jaarlijks maximaal 250 euro per zelfstandige onthaalouder of 1500 euro per kinderdagverblijf.

        4° De premieaanvraag is uitsluitend geldig op voorlegging van de overeenkomstige aankoopfacturen van het speelgoed en/of materiaal. De facturen moeten betrekking hebben op het jaar van de aanvraag en zijn opgemaakt op naam van de aanvrager van de premie. Het totaalbedrag van de ingediende facturen is minstens gelijk aan het bedrag van de premie

        5° De premieaanvraag geldt uitsluitend voor aangekocht speelgoed/materiaal; zowel nieuw als tweedehands

        6° De premieaanvraag dient te worden toegestuurd tussen 1 januari en 31 december voor dat jaar en dient gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen, t.a.v. de financiële dienst, Marktplein 1, 9660 Brakel.

        §4 : De premie wordt, na verificatie van de bepalingen van het reglement, uitbetaald voor 31 januari van het jaar volgend op de aanvraag.

        TITEL 7 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

        Artikel 11: Dit reglement treedt in werking op 15 februari 2024.

        Artikel 12: Onderstaand reglement wordt opgeheven vanaf 15 februari 2024

        1° Het besluit van de gemeenteraad dd. 25 september 2023 betreffende "algemeen subsidiereglement"

        2° Het besluit van de gemeenteraad dd. 18 december 2017 betreffende "Subsidiereglement voor de aanleg van Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA)

        Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan Farys voor wat betreft Hoofdstuk 5 (Subsidie voor de individuele behandeling afvalwater (IBA))

         

    • Gebouwen en Patrimonium

      • Patrimonium. Heringstraat 7. Afbakeningsplan van het openbaar domein. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Patrimonium. Heringstraat 7. Afpaling en uitzetting van het  openbaar domein.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

        Feiten, context en argumentatie

        De beslissing van het college d.d. 11 september 2023 houdende de aanstelling van landmeter Plan² b.v.b.a. via het raamcontract "landmeter - juni 2020" van  FARYS / CREAT tot de opmaak van een afpalingsplan van het openbaar domein t.h.v. Heringstraat 7.

        Voorstel van het college om het afbakeningsplan van het openbaar domein t.h.v. Heringstraat 7 opgemaakt door Plan ² op 05 januari 2024 goed te keuren.

        Besluit

        Enig artikel : De gemeenteraad keurt het afbakeningsplan van het openbaar domein t.h.v. Heringstraat 7 opgemaakt de Plan² b.v.b.a op 05 januari 2024 goed.

      • Gebouwen. Oud zwembad. Aangepaste ontwerpakte openbare verkoop. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Gebouwen. Oud zwembad. Verkoop via dienst Vastgoedtransacties. 

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

        Feiten, context en argumentatie

        Besluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 27 maart 2023 houdende de goedkeuring van het proces-verbaal van splitsing van een perceel gelegen in de Geraardsbergsestraat 31 (oud zwembad Poseidon) te Brakel en kadastraal gekend of voorheen gekend als 1ste afdeling, sectie A nr. 472B.

        Besluit van de gemeenteraad d.d. 27 november 2023 houdende de goedkeuring van de ontwerpakte openbare verkoop van het oud gemeentelijk zwembad opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties, zijnde : Geraardsbergsestraat 31 te Brakel (lot 1) en kadastraal gekend 1ste afdeling, sectie A nr. 472B met een oppervlakte van 4562,40 m².

        Kennisname van de onderstaande stukken / akten opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties i.k.v. de verkoop van het oud gemeentelijk zwembad, Geraardsbergsestraat 31 te Brakel 

        1) aangepaste "akte verkoop onroerend goed", zijnde : 

        kadastrale gegevens : 1ste afdeling ,sectie A nr. 472B met een oppervlakte (volgens meting) van 4.898,8 m² en volgens opmetingsplan met referentie D23.059 d.d. 20 maart 2023 afgebeeld als lot 1 ,2 en 3.

        2) akte kosteloze grondafstand aan de gemeente, zijnde :

        kadastrale gegevens : 1ste afdeling, sectie A, nr. 472E met oppervlakte van 295,35 m² (Lot 2)

                                         1ste afdeling, sectie A, nr. 472F met oppervlakte van 41,05m² (Lot 3)

        3) aankoopbelofte en vaststelling hoogte bod, zijnde de loten 1,2 en 3

        4) biedingsformulier 12331-001a site te Brakel perceel grond met af te breken constructie (voormalig zwembad).

        Voorstel van het college om deze stukken goed te keuren.

        Besluit

        Artikel 1 : De gemeenteraad keurt de onderstaande stukken / akten opgemaakt door de dienst Vastgoedtransacties goed i.k.v. de verkoop van het oud gemeentelijk zwembad, Geraardsbergsestraat 31 te Brakel 

        1) aangepaste "akte verkoop onroerend goed", zijnde : 

        kadastrale gegevens : 1ste afdeling ,sectie A nr. 472B met een oppervlakte (volgens meting) van 4.898,8 m² en volgens opmetingsplan met referentie D23.059 d.d. 20 maart 2023 afgebeeld als lot 1 ,2 en 3.

        2) akte kosteloze grondafstand aan de gemeente, zijnde :

        kadastrale gegevens : 1ste afdeling, sectie A, nr. 472E met oppervlakte van 295,35 m² (Lot 2)

                                         1ste afdeling, sectie A, nr. 472F met oppervlakte van 41,05m² (Lot 3)

        3) aankoopbelofte en vaststelling hoogte bod, zijnde de loten 1,2 en 3

        4) biedingsformulier 12331-001a site te Brakel perceel grond met af te breken constructie (voormalig zwembad).

        Artikel 2: Het besluit van de gemeenteraad dd. 27 november 2023 betreffende "Gebouwen. Oud zwembad. Ontwerpakte openbare verkoop. Goedkeuring." wordt opgeheven.

        Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan

        • dienst Vastgoedtransacties
        • financiële dienst.
    • ICT - Gegevensbescherming

      • ICT. Vlaams Handhavingsplatform.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De e-mail op naam van het agentschap Justitie en Handhaving dd. 31/10/2023.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Het kaderdecreet Vlaamse Handhaving”: het Kaderdecreet over de handhaving van Vlaamse regelgeving van 14 juli 2023, artikel 4, 79, 80 en/of 81

        Artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.

        Artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

        Het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest over de uitwisseling van informatie tussen het Openbaar Ministerie en een Vlaamse bestuurlijke beboetingsinstantie, vermeld in artikel 38, § 1 van het kaderdecreet Vlaamse handhaving van 14 juli 2023.

        Besluit

        Artikel 1: onderstaand protocol wordt goedgekeurd.

        PROTOCOL TER OMKADERING VAN DE ELEKTRONISCHE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN HET AGENTSCHAP JUSTITIE EN HANDHAVING EN GEMEENTE BRAKEL IN HET KADER VAN DE TOEGANG TOT HET VLAAMS HANDHAVINGSPLATFORM

        Dit protocol wordt gesloten

        conform artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer,

        conform artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en

        conform het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest over de uitwisseling van informatie tussen het Openbaar Ministerie en een Vlaamse bestuurlijke beboetingsinstantie, vermeld in artikel 38, § 1 van het kaderdecreet Vlaamse handhaving van 14 juli 2023

        TUSSEN de volgende overheidsinstanties die de persoonsgegevens elektronisch ter beschikking stellen die het voorwerp uitmaken van dit protocol:

        Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Justitie en Handhaving, met maatschappelijke zetel gelegen te Koning Albert II-laan 35 bus 5, 1030 Brussel, en met ondernemingsnummer 0316.380.841, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Bob Van den Broeck, Administrateur-Generaal; hierna: “Agentschap Justitie en Handhaving” of “AJH”;

        En 

        De gemeente Brakel, Marktplein 1, 9660 Brakel met ondernemingsnummer BE0207 690 262, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door Marcel Saeytijdt, voorzitter Gemeenteraad en Jürgen De Mets, algemeen directeur.; hierna "de gemeente"

        AJH en de gemeente worden hieronder ook wel afzonderlijk aangeduid als een “partij” of gezamenlijk als de “partijen”;

        Partijen handelen in het kader van de in dit protocol beoogde doorzending van persoonsgegevens als (afzonderlijke) verwerkingsverantwoordelijken, met andere woorden als organen die de doeleinden van en de middelen voor de verwerking van de hierna betrokken persoonsgegevens vaststellen.

        Partijen zijn zowel meedelende partij als ontvangende van persoonsgegevens.

        NA TE HEBBEN UITEENGEZET / CONTEXT

        A. AJH is voor de opdrachten, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap ‘agentschap Justitie en Handhaving’, bevoegd, waaronder het algemeen Handhavingsbeleid op bestuurlijk en strafrechtelijk niveau ontwikkelen en coördineren, en de uitvoering van het kaderdecreet Vlaamse handhaving implementeren.

        B. Gemeente x is als gemeentelijke overheid bevoegd voor de handhaving van diverse Vlaamse regelgeving, waaronder de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, en de regelgeving, vermeld in artikel 16.1.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

        C. Partijen wensen persoonsgegevens uit te wisselen met het oog op een efficiënte handhaving overeenkomstig het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving en het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest betreffende de uitwisseling van informatie tussen het openbaar ministerie en een Vlaamse bestuurlijke Beboetingsinstantie gelet op artikel 37 en 38 van het Kaderdecreet Vlaamse handhaving. De gemeente heeft overeenkomstig artikel 4, 79, 80 en/of 81 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving toegang tot bepaalde persoonsgegevens verwerkt in het Vlaams Handhavingsplatform, voor één of meerdere doeleinden, beschreven in artikel 4 van dit protocol. AJH treedt voor het Vlaams Handhavingsplatform op als Verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7) van de algemene verordening gegevensbescherming. De uitwisseling van persoonsgegevens verloopt via het Vlaams Handhavingsplatform.

        D. De partijen wensen overeenkomstig artikel 8, §1, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens een protocol te sluiten met betrekking tot de elektronische mededeling van persoonsgegevens. Dat protocol wordt bekendgemaakt op de website van beide partijen.

        F. De functionaris voor gegevensbescherming van AJH heeft op datum 30/10/2023 advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.

        G. De functionaris voor gegevensbescherming van de gemeente heeft op datum advies met betrekking tot een ontwerp van dit protocol gegeven.

        WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:

        Artikel 1: Definities

        De definities van de geldende regelgeving zijn van toepassing.

        In het kader van de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

        - “Doeleinde”: het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt

        - “Kaderdecreet Vlaamse Handhaving”: het Kaderdecreet over de handhaving van Vlaamse regelgeving van 14 juli 2023;

        - “Beboetingsinstantie”: de bestuurlijke entiteit die (zelf of door middel van daartoe aangeduide personeelsleden) belast is met bestuurlijke vervolging en / of de bestuurlijke sanctionering van misdrijven of inbreuken in de zin respectievelijk van artikel 2, 19° en artikel 2, 17° van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving; “Herstelinstantie”: de bestuurlijke entiteit die (zelf of door middel van daartoe aangeduide personeelsleden) bevoegd is voor het opleggen van herstel – of beveiligingsmaatregelen in de zin van respectievelijk artikel 2, 23° en artikel 2, 10° van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving; “Samenwerkingsakkoord”: het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest over de uitwisseling van informatie tussen het openbaar ministerie en een Vlaamse bestuurlijke Beboetingsinstantie, vermeld in artikel 38 van het kaderdecreet Vlaamse handhaving;

        - “Vlaams Handhavingsplatform”: het digitaal klassement, vermeld in artikel 4 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, het bestuurlijk sanctieregister vermeld in artikel 77 e.v. van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving en het maatregelenregister vermeld in artikel 81 e.v. van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        - “WVP”: wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

        Artikel 2: Voorwerp

        Het voorwerp van dit protocol is de mededeling van de hieronder in artikel 5 opgesomde persoonsgegevens tussen AJH en de gemeente in het kader van de in artikel 4 opgesomde doeleinden aan de in artikel 8 vermelde categorieën van ontvangers voor de in artikel 9 bepaalde duur.

        Artikel 3: Rechtmatigheid van zowel de mededeling als de inzameling van de persoonsgegevens

        De bij dit protocol georganiseerde verwerking is rechtmatig omdat de mededeling wordt opgelegd door artikel 4 en 77 t.e.m. 83 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving. De gemeente heeft overeenkomstig artikel 79 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving toegang tot de persoonsgegevens verwerkt in het bestuurlijk sanctieregister vermeld in artikel 77 e.v., het digitaal klassement vermeld in artikel 4 § 1, derde lid en artikel 80 en het maatregelenregister, vermeld in artikel 81 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, en het digitaal klassement, vermeld in artikel 4. De verkregen informatie mag conform artikel 80, tweede lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving nooit worden gebruikt voor de permanente monitoring of de digitale observatie van een specifieke persoon, noch voor profilering als vermeld in artikel 4, punt 4) van de algemene verordening gegevensbescherming.

        De beoogde gegevensverwerking door de gemeente gebeurt op grond van de noodzaak om te voldoen aan een wettelijke verplichting (Artikel 6.1. c AVG)) en de noodzaak voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag (artikel 6.1.e AVG)).

        De beoogde gegevensverwerking heeft geen betrekking op persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het lidmaatschap 4 van een vakbond blijken, noch op genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, of gegevens over gezondheid, of gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid. (zie ook artikel 8 §4, derde lid Kaderdecreet Vlaamse Handhaving).

        Artikel 4: Verificatie van het of de doeleinde(n) met het oog op de doorzending van de persoonsgegevens.

        AJH verwerkt de persoonsgegevens voor de doeleinden van het Vlaams Handhavingsplatform.

        De doeleinden van de verwerking van het digitaal klassement, vermeld in artikel 4 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, bestaan uit het garanderen gedurende de volledige levenscyclus van de bestuursdocumenten dat:

        1° er geen informatieverlies optreedt;

        2° de leesbaarheid op lange termijn gegarandeerd blijft;

        3° er geen wijzigingen doorgevoerd kunnen worden;

        4° de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens gegarandeerd blijft;

        5° elke actie die impact kan hebben op de integriteit en de authenticiteit van het bestuursdocument, wordt geregistreerd, met inbegrip van de gegevens die het mogelijk maken de identiteit van de dader of daders vast te stellen.

        De doeleinden van de verwerking van het bestuurlijk sanctieregister vermeld in artikel 77 e.v. van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving zijn:

        1° het Openbaar Ministerie, het Handhavingscollege en de herstelinstanties toelaten om na te gaan of de beboetingsinstantie het bestuurlijk spoor heeft geopend;

        2° de uitvoering van de bestuurlijke sancties door de beboetingsinstanties verzekeren;

        3° de beboetingsinstanties, het Openbaar Ministerie en het Handhavingscollege in staat stellen om na te gaan of er al eerder sancties voor dezelfde feiten dan wel voor andere feiten, verbonden door eenheid van opzet met de te vervolgen of vervolgde feiten, zijn opgelegd;

        4° de frequentie en de omstandigheden inschatten waarmee en waarin de te vervolgen of vervolgde feiten zijn gepleegd;

        5° de legaliteit determineren van de toestand, veroorzaakt door de feiten die aanleiding gaven tot de in het bestuurlijk sanctieregister opgenomen vervolging.

        De doeleinden van het maatregelenregister bestaan erin om de informatie uit het register te verstrekken:

        1° om de in het artikel 81, lid 4 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving genoemde overheden toe te laten hun acties op het vlak van herstel en beveiliging op elkaar af te stemmen en de regels van samenloop, vermeld in artikel 59 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, na te leven;

        2° om de uitvoering van de publieke herstel – en beveiligingsmaatregelen te faciliteren;

        3° om na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden voor het toekennen of het behoud van toelatingen, vergunningen, erkenningen, premies en toelagen;

        4° om de partijen bij de overdracht van zakelijke rechten in te lichten over het bestaan van publieke herstel- en beveiligingsmaatregelen of daaraan voorafgaande formele beslissingen met impact op het betrokken onroerend goed;

        5° om de legaliteit van de toestand te determineren, veroorzaakt door de feiten die aanleiding gaven tot de handelingen en beslissingen, vermeld in het maatregelenregister.

        De doeleinden van de handhavingsbibliotheek, vermeld in artikel 80 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving zijn:

        1° opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie;

        2° strafrechtelijke en bestuurlijke vervolgingen;

        3° het opleggen of doen opleggen van publieke herstel- en beveiligingsmaatregelen;

        4° de beoordeling of voldaan is aan de voorwaarden voor het toekennen of het behoud van vergunningen, machtigingen, toelatingen, premies, subsidies en andere rechten en voordelen die van overheidswege worden toegekend.

        De gemeente zal via haar bevoegde organen of haar personeelsleden de opgevraagde gegevens verwerken voor volgende doeleinden:

        1° het bewaren van digitale bestuursdocumenten en jurisdictionele beslissingen, vermeld in artikel 4 §1 en 2 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, in het digitaal klassement, in de hoedanigheid van de opsteller van het document of herstelinstantie.

        2° het raadplegen van het bestuurlijk sanctieregister in de hoedanigheid van herstelinstantie, voor één of meerdere doeleinden vermeld in artikel 77, derde lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, meer bepaald: - de legaliteit determineren van de toestand, veroorzaakt door de feiten die aanleiding gaven tot de in het bestuurlijk sanctieregister opgenomen vervolging.

        3° het raadplegen van het maatregelenregister in de hoedanigheid van burgemeester, toezichthouder of openbare overheid die moeten oordelen over toelatingen, erkenningen en toelagen of andere vormen van steun, voor één of meerdere doeleinden vermeld in artikel 81, 5de lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, meer bepaald:

        - om handhavingsacties op het vlak van herstel en beveiliging op elkaar af te stemmen en de regels van samenloop, vermeld in artikel 59 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, na te leven;

        - om de uitvoering van de publieke herstel – en beveiligingsmaatregelen te faciliteren;

        - om na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden voor het toekennen of het behoud van toelatingen, vergunningen, erkenningen, premies en toelagen;

        - om de legaliteit van de toestand te determineren, veroorzaakt door de feiten die aanleiding gaven tot de handelingen en beslissingen, vermeld in het maatregelenregister.

        4° het raadplegen van de handhavingsbibliotheek in de hoedanigheid van:

        - Burgemeester

        - gemeentelijke inspectiedienst die toezichthouders, agenten van bestuurlijke politie of agenten en officieren van gerechtelijke politie tewerkstelt

        - bestuurlijke overheid / herstelinstantie, die bevoegd is om maatregelen tot preventie van misdrijven, inbreuken en normschendingen op te leggen of te vorderen, of om maatregelen voor de preventie en herstel van de schadelijke gevolgen van deze misdrijven, inbreuken en normschendingen, en de bestuurlijke overheden die bevoegd zijn om vergunningen, machtigingen, toelatingen, premies, subsidies en andere rechten en voordelen te verlenen,

        voor één of meerdere doeleinden vermeld in artikel 80, 1ste lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, meer bepaald:

        - opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie;

        - het opleggen of doen opleggen van publieke herstel- en beveiligingsmaatregelen;

        - de beoordeling of voldaan is aan de voorwaarden voor het toekennen of het behoud van vergunningen, machtigingen, toelatingen, premies, subsidies en andere rechten en voordelen die van overheidswege worden toegekend.

        Deze raadpleging is noodzakelijk beperkt tot de persoonsgegevens en informatie die de Vlaamse Regering conform artikel 80, 3de lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving toegankelijk heeft gemaakt voor de raadpleger.

        De hierboven vermelde hoedanigheden en doeleinden hebben volgende wettelijke basis:

        Artikel 77 tot en met artikel 83 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        Artikel 16.3.1, §1, 3°, art. 16.3.23 bis, 16.3.24 bis, 16.4.6, 16.7.1, §1, 1° en 3° van het decreet van 5 april 1995 houdende algemeen bepalingen inzake milieubeleid;

        Artikel 1.4.9, art. 6.2.5/1 §1, 3° en art. 6.3.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

        Artikel 11.3.3, 11.3.4 en 11.5.5 Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;

        Het besluit van de Vlaamse Regering over de digitalisering van de handhaving van diverse Vlaamse Regelgeving.

        De doeleinden van de verwerkingen van deze persoonsgegevens door Partijen zijn verenigbaar met elkaar, gezien zij voortvloeien uit dezelfde regelgeving, meer bepaald het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving.

        Artikel 5: De gevraagde persoonsgegevens en de categorieën en omvang van de gevraagde persoonsgegevens conform het proportionaliteitsbeginsel

        Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende persoonsgegevens die worden meegedeeld, alsook de verantwoording van de proportionaliteit en de bewaartermijn van de gegevens. Het betreft persoonsgegevens als vermeld in artikel 9 en/of 10 van de algemene verordening gegevensbescherming.

        Het digitaal klassement bevat volgende bestuursdocumenten en persoonsgegevens:

        1° de schriftelijke raadgevingen en de waarschuwingen, vermeld in artikel 10 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        2° de processen-verbaal, de verslagen van vaststelling, de controleverslagen, vermeld in artikel 9 §2 van dit decreet, en de administratieve verslagen, vermeld in artikel 9 §3 van van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        3° de beslissingen en de kennisgevingen van de beboetingsinstanties, vermeld in artikel 38, §2, eerste lid, artikel 39 tot en met 41, en artikel 44, 89 en 90 van van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        4° de geïntegreerde beslissingen, vermeld in artikel 57 van van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, als de beboetingsinstantie en de herstelinstantie die de voormelde beslissingen hebben genomen, tot de Vlaamse overheid behoren;

        5° de bestuursdocumenten, vermeld in artikel 82, eerste lid, 4°, van van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, met uitzondering van herstelschikkingen die in een authentieke akte zijn opgenomen.

        Het bestuurlijk sanctieregister, bevat de volgende persoonsgegevens, informatiegegevens en procedure-akten:

        1° het rijksregisternummer, het BIS-nummer of het ondernemingsnummer van de natuurlijke personen en rechtspersonen die het voorwerp uitmaken van de bestuurlijke sanctie, het buitenlands BTW-nummer, of hun naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, de datum van overlijden, de nationaliteit, verblijfplaats of maatschappelijke zetel;

        2° de omschrijving van de gepleegde feiten in tijd, ruimte en materialiteit;

        3° de beslissingen van de beboetingsinstanties;

        4° de voorstellen tot betaling van een geldsom die tijdig en integraal betaald zijn;

        5° de onmiddellijke inningen;

        6° de definitieve bestuurlijke sancties of de definitieve beslissing om geen bestuurlijke sancties op te leggen die uitgesproken zijn naar aanleiding van de beslissingen, vermeld in punt 3°;

        7° een toegang tot het bestuurlijk sanctiedossier dat verbonden is aan de beslissingen, vermeld in punt 3° tot en met 6°.

        Het maatregelenregister bevat de volgende persoonsgegevens, informatiegegevens en procedure-akten:

        1° de beschrijving van de publieke schade of de dreigende publieke verliezen en de plaats waar ze zich voordoen;

        2° de identificatiegegevens van de personen aan wie publieke herstelmaatregelen en beveiligingsmaatregelen zijn opgelegd;

        3° de identificatiegegevens van de personen, vermeld in hoofdstuk 10, afdeling 7 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        4° een digitale toegang tot de volgende bestuursdocumenten, als ze opgenomen zijn in het digitale klassement, vermeld in artikel 4, §1, derde lid van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving:

        a) de aanmaningen, vermeld in artikel 49 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        b) de publieke herstelvorderingen, vermeld in artikel 56 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        c) de kennisgevingen, vermeld in artikel 53 en 57 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        d) de bestuurlijke herstelbeslissingen, vermeld in artikel 52, en de administratieve beroepen en de beroepsbeslissingen, vermeld in artikel 98 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        e) de beveiligingsbeslissingen of opschriftstelling ervan, en de bekrachtigingsbeslissingen, vermeld in artikel 65 en 67 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        f) de uitvoerbare herstelschikkingen, vermeld in artikel 62 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        g) de gedinginleidende akten en de rechterlijke beslissingen over publieke herstelvorderingen, bestuurlijke herstel- en beveiligingsbeslissingen en herstelschikkingen;

        h) de gedinginleidende akten en de rechterlijke beslissingen, vermeld in artikel 85 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        i) de attesten, vermeld in artikel 72 en 85, §3 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        j) de beslissingen tot opheffing of hervorming, vermeld in artikel 51 en 64 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        k) de beslissingen die zijn genomen naar aanleiding van het handhavingsverzoek, vermeld in artikel 96 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        l) de afzonderlijke akten, vermeld in artikel 85, §4 en §5 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving;

        Met het oog op het verwerken van persoonsgegevens uit het rijksregister of KSZ, is een machtiging vereist. De Gemeente is zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van deze machtiging. Zonder machtiging is toegang tot het Vlaams handhavingsplatform niet mogelijk.

        Artikel 6: Bewaartermijn van de gegevens en verantwoording van de noodzaak van die termijn

        De bewaartermijnen zoals opgenomen in artikel 6 §1 lid 1 en 2, en 78 § 2 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving zijn van toepassing.

        De levensduur van documenten en het lot ervan na afloop van de bewaringstermijn worden vastgesteld in serieregisters, die per organisatie worden / zijn vastgelegd conform het bestuursdecreet (art. 6 KVH / art.III.81 ).

        De persoonsgegevens uit het bestuurlijk sanctieregister worden gedurende respectievelijk tien of zes jaar bewaard al naargelang zij betrekking hebben op misdrijven of inbreuken.

        Artikel 7: Wijze waarop de gegevens worden meegedeeld

        De elektronische doorgifte vindt plaats via het Vlaams Handhavingsplatform.

        Artikel 8: De categorieën van ontvangers en derden die mogelijks de gegevens eveneens verkrijgen

        Interne ontvangers

        De gemeente zal de meegedeelde persoonsgegevens in het kader van de in artikel 4 vooropgestelde doeleinden kunnen meedelen aan haar in artikel 4 vermelde personeelsleden of organen, optredend in de in artikel 4 vermelde hoedanigheden, of de personeelsleden die hun beslissingen voorbereiden. Enkel personen die omwille van hun functieprofiel deze informatie nodig hebben voor de uitvoering van hun werk, krijgen toegang tot de informatie.

        Externe ontvangers

        Daarnaast kunnen de gevraagde gegevens worden medegedeeld aan of ingezien door onderstaande organisaties:

        (Een deel van) de persoonsgegevens afkomstig van het bestuurlijk sanctieregister en het digitaal klassement kunnen, als dat noodzakelijk en evenredig is voor een van de doeleinden, vermeld in het eerste lid van artikel 80 van Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, na advies van de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens, worden ontvangen door:

        1° het Openbaar Ministerie;

        2° de beboetingsinstanties;

        3° de gemeentelijke, provinciale of Vlaamse inspectiediensten die toezichthouders, agenten van bestuurlijke politie of agenten en officieren van gerechtelijke politie tewerkstellen;

        4° de burgemeesters;

        5° de politiediensten, vermeld in artikel 2 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992;

        6° de bestuurlijke overheden, met inbegrip van de herstelinstanties, die bevoegd zijn om maatregelen tot preventie van misdrijven, inbreuken en normschendingen op te leggen of te vorderen, of om maatregelen voor de preventie en herstel van de schadelijke gevolgen van deze misdrijven, inbreuken en normschendingen;

        7° de bestuurlijke overheden die bevoegd zijn om vergunningen, machtigingen, toelatingen, premies, subsidies en andere rechten en voordelen te verlenen.

        De persoonsgegevens van het bestuurlijk sanctieregister worden ontvangen door (art. 79 §1 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving):

        1° de beboetingsinstanties;

        2° het Openbaar Ministerie;

        3° het Handhavingscollege;

        4° de herstelinstanties.

        De persoonsgegevens van het maatregelenregister worden ontvangen door (art. 83 §1 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving):

        1° de rechtbanken;

        2° de herstelinstanties;

        3° de burgemeesters;

        4° de toezichthouders;

        5° de politiediensten, vermeld in artikel 2 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992;

        6° de instrumenterende ambtenaren;

        7° de vastgoedmakelaars, belast met de overdracht van zakelijke rechten;

        8° de openbare overheden die moeten oordelen over toelatingen, erkenningen en toelagen of andere vormen van steun.

        Artikel 37 en 38 § 2, §4 en §5 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving en artikel 5 van het Samenwerkingsakkoord voorziet dat het OM informatie ontvangt van de bevoegde beboetingsinstantie. Naar aanleiding van de instelling van de strafvordering is de beboetingsinstantie verplicht om alle informatie die het uit het bestuurlijk opsporingsonderzoek heeft verkregen aan het OM over te maken, zodat zij kan worden gebruikt bij de strafrechtelijke vervolging. Deze informatie wordt uitgewisseld via het Vlaams Handhavingsplatform.

        Elke eventuele mededeling van de gevraagde persoonsgegevens door Partijen aan andere dan de hiervoor genoemde externe ontvangers moet voorafgaandelijk aan de andere Partij worden gemeld en moet uiteraard in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens. Dat betekent onder meer dat Partijen waar vereist een protocol sluiten voor de mededeling van de gevraagde gegevens.

        Verwerkers

        Partijen waken erover dat de bepalingen van artikel 28 ev. AVG (en in de mate van toepassing art. 53 ev. WVP) nageleefd worden.

        In het geval een Partij voor de verwerking van persoonsgegevens die het voorwerp zijn van voorliggend protocol, beroep doet op een verwerker (of meerdere verwerkers), doet de Partij uitsluitend beroep op verwerkers die afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen bieden opdat de verwerking aan de vereisten van de algemene verordening gegevensbescherming voldoet en de bescherming van de rechten van de betrokkene is gewaarborgd. De Partij sluit in voorkomend geval met alle verwerkers een verwerkersovereenkomst in overeenstemming met artikel 28 van de algemene verordening gegevensbescherming. Partijen bezorgen elkaar een overzicht van de verwerkers die de gevraagde gegevens verwerken, en actualiseren dit overzicht zo nodig.

        Concreet wordt voor de hosting van het Vlaams Handhavingsplatform beroep gedaan op volgende verwerker door AJH: Atos met volgend ondernemingsnummer 0401.848.135 en maatschappelijke zetel te Da Vincilaan 5, 1930 Zaventem.

        Daarnaast doet het agentschap Justitie en Handhaving ook beroep op de verwerker DXC-Cegeka met ondernemingsnummer BE0773988635 en maatschappelijk zetel te Blarenberglaan 2, 2800 Mechelen. DXC-Cegeka staat in voor de implementatie van het Vlaams Handhavingsplatform.

        Artikel 9: Periodiciteit van de mededeling en de duur van de mededeling

        De persoonsgegevens zullen permanent worden opgevraagd omdat de toegang tot het Vlaams Handhavingsplatform in principe permanent is.

        Artikel 10: Wettelijke beperkingen die toepasselijk zijn op de rechten van de betrokken personen

        Voor de gegevensverwerking(en) uitgevoerd door Partij die de ontvanger is van de persoonsgegevens, na de doorzending van de persoonsgegevens die het voorwerp uitmaakt van dit protocol, gelden de wettelijke beperkingen die toepasselijk zijn op de rechten van de betrokken personen.

        In dit opzicht kan er worden verwezen naar artikel van het 5 Kaderdecreet Vlaamse Handhaving en artikel 14, 16, 37 en 44 van de WVP betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

        Als één van de aan het protocol deelnemende Partijen een verzoek ontvangt tot uitoefening van de rechten overeenkomstig de AVG en titel 2 van de WVP, brengt ze de andere partijen hiervan zo snel mogelijk op de hoogte.

        Artikel 11: Vertrouwelijkheid

        Partijen en hun verwerkers waarborgen de vertrouwelijkheid van de gegevens en van de resultaten van de verwerking ervan die worden verkregen in het kader van dit protocol. Daaruit volgt dat die gegevens en resultaten van de verwerking ervan:

        • enkel zullen worden gebruikt indien zij noodzakelijk zijn overeenkomstig de doeleinden beschreven in dit protocol;

        • niet langer bewaard zullen worden dan de bewaartermijn die noodzakelijk is voor de verwerking;

        • niet verspreid noch gekopieerd zullen worden.

        Artikel 80 van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving is van toepassing op alle personen die informatie verkrijgen op grond van de uitoefening van de aan hen door het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving en dit protocol toegekende bevoegdheden.

        Alle inlichtingen waarvan de personeelsleden van de partijen en hun verwerkers kennis zullen nemen in het kader van dit protocol, alle documenten die hen zullen worden toevertrouwd en alle vergaderingen waaraan zij zullen deelnemen, zijn strikt vertrouwelijk.

        Partijen verbinden zich tot geheimhouding, zowel tijdens als na de verwerking, van alle vertrouwelijke gegevens, van welke aard ook, die hen zullen worden meegedeeld of waarvan zij op grond van dit protocol kennis zal nemen.

        Partijen garanderen dat personeelsleden en verwerker(s) de vertrouwelijkheid van de gegevens zullen respecteren en verbindt zich ertoe ze niet aan derden te verstrekken. Zij zullen aan personeelsleden en aan deze van verwerker(s) enkel de gegevens bekendmaken die strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken.

        Artikel 12: Beveiligingsmaatregelen

        Met de ondertekening van dit protocol bevestigen Partijen de passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen te hebben genomen en ervoor gezorgd te hebben dat de ICT-infrastructuur waarbinnen de verwerking van de persoonsgegevens plaatsvindt, de vertrouwelijkheid en de integriteit van die gegevens waarborgen.

        Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treffen de partijen passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De volgende maatregelen ter beveiliging van de mededeling (zowel voor de mededeling als de verdere bewaring op het Vlaams Handhavingsplatform van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5 van dit protocol) worden genomen:

        1. voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen vernietiging, verlies of om welke reden dan ook het niet raadpleegbaar zijn en in het geval van een fysiek of technisch incident, de beschikbaarheid van en de toegang tot de persoonsgegevens tijdig te herstellen (beschikbaarheid);

        2. voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen ongeoorloofde wijziging (integriteit);

        3. voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen ongeoorloofde toegang of inzage door derden (vertrouwelijkheid);

        4. opdat “de betrokkene” steeds kan navragen welke gegevens over hem worden verwerkt, door wie en voor welke doeleinde (transparantie). Dit onder voorbehoud van de toepassing van artikel 5 § 3 KVH;

        5. opdat steeds kan worden nagegaan wie toegang had tot de persoonsgegevens en wat de aard is van de verwerkingen die werden verricht (transparantie);

        6. opdat de persoonsgegevens op een “veilige” manier en permanent kunnen worden verwijderd, waar de persoonsgegevens zich ook bevinden, indien een Partij daarom verzoekt.

        Technische maatregelen omvatten onder meer:

        7. “Fysieke” maatregelen: onder meer, doch niet uitsluitend de toegang afschermen van de (onder zijn beheer staande) lokalen waarin de computers, bestanden, print-outs, elektronische dragers enzovoort, worden bewaard;

        8. “Logische” maatregelen: onder meer doch niet uitsluitend de bescherming van de softwaretoepassingen tegen hacking of informaticapiraterij (bijv. coderen van gegevens of gebruik van paswoorden), de pseudonimisering en versleuteling van persoonsgegevens, het monitoren van alle activiteiten die met betrekking tot de persoonsgegevens werden verricht;

        9. De projectdata mogen enkel aanwezig zijn op de projectserver en de projectmedewerkers mogen via hun laptop, desktop, of handheld enkel werken op de projectserver. Bijgevolg staan de projectdata nooit lokaal op de laptop, desktop of handheld van de projectmedewerkers;

        10. De gebruikte laptops of handhelds door de projectmedewerkers die de instelling van de Partij kunnen verlaten, moeten geëncrypteerd zijn (deze kunnen immers ook tijdelijke bestanden bevatten waarin de Persoonsgegevens kunnen voorkomen): bijvoorbeeld met Bitlocker met TPM chip op een Windows computer of FileVault2 op een Apple computer of een ander systeem voor sector level harddisk encryptie.

        Organisatorische maatregelen omvatten onder meer:

        11. Het beperken van toegang: ervoor zorgen dat, voor de personen die onder zijn gezag handelen, de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt blijven tot hetgeen die personen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken of tot hetgeen noodzakelijk is voor de behoeften van de dienst;

        12. Personeel voorlichten: alle personen die onder zijn gezag handelen, kennisgeven van de bepalingen van de AVG, alsmede van alle relevante voorschriften inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die bij het verwerken van persoonsgegevens gelden;

        13. Het waarborgen dat alle personen die in het kader van de verwerking toegang hebben tot de persoonsgegevens zich verbonden hebben de vertrouwelijkheid in acht te nemen (bijvoorbeeld door het laten ondertekenen van een vertrouwelijkheidsverklaring) of gebonden zijn aan een passende wettelijke vertrouwelijkheidsplicht;

        14. Het bijhouden van een nominatieve lijst van personen die in het kader van de verwerking toegang hebben tot de persoonsgegevens (zowel van de eigen personeelsleden / aangestelden als die van de onderaannemers);

        15. De verwerking van de persoonsgegevens laten gebeuren conform vooraf vastgestelde processen zodat de uitvoering steeds gebeurt met in achtneming van de wettelijke verplichtingen ter zake ongeacht wie belast wordt met de uitvoering.

        Minstens onderstaande maatregelen moeten gewaarborgd worden:

        16. De Partij zet een projectomgeving op waar nominatief mensen op werken. Algemene toegangsrechten, bv. admin-toegangsrechten, zijn niet toegelaten;

        17. De persoonsgegevens worden nooit bewaard op de persoonlijke laptop van de medewerkers.

        Elke partij moet kunnen aantonen dat de in dit artikel opgesomde maatregelen werden getroffen. Op eenvoudig verzoek maken de partijen hiervan het bewijs over.

        Artikel 13: Kwaliteit van de persoonsgegevens

        Zodra een Partij één of meerdere foutieve, onnauwkeurige, onvolledige, ontbrekende, verouderde of overtollige gegevens in de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5, vaststelt (al dan niet op basis van een mededeling van de betrokkene), meldt zij dat onmiddellijk aan de andere Partij die na onderzoek de gepaste maatregelen treft en de andere Partij daarvan vervolgens op de hoogte brengt.

        Artikel 14: Wijzigingen en evaluatie van het protocol

        Dit protocolakkoord kan enkel schriftelijk en met de instemming van beide Partijen worden gewijzigd. Alle aanpassingen hebben uitwerking vanaf de datum die zal worden bepaald in het aangepaste protocolakkoord. Dit protocol zal worden herzien als de partijen zulks nodig achten.

        Artikel 15 Machtiging Rijksregister / INSZ

        Om toegang te verkrijgen en te behouden tot het VHP, dient de gemeente te allen tijde te beschikken over een machtiging om in het kader voor de desbetreffende doeleinden het Rijksregister en de Kruispuntbank Sociale Zekerheid te raadplegen en / of het Rijksregisternummer / INSZ nummer te gebruiken. De gemeente verwittigt AJH onmiddellijk wanneer dit nog niet of niet meer het geval is

        Artikel 16: Sanctie bij niet-naleving

        In geval van moeilijkheden met de toepassing van of in geval van inbreuken tegen dit protocol, verbinden de partijen zich ertoe overleg te plegen en samen te werken om zo snel mogelijk tot een minnelijke schikking te komen. Partijen zijn verantwoordelijk voor alle schade waarvan de andere partij het slachtoffer zou zijn ten gevolge van het niet-respecteren, door hemzelf, door zijn verwerker of door leden van zijn personeel, van de verplichtingen die hem worden opgelegd op grond van dit protocol. Partijen kunnen, indien zij dat verantwoord achten, met een voorafgaande en gemotiveerde ingebrekestelling, de doorzending van de in dit protocol bedoelde gegevens staken.

        Artikel 17: Meldingsplichten

        Partijen engageren zich in het licht van artikel 33 van de algemene verordening gegevensbescherming om elkaar [via de functionarissen voor gegevensbescherming] zonder onredelijke vertraging op de hoogte te stellen van elk gegevenslek dat zich voordoet betreffende de meegedeelde gegevens met impact op beide partijen en in voorkomend geval onmiddellijk gezamenlijk te overleggen teneinde alle maatregelen te nemen om de gevolgen van het gegevenslek te beperken en te herstellen. De partijen verschaffen elkaar alle informatie die ze nuttig of nodig achten om de beveiligingsmaatregelen te optimaliseren.

        Partijen brengen elkaar onmiddellijk op de hoogte van wijzigingen van wetgeving met impact op voorliggend protocol, zoals de finaliteit, proportionaliteit, frequentie, duurtijd enz. en in voorkomend geval van wijzigingen omtrent de verwerkers.

        Artikel 18: Toepasselijk recht en geschillenbeslechting

        Dit protocol wordt beheerst door het Belgisch recht. Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met dit protocol worden beslecht door de bevoegde rechtbank in Brussel.

        Artikel 19: Inwerkingtreding en opzegging

        Indien één van de Partijen dit protocol wenst op te zeggen, dient zij hiervoor gegronde redenen te hebben en een opzeggingstermijn in acht te nemen van 6 maanden. De opzeggingstermijn gaat in de eerste maandag volgend op de week waarin de opzegging werd gegeven. De opzegging dient te gebeuren door middel van een aangetekend schrijven.

        Het einde van dit protocol ontslaat Partijen niet van de verplichting tot vertrouwelijke behandeling van de persoonsgegevens die zij tijdens de looptijd van het protocol verwerkten.

        Het einde van het protocol doet op geen enkele manier afbreuk aan de decretale verankering van de uitwisseling overeenkomstig artikel 38 van het Kaderdecreet.

        Dit protocol wordt van kracht op de datum, vermeld in artikel 11, eerste lid van het Besluit van de Vlaamse Regering over de digitalisering van de handhaving van diverse Vlaamse regelgeving, of, voor zover het eerst na deze datum wordt ondertekend, de datum van de ondertekening ervan. Het wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

        Artikel 20: MAGDA-documentendienst

        De kostprijs voor de automatische verzending per brief via de MAGDA-documentendienst in functie van de kennisgeving van documenten, beslissingen en kennisgevingen die worden opgenomen in en verwerkt via het Vlaams Handhavingsplatform, kan worden aangerekend aan de gemeente, die er zich toe verbindt om zijn volle medewerking te verlenen voor een correcte integratie en werking van de facturatiefunctionaliteit.

      • ICT. Vastgoedinformatieplatform. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Ingebruikname Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing retributiereglement vastgoedinformatie.

        Regelgeving en bevoegdheid

        Artikel 173, van de Grondwet;

        Artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

        Artikel 21, eerste lid, van het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;

        Artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;

        Feiten, context en argumentatie

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden;

        Overwegende dat aanvragers informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld wensen te ontvangen;

        Overwegende dat de gemeente het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed;

        Overwegende dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen;

        Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;

        Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform beheerd wordt door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook “Athumi” genoemd) zoals geregeld in het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;

        Overwegende dat de gemeente via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten;

        Overwegende dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt;

        Overwegende dat de gemeente Brakel de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager ervan wenst te verhalen;

        Besluit

        Artikel 1 - Definities

        Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

        1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;

        2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;

        3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;

        4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen;

        5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;

        6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

        7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;

        8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;

        9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

        10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;

        11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;

        12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;

        13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;

        14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;

        15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product;  

        Artikel 2 - Algemeen

        De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.

        In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.

        Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van gemeente Brakel een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.

        Artikel 3 – Aanvrager van vastgoedinformatie

        Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.

        Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi[1].

        De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.

        Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:

        • externe overheden; een overheidsinstantie als vermeld in artikel I.3, 8°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
        • Vlaamse instanties, als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022.
        • lokale overheden, als vermeld in artikel I.3, 5°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
        • gerechtelijke overheden;
        • hulpverleningszones als vermeld in het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;
        • politiezones als vermeld in artikel 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

        Artikel 4 - Bedrag

        Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:

        Voorwerp aanvraag

        Retributiebedrag per kadastraal perceel

        Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet

        75 EUR

        Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.

        Artikel 5 - Inning

        Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.

        Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens

        §1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de gemeente Brakel en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.

        §2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:

        1. aanvragers; en
        2. houders van rechten op een perceel, of een onderdeel, waarvoor het vastgoeddossier wordt aangevraagd.

        §3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:

        1. contact- en identificatiegegevens;
        2. financiële gegevens;
        3. het identificatienummer van het Rijksregister/KBO-nummer;
        4. vastgoedinformatie;
        5. gegevens in het kader van openbare onderzoeken en overtredingen.

        §4. De gemeente Brakel bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Brakel  verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Brakel bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.

        §5. De gemeente Brakel doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Brakel, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.

        De vastgoedinformatie in het product die de gemeente Brakel via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.

        Artikel 8 - Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in werking vanaf 30/01/2024

        Het besluit van de gemeenteraad dd. 24 april 2023 betreffende "reglement vastgoedinformatieplatform" wordt opgeheven vanaf 30 januari 2024.

        Artikel 9 - Bekendmaking

        Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

         

    • Wonen

      • SVK ZOVL. Ontbinding. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De mail d.d. 18 december 2023 vanwege woonmaatschappij Dender-Zuid met daarin de communicatie omtrent de ontbinding van de vzw SVK ZOVL waarbij gebruik zal worden gemaakt van de zogenaamde “turbo liquidatie” (of “vereenvoudigde liquidatie).

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet Lokaal Bestuur.

        Feiten, context en argumentatie

        Naar aanleiding van voorliggend punt werd onderstaand bericht ontvangen:

        Het bestuursorgaan van de vzw SVK ZOVL besliste op 4/12/23 om voor de ontbinding van de vzw SVK ZOVL gebruik te maken van de zogenaamde “turbo liquidatie” (of “vereenvoudigde liquidatie”).

        Daarvoor is unanimiteit van de leden nodig op de BAV. Graag informeren wij jullie over het traject dat gelopen wordt.

        Op 5 maart 2024 om 18u00 zal een BAV gehouden worden met besluit “vrijwillige ontbinding en in vereffeningstelling”.

        Wij rekenen op jullie medewerking om dit op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.

        Het bestuursorgaan van de vzw zal op 11 januari 2024 om 16u00 samenkomen om de jaarrekening 31/12/23 goed te keuren en jullie aansluitend de nodige documenten te bezorgen.

        Mogen wij vragen om alvast ‘de ontbinding en vereffening van de vzw SVK ZOVL’ te agenderen op de eerste gemeenteraad na 11 januari?

        Ik werd door het bestuursorgaan aangesteld om jullie hierover te informeren en zal jullie na 11/01/2024 de nodige documenten bezorgen ter beslissing.

        Besluit

        Artikel 1: De gemeenteraad geeft zijn goedkeuring voor de ontbinding van de vzw SVK ZOVL waarbij gebruik zal worden gemaakt van de zogenaamde “turbo liquidatie” (of “vereenvoudigde liquidatie).

    • Sportsite De Rijdt

      • Sportsite De Rijdt. Zwembad. Intergemeentelijke samenwerking Lierde.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        Binnen de gemeentelijke samenwerking die met Lierde is afgesloten. Voorstel voor 2024 voor het verderzetten van deze overeenkomst

        Regelgeving en bevoegdheid

        Decreet lokaal bestuur

         

        Gemeenteraadsbesluit Brakel dd 27 februari 2023: intergemeentelijke samenwerking

        Gemeenteraadsbesluit Lierde dd 24 april 2023: intergemeentelijke samenwerking

        Besluit

        Goedkeuring

  • Besloten

    • Secretariaat

      • GAS. Aanwijzing van bijkomend sanctionerend ambtenaar bij de provincie Oost-Vlaanderen. Goedkeuring.

        Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
        Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
        Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
        Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
        Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
        Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
        Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Sabine Burens, Raadsleden

        De mail d.d. 04 december 2023 met daarin de vraag tot aanwijzing door de gemeenteraad van een bijkomend sanctionerend ambtenaar GAS bij de provincie Oost-Vlaanderen.

        Regelgeving en bevoegdheid

        - Decreet Lokaal Bestuur, artikel 2.

        - De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, gewijzigd ingevolge de Wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties en inzonderheid artikel 6;

        - Het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        - Gelet op het Provincieraadsbesluit van 15 november 2023 waarin de provincieraad Piet Van Caenegem, licentiaat in de rechten, juridisch deskundige bij de Cel Administratieve Sancties van de Provincie Oost-Vlaanderen, heeft voorgedragen als sanctionerend ambtenaar met betrekking tot de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS);

        - Het besluit van de Gemeenteraad d.d. 5 december 2016 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        Feiten, context en argumentatie

        - Gelet op de schriftelijke communicatie d.d. 04 december 2023, vanwege de provincie Oost-Vlaanderen, departement POLIS, dienst Beleid en Ondersteuning, Cel Administratieve Sancties, waarbij de gemeente Brakel uitgenodigd wordt om Piet Van Caenegem aan te wijzen als bijkomende sanctionerend ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes;

        - Gelet op het feit dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar noodzakelijk is om de continuïteit van de werking te verzekeren;

        - Gelet op het feit dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar maakt dat de werklast bij de provinciale ambtenaren kan gedeeld worden met een extra kracht;

        - Gelet op het feit dat de aanwijzing van een bijkomende sanctionerend ambtenaar geen bijkomende kosten met zich meebrengt gezien het feit dat de gemeente betaalt per behandeld dossier.

        - Het gunstig advies van het parket Oost-Vlaanderen van 12 oktober 2023. Het attest van gevolgde vorming.

        - De kennisname en voorstel tot gunstig advies door het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 11 december 2023.

        Besluit

        Artikel 1: Piet Van Caenegem wordt aangewezen als sanctionerend ambtenaar in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS).

        Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan:

                      - het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen - departement POLIS - dienst Beleid en Ondersteuning - Cel Administratieve Sancties,

                      - de Voorzitter van het Politiecollege,

                      - de Procureur des Konings te Gent.

Namens Gemeenteraad,

Jurgen De Mets
Algemeen Directeur

Marcel Saeytijdt
Voorzitter Gemeente- en OCMW raad