Terug
Gepubliceerd op 15/03/2023

Besluit  Gemeenteraad

ma 28/06/2021 - 20:00

Lokale economie. Reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen.

Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Johnny Roos, Amber Coppens, Sabine Burens, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Raadsleden
Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Alexander De Croo, Raadslid

Vaststelling reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen.

Regelgeving

Het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald artikel 40;

De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006 en van 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10;

Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie meer bepaald de artikelen 8 tot en met 24;

Feiten, context en argumentatie

Actualisatie gemeentelijk reglement op kermissen.

Overwegende dat volgens artikel 8  §1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.

Overwegende dat volgens artikel  9§ 1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement.

Het college stelt voor:

- het reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 juli 2010 op te heffen;

- voorliggend ontwerp van reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen goed te keuren.

Besluit

Enig artikel: Onderstaand reglement met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen wordt als volgt vastgesteld:

REGLEMENT MET BETREKKING TOT KERMISACTIVITEITEN OP DE OPENBARE KERMISSEN

Afdeling 1 - Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen

Artikel 1 : Toepassingsgebied

Als kermis ( foor) wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

Hoofdstuk I : Algemene bepalingen

Artikel 2: Gegevens van openbare kermissen

De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen (verder omschreven als “het college”) om de data, locatie, openings- en sluitingstijden van de attracties, de periode vanaf wanneer ten vroegste en wanneer uiterlijk het kermisterrein mag gebruikt/ moet verlaten worden, opstelling met bijhorend plan, het aantal en het soort attracties voor de kermissen vast te leggen.

Attracties met gebruik van levende dieren worden niet toegelaten.

De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan door het college vermelde periodes.

Artikel 3 Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen

Het kermisaanbod wordt bepaald door het college. Een uitbreiding van het aanbod kan worden toegestaan door het college, in functie van ruimere variatie in het aanbod.

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen:

§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:

1° aan de houders van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening

2° aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

Bijkomende voorwaarden:

1° uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico’s

2° wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft, de attractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen.

3° het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid

§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:

1° aan de houders van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”voor eigen rekening

2° aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

Bijkomende voorwaarden:

1° uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s

2° het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid

Artikel 4 Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen

4.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal het college deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving via minstens de gemeentelijke website en facebook voor een periode van minstens 2 weken.

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

4.2. Onderzoek van de kandidaturen

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt het college of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria :

1° de aard van de attractie of van de vestiging;

2° de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;

3° de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

4° de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

5° de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld personeel;

6° desgevallend, de nuttige ervaring;

7° de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

4.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats

Het college deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee:

1° via aangetekend schrijven met ontvangstmelding; of

2° via een persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding; of

3° via e-mail met ontvangstmelding.

Artikel 5 Spoedprocedure

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven:  

1° omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 4 van dit reglement); of

2° omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden; of

3° door hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder

kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:

1. de burgemeester raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;

2. de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;

3. de burgemeester gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 4.2, eerste en tweede lid van dit reglement;

4. de burgemeester stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;

5. indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;

6. hij deelt aan iedere kandidaat zijn beslissing mee overeenkomstig de manieren in artikel 4.3

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen worden voorgelegd ter goedkeuring op het eerstvolgend college.

Artikel 6. Het register of plan van de toegewezen standplaatsen

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

1° de plaats

2° de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;

3° de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;

4° de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;

5° desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

6° het ondernemingsnummer;

7° de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is;

8° desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht

Artikel 7 Inname standplaatsen

7.1. De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1° de personen aan wie standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement) houders “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

2° de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

5° de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde-verantwoordelijke in kermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4)

6°  aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5)

De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden.

 Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

7.2. De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1° de personen aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement) houders “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

2° de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

3° de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

4° de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

5° door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4)

6° door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B”

De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

Artikel 8 Overdracht standplaats

De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer:

1° de houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet;

2° de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten.

In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat

1° de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt;

2° de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (cf. artikel 3 van dit reglement).

3° het college vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

Artikel 9 Verhouding abonnement – losse plaatsen

De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.

De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:

1° in geval van absolute noodzaak;

2° wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

Artikel 10 Duur abonnement

Het abonnement heeft een duur van vijf jaar. Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cf. artikel 11 van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cf. artikel 12 van dit reglement).

De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van de burgemeester of van zijn afgevaardigde.

Artikel 11 Opschorten abonnement door de houder van het abonnement

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

a)door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,

b)door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opschorting gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van het hernemen van de activiteiten.

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden..

2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.

In dit geval moet de opschorting worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.

De vraag tot opschorting dient te gebeuren overeenkomstig de mogelijkheden van artikel 4.3 van dit reglement.

Artikel 12 Afstand van het abonnement door de houder van het abonnement

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

1° bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;

2° indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 11- 1° van dit reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid.

De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven hangt af van de beoordeling van het college.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

Artikel 13 Intrekking of opschorting van het abonnement door het stadsbestuur

Het college kan het abonnement intrekken of opschorten:

1° hetzij omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging,

2° wanneer de foorreiziger een verplichting van dit reglement niet naleeft;

3° wanneer de foorreiziger tijdens de foor de openbare rust en orde verstoord heeft;

De beslissing tot opschorting of intrekking van het abonnement gebeurt overeenkomstig de mogelijkheden van artikel 4.3 van dit reglement.

In al deze gevallen zal dit schrijven vaste datum verlenen aan de intrekking of opschorting van het abonnement. De rechter zal desgevallend enkel dienen vast te stellen dat de in dit artikel uitdrukkelijk voorziene voorwaarde vervuld is.

Bij intrekking of opschorting zal de foorreiziger in geen geval aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding, van welke aard ook.

Wanneer de vergunning van een foorreiziger wordt ingetrokken ingevolge een tekortkoming aan de voorschriften van dit reglement kan het college tevens beslissen dat betrokkene voor een maximale termijn van drie jaar niet meer in aanmerking zal komen voor een standplaats

Onverminderd de mogelijkheid om het abonnement op te schorten of in te trekken zal de foorreiziger in volgende gevallen het bedrag van 125 euro verschuldigd zijn, bij wijze van boete :

1. wanneer de publiciteit en andere teksten, aangebracht op de inrichtingen, niet in het Nederlands gesteld zijn;

2. wanneer de richtlijnen van de bevoegde ambtenaren niet worden nageleefd;

3. wanneer de afgeladen laadwagens niet onmiddellijk van het foorterrein worden verwijderd;

4. wanneer de foorreiziger niet aanwezig is op de vastgestelde controledagen en -uren;

5. wanneer de inrichtingen niet in regel worden bevonden;

6. wanneer wagens en/of attracties in strijd met het reglement van inwendig bestuur op de foren worden opgesteld;

7. wanneer de foorreiziger, binnen de door het college bepaalde openingsuren weigert of nalaat, na hiertoe door de afgevaardigde het bestuur te zijn aangemaand, zijn attractie voor het publiek open te stellen of wanneer de foorreiziger of één van zijn aangestelden niet kan bereikt worden binnen de openingsuren.

Alle kosten, vereist om voormelde tekortkomingen vast te stellen, worden verhaald op de foorreiziger.

HOOFDSTUK II : Opstelling en exploitatie van de inrichtingen

Artikel 14 Maximum aantal standplaatsen

Aan dezelfde onderneming kunnen maximum twee standplaatsen per kermis worden toegewezen.

Artikel 15 Afmetingen respecteren

De foorreiziger mag noch de bestemming, noch de afmetingen van de standplaats wijzigen zonder toelating van het college. Dergelijke wijziging geeft aanleiding tot intrekking van de vergunning voor inname van de standplaats.

Artikel 16 Toegewezen standplaats

De standplaatsen worden toegewezen in de toestand waarin ze zich bevinden. De foorreiziger wordt geacht de hem toegewezen standplaats goed te kennen, aanvaardt hij de toewijzing en verzaakt hij aan elk verhaal tegen het bestuur omtrent hinder, last of schade die hij zou kunnen ondervinden door de aanwezigheid of het ontbreken van o.m. bomen, palen, banken, draden, kabelkasten, enz.

Het is verboden schade toe te brengen aan het wegdek, de aanpalende wandel- en rijwegen, voetpaden en parkeerterreinen. Onder geen enkel voorwendsel mogen de inrichtingen worden vastgehecht aan de weg, bomen, verlichtingspalen of verkeerstekens. De beschadigingen, die de foorreizigers toch zouden aangericht hebben zullen door het bestuur geschat en hersteld worden op kosten van de foorreiziger.

De foorreizigers moeten zich gedragen naar de onderrichtingen die verstrekt worden door de afgevaardigde van het bestuur. 

Artikel 17 Opstelling wagens

Op de kermis worden enkel die wagens geplaatst die onmisbaar zijn voor de exploitatie van de inrichting. Laadwagens, voorraadwagens, personenwagens en woonwagens worden opgesteld op een plaats aangeduid door een persoon afgevaardigd door het bestuur.

De wagens die onmisbaar zijn voor de exploitatie van de inrichting moeten, indien mogelijk, onmiddellijk tegen de inrichting worden opgesteld.

Artikel 18 Inname standplaats

Het kermisterrein mag door geen inrichting of wagen worden ingenomen zonder voorafgaande toelating door het bestuur. Wagens en inrichtingen, die zonder toelating op het foorterrein zijn opgesteld, worden ambtshalve verwijderd op kosten en risico van de foorreiziger.

De foorkramers mogen niet vroeger dan de woensdag voor de kermis, vanaf  14.30 uur, hun standplaats bezetten noch in de straat en/of aanpalende straten komen stilstaan. Zij dienen hun plaatsen opgeruimd te hebben op donderdag na de kermis, om 8u uur ten laatste. Met het oog op een ordentelijk verloop van het einde van de kermis, is het verboden kramen of molens af te breken, alsmede laad- of vrachtwagens op de plaats van het kermisgebeuren te brengen voor woensdag om 20 uur.

Bij het opstellen van de inrichtingen moeten de laadwagens, zodra zij afgeladen zijn, onmiddellijk van het kermisterrein, wandelwegen of doorgangen verwijderd worden.

Artikel 19 Gebruik elektriciteit

De gemeente stelt aan de foorkramers een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning. De foorreizigers mogen deze kast niet voor andere doeleinden, en ook niet ten behoeve van derden, aanwenden.

De aansluiting op water en elektriciteit, gebeurt door het bestuur.

 

Er mogen geen foorinstallaties aangesloten worden die niet met een differentieelschakelaar met grote gevoeligheid uitgerust zijn. Deze installatie moet jaarlijks worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme, differentieel inrichting en aftakkabel inbegrepen.

Alle aansluitingskabels en voeding van voertuigen en aanhangwagens moeten voldoen aan de bepalingen die voorzien zijn in het AREI.

Bij vaststelling van inbreuken kan de plaatsmeester de toegang tot de kermis weigeren.

Het bestuur kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden in geval van stroomonderbreking of stroombeperking, wat ook de oorzaak ervan mag zijn.

De foorkramer dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de marktleider onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.

De foorkramer dient verzekerd te zijn voor schade die hij door het gebruik van de aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.

Artikel 2O Intrekken toelating

Indien de omstandigheden het vereisen (besmettelijke ziekten, rampen en alle andere ernstige, onvoorziene gevallen) kan het college, zelfs na het opstellen van de inrichtingen, de toelating tot het houden van de kermis intrekken en de duur ervan wijzigen, zonder dat de foorreizigers enige schadevergoeding kunnen eisen.

Wanneer een deel van de kermis of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van ten minste 6 maanden. In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.

HOOFDSTUK III : Voorwaarden inzake veiligheid en milieu

Artikel 21 (Brand)veiligheid en netheid

Elke attractie moet uitgerust zijn met een goedgekeurd en niet vervallen brandblusapparaat.

De foorkramers die gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn verplicht een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid evenals brand- en aanverwante gevaren (ontploffing) af te sluiten. Op elk verzoek van de plaatsmeester moet het bewijs voorgelegd worden dat aan deze verplichtingen werd voldaan.

Het bestuur neemt geen bewaking op zich van de inrichtingen en wagens die op het foorterrein of elders zijn opgesteld.

Het is evenmin aansprakelijk voor beschadiging, diefstal of verlies van de in de wagens of inrichtingen geborgen of tentoongestelde zaken.

De attracties, wagens of woonwagens moeten zo ingericht zijn dat geen schadelijke, hinderlijke of onwelriekende vloeistoffen, ea, op de grond kunnen druipen. Indien zulks onmogelijk blijkt, moeten de foorreiziger zelf instaan voor de opvang van deze.

De foorkramers dienen hun plaats volledig en netjes op te ruimen. Er mag geen vuil achter gelaten worden noch op de standplaats noch in de omgeving.

De geluidsinstallatie moet stiller worden gezet tijdens de plechtige kerkdienst.

Artikel 22 Keuring

Alvorens de attractie voor de consumenten open te stellen, moet de uitbater of de « aangestelde-verantwoordelijke » van een kermisattractie met voortbeweging van personen aangedreven door een niet-menselijke energiebron, een kopie van het document dat bevestigt dat de inspectie van de opstelling van de attractie voorzien in artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 werd verwezenlijkt, tegen ontvangstmelding, aan het college bezorgen.

Artikel 23 Aansprakelijkheid

Het bestuur kan in geen enkel geval aansprakelijk gesteld worden voor de schade of een ongeval veroorzaakt door de foorinrichtingen, hun uitbater of zijn personeel, zowel binnen de inrichting als op de openbare weg.

Artikel 24 Documenten

De foorreizigers de donderdag vóór de opening vanaf 9 uur in hun inrichting aanwezig zijn om de technische controle, de geluidscontrole en de controle inzake brandbeveiliging mogelijk te maken voor de bevoegde ambtenaar. De foorreiziger moet aan de betrokken ambtenaar alle inlichtingen betreffende zijn inrichting kunnen verstrekken en het aan alle proefnemingen en testen onderwerpen.

Hij moet de wettelijk voorziene en geldige keuringsattesten voorleggen.

Artikel 25 Wettelijke bepalingen

Elke foorreiziger zal alle wetten, decreten en besluiten o.a. deze m.b.t. de voedingsmiddelen, ambulante- en kermisactiviteiten, handelspraktijken stipt naleven.

HOOFDSTUK IV : Voorwaarden inzake tarieven en bekendmakingen.

Artikel 26 Bekendmaking tarieven

Bij elke inrichting moet het tarief aangeduid worden. Deze aanduiding moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Zij moet op een goed zichtbare plaats worden aangebracht en goed leesbaar zijn voor het publiek.

De tarieven mogen in de loop van de foor niet verhoogd worden.

Artikel 27 Naam en ondernemingsnummer

In elke inrichting moet, goed zichtbaar, een bord worden aangebracht met vermelding van de naam van de foorreiziger en het ondernemingsnummer .

Artikel 28 Nederlands

Alle tarieven en de door de wet verplichte informatie op de inrichtingen aangebracht, moeten in elk geval in het Nederlands gesteld zijn.

HOOFDSTUK V : Verbodsbepalingen

Artikel 29 Verbodsbepalingen

Het is verboden:

1° dranken te verkopen, behalve in sandwichbars, suikerspinnen, gebakkramen en drankgelegenheden.

2° op het kermisterrein loslopende dieren te laten rondlopen;

3° kennelijk dronken personen tot de inrichting toe te laten;

4° enige vorm van rookbommen, stinkbommen, bibi-guns, vuurwerk en/of explosieven te verkopen of als prijs te geven of op te slaan in de kermisattractie.

AFDELING 2 - Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen

Artikel 30 Toepassingsgebied

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten dient dit voorafgaand aan te vragen bij het college samen met de documenten voorzien in art. 3 van dit reglement.

Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 4 van Afdeling 1 van dit reglement gevolgd.

Artikel 31 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 3) en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis (cf. supra Afdeling 1 artikel 7) kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.

Artikel 32 Duur toelating

De toelating wordt door de gemeente toegekend

1° hetzij voor een bepaalde periode

2° hetzij per abonnement

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

Afdeling III : Diverse bepalingen

Artikel 33

Het college heeft te allen tijde het recht bijkomende verplichtingen aan de foorreizigers op te leggen, die het nodig acht om de veiligheid en de goede orde op het foorterrein te verzekeren.

Artikel 34

De plaatsmeester is belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door het college en gemachtigd om alle handelingen te stellen die voorvloeien uit dit document.

Artikel 35

§1 Het besluit van de Gemeenteraad dd. 26/07/2010 betreffende het reglement m.b.t. de kermisactiviteiten op de openbare kermissen wordt opgeheven vanaf 1 juli 2021

§2 Dit reglement treedt in werking op op 1 juli 2021.

§3 De bestaande toegekende abonnementen blijven van kracht.