Terug
Gepubliceerd op 02/11/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 31/10/2022 - 20:00

Punt toegevoegd cfr. artikel 23 decreet lokaal bestuur "Politieverordening op de gemeentelijke begraafplaatsen".

Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Sabine Burens, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Alexander De Croo, Johnny Roos, Karen Vekeman, Raadsleden

Het voorzien van de mogelijkheid - op gemotiveerd verzoek van de nabestaanden - tot het verlengen van de termijn waarbinnen de begrafenis moet doorgaan.

Besluit

Titel 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1

§1 De gemeente beschikt over 8 begraafplaatsen gelegen te:

1° Elst

2° Everbeek-beneden

3° Everbeek-boven

4° Michelbeke

5° Nederbrakel

6° Opbrakel

7° Parike

8° Zegelsem

Iedere begraafplaats beschikt over verschillende perken:

1°  voor begraving van niet-gecremeerde lijken in volle grond

2°  voor begraving van niet-gecremeerde lijken in volle grond met grafconcessie voor 1 of 2 personen

3°  voor begraving van niet-gecremeerde lijken in reeds bestaande concessies met grafkelders

4°  voor asverstrooiing

5°  voor bijzetting in het columbarium met of zonder concessie

6°  voor begraving van asurnen in niet-geconcedeerde grond

7°  voor begraving van asurnen met concessie voor 1 of 2 urnen

8°  kinderperk

§2 De gemeente beschikt over één urnenbos; gelegen langsheen het J. Sadonespad

Artikel 2

De begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk:

-      van 1 april tot en met de eerste zondag na 1 november: van 8u30 tot 20u

-      vanaf de daaropvolgende dag tot en met 31 maart: van 8u30 tot 18u

Artikel 3

§1 De begravingen, bijzettingen van de as en asverstrooiingen kunnen doorgaan:

- van maandag tot en met zaterdag van 8u30 tot 16u30

- op 24 december en 31 december van 8u30 tot 12u

§2 Er worden geen begravingen verricht op zondag,  de eerste vrijdag na 1 januari, de woensdagnamiddag vanaf 12u tijdens kermis Nederbrakel en op de wettelijke en reglementaire feestdagen.
De wettelijke en reglementaire feestdagen zijn:
1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 en 2 november, 11 en 15 november, 25 en 26 december.

Titel 2 – Lijkbezorging en vervoer van lijken

Artikel 4

De begraving, bijzetting in een columbarium of de verstrooiing van de as vindt plaats uiterlijk de 10de  dag na het overlijden of de dag van ontdekking van een stoffelijk overschot of na vrijgave van het stoffelijk overschot door de gerechtelijke overheden.

Indien de 10de dag na het overlijden een zondag en/of een wettelijke of reglementaire feestdag is, mag de begraving, bijzetting in een columbarium of de verstrooiing van de as plaatsvinden op de eerstvolgende werkdag.

De burgemeester kan, op gemotiveerd verzoekschrift aangebracht door de nabestaanden van de overledene, de termijn verlengen.

Artikel 5

Bij het bezorgen van de stoffelijke overblijfselen op de gemeentelijke begraafplaats moeten de gemeentelijke diensten ten minste twee volle werkdagen vooraf verwittigd zijn, door middel van het daartoe bestemd formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing. Deze verplichting rust bij de naaste verwanten of de gemachtigde.

De lijkwagen mag de begraafplaats oprijden tot aan de begroetingsplaats. De rouwenden mogen bij het hele verloop van de begrafenis aanwezig zijn.

Artikel 6

Uitsluitend de gemachtigde van de gemeente is ertoe bevoegd te zorgen voor:

- het aanhechten van een volgnummer aan de kist of de urne

- het uitstrooien van de as

- het plaatsen van de kist of de urne in de kuil, de grafkelder of het columbarium

- het delven van een graf voor begravingen of bijzettingen in volle grond en het vullen
   van de kuil

- het openen en sluiten van bestaande grafkelders

- het openen en afsluiten van de columbariumnis en het plaatsen van een urne. 

Titel 3 – Begraving, bijzetting of asverstrooiing

Artikel 7

§1 De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van:

-      de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood werden aangetroffen;

-      de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar dood werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregister zijn ingeschreven;

-      de personen, begunstigd met een recht van begraving in een geconcedeerd graf of de bijzetting in een geconcedeerde nis;

-      niet-inwoners, mits het betalen van een retributie. 

§2 De begravingen en bijzettingen gebeuren in volgorde van aankomst op de begraafplaats, volgens plan. Op het plan zijn de percelen voor gewone grond, begraven in concessiegrond, urnenveld en columbariumnissen aangeduid.

§3 Op iedere kist of urne wordt het volgnummer van het register van de burgerlijke stand bevestigd.

§4 Aan de strooiweide mag op de hiervoor voorziene muur, zuil of plaat een naamplaatje aangebracht worden. Dit naamplaatje wordt (cfr. het retributiereglement) ter beschikking gesteld en geplaatst door de gemeente. Het naamplaatje wordt na 20 jaar verwijderd. 

§5 Het is verboden de strooiweide te betreden. 

Titel 4 – Niet-geconcedeerde percelen

Artikel 8

§1 Op plaatsen waar geen concessie verleend wordt, kan slechts 1 persoon:

-      begraven worden (kist of urne)

-      bijgezet worden in een columbariumnis

§1 De graven in niet-geconcedeerde grond, de niet-geconcedeerde columbariumnissen en de begraven asurnen worden ten vroegste hernomen op 31 december van het twintigste jaar, te rekenen vanaf de datum van begraving of bijzetting in het columbarium.

§2 De graven worden verwijderd nadat gedurende een jaar een afschrift van de beslissing tot verwijderen, zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats, werd uitgehangen.

Titel 5 – Concessies

Artikel 9

§1 Er worden concessies verleend voor:

-      een perceel grond voor het begraven van max. 2 kisten of urnen

-      2 naast elkaar liggende gronden voor het begraven van max. 2 kisten

-      een columbariumnis voor het bijzetten van max. 2 urnen.

§2 De concessies worden verleend voor 30 jaar.
De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessies worden verleend onder de voorwaarden gesteld in dit reglement en in het retributiereglement, zoals deze gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

De gemeente is niet verplicht een concessie te verlenen.

Artikel 10

Eenzelfde concessie mag slechts dienen:

-      voor de aanvrager, zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten

-      voor personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd.

-      voor personen daartoe aangewezen door de concessiehouder en die daartoe bij de gemeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven.

Een concessieaanvraag mag worden ingediend ten behoeve van een derde en diens familie.
Wanneer iemand overlijdt terwijl hij op dat moment een feitelijk gezin vormde, kan de overlevende een concessie aanvragen.
De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen daarvoor aangeduid op de plannen berustend op de dienst Burgerzaken.
In geen geval mag er een concessie verleend worden op de plaatsen bestemd voor de niet-vergunde percelen.

Artikel 11

De concessieaanvragen vermelden de identiteit van de begunstigden.
Wanneer één of meerdere begunstigden niet de echtgenoot noch de bloed- of aanverwanten zijn van de aanvrager, worden de concessieaanvragen ondertekend, niet alleen door de aanvrager zelf, maar ook, voor akkoord, door alle begunstigden. Deze verplichting moet niet nageleefd worden wanneer gebruik gemaakt wordt van de in artikel 10, derde lid bepaalde mogelijkheid.

Artikel 12

Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar.

Artikel 13

Bij het overlijden van een familielid mogen er maximum twee naast elkaar liggende percelen of maximum twee naast elkaar staande columbariumnissen worden aangekocht.

Artikel 14

De duur van het concessiecontract neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 15

§1 De concessies kunnen op aanvraag hernieuwd worden.

§2 De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.
De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden vastgesteld in dit politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.
De beslissing waarbij de concessiehernieuwing wordt verleend, vermeldt deze voorwaarden.

§3 De aanvraag om hernieuwing kan gedaan worden voor het verstrijken van de vastgestelde termijn. Geen hernieuwing mag voor een langere tijd dan de oorspronkelijke concessie worden toegestaan. Een nieuwe termijn begint te lopen vanaf de dag van de vervaldag. 

§4 Voor zover de aanvraag gedaan wordt voor het verstrijken van de vastgestelde termijn, neemt een nieuwe termijn van dezelfde duur een aanvang vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie. Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van 20 jaar die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan 20 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

Artikel 16

§1 De retributie voor de hernieuwingen, vermeld in artikel 15 §4, wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschreden wordt.

§2 Bij het aanvragen van een concessie of van een hernieuwing wordt de retributie:

-      bij de financieel beheerder gedeponeerd bij het indienen van de aanvraag

-      indien de beslissing gunstig is, door het gemeentebestuur verworven.

Artikel 17

§1 In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis, wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de gemeente.
De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel een vervangende grafkelder, zijn ten laste van de gemeente.

§2  In geval van wijziging van bestemming van de begraafplaats (bvb. sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats. De kosten voor overbrenging van de lichamen zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor overbrenging van de grafmonumenten en de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.

Artikel 18

Wanneer een concessie, om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergrondse constructies, na het verstrijken van de door het college van burgemeester en schepenen vastgestelde termijn, eigendom van de gemeente.

Artikel 19

De as zal worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats:

-      wanneer een concessie in het columbarium of op het urnenveld, om welke reden ook, een einde neemt

-      aan het einde van de termijn van grafrust.

Behalve indien de nabestaanden op schriftelijk verzoek een andere bestemming wensen te geven aan de as.

Artikel 20

De hernieuwingen van de altijddurende concessie verleend voor 13 augustus 1971 worden toegestaan overeenkomstig artikel 9 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

Artikel 21

Alle gevallen niet bepaald in het huidig reglement worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen. 

Titel 6 – Graftekens, bouw- en beplantingswerken en onderhoud van de graven

Artikel 22

Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft eenieder het recht op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder, en dit overeenkomstig dit reglement.

Artikel 23
§1: Het is niet toegelaten grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of aard van de materialen, de reinheid, de gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren.

§2: Met het oog op het toepassen van dit artikel wordt een geconcedeerde en niet-geconcedeerde grond in onderstaande zones ingedeeld: 

zone A

Zone B

 

 

 

Zone C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1° Zone A: 80 centimeter breed , 10 centimeter lang, zone door het bestuur aangelegd in beton en bestemd voor graftekens of een ander gedenkteken

2° Zone B: 80 centimeter breed; 40 centimeter lang, zone door het bestuur aangelegd in beton en bestemd voor versiervoorwerpen, foto’s, symbolen, bloemen,..

3° Zone C: 80 centimeter breed: 200 centimeter lang, wordt door het bestuur ingezaaid met gras. Geen enkele verharding wordt hierin toegelaten. 

§3: Met het oog op het toepassen van dit artikel wordt een kindergraf in onderstaande zones ingedeeld:

Zone A

Zone B

 

 

 

Zone C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1° Zone A: 80 centimeter breed , 10 centimeter lang, zone door het bestuur aangelegd in beton en bestemd voor graftekens of een ander gedenkteken

2° Zone B: 80 centimeter breed; 40 centimeter lang, zone door het bestuur aangelegd in beton en bestemd voor versiervoorwerpen, foto’s, symbolen, bloemen,..

3° Zone C: 80 centimeter breed: 150 centimeter lang, wordt door het bestuur ingezaaid met gras. Geen enkele verharding wordt hierin toegelaten.

§4: Graftekens en andere gedenktekens in zone A en in zone B mogen bovenstaande afmetingen niet overschrijden.

Graven in geconcedeerde en niet-geconcedeerde grond

Hoogte:        1 meter

Breedte:       80 centimeter

Dikte:           10 centimeter 

2 naast elkaar liggende graven in dezelfde concessie

Hoogte:        1 meter

Breedte:       180 centimeter

Dikte:           10 centimeter

Kindergraven

Hoogte:        1 meter

Breedte:       50 centimeter

Dikte:           10 centimeter

§5: De graftekens en andere gedenktekens in geconcedeerde en niet-geconcedeerde grond en kindergraven worden op de beton in zone A geplaatst.

§6: Het gebruik van een horizontale deksteen is enkel toegelaten in zone B overeenkomstig de afmetingen 80 cm * 40 cm; voor 2 naast elkaar liggende graven in dezelfde concessie overeenkomstig de afmetingen 180 cm * 40 cm; voor kindergraven overeenkomstig de afmetingen 50cm * 40 cm; met een maximumdikte van 8 cm. Enkel een grafteken of ander gedenkteken kan in zone A geplaatst worden. Versiervoorwerpen, foto’s, symbolen, bloemen,.. kunnen in zone B geplaatst worden. In zone C is geen enkele verharding of beplanting toegelaten, deze wordt ingezaaid door het bestuur met gras.

Graf voor urnen

Een grondplaat van 50 cm op 50 cm met een maximumdikte van 8 cm.

Deze grafsteen moet op gelijke hoogte liggen als het maaiveld en geplaatst worden op de door de gemeente geplaatste afdekplaat.

Het is toegelaten op de grondplaat rechtopstaande versieringsvoorwerpen, foto’s of symbolen te plaatsen van maximum 40 cm op 40 cm en maximaal 45 cm hoog.

Grafkelders

Graftekens op bestaande grafkelders moeten de volledige grafkelder bedekken.

Artikel 24

De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat zij de veiligheid en doorgang niet belemmeren en zonder schade aan te brengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

Op ieder graf wordt de naam en overlijdensdatum van de overledene vermeld.

Rond de graven mogen geen afsluitingen, beplantingen of omheiningen gemaakt worden. Kniel- en bidbanken zijn niet toegestaan.
Het planten van bloemen, struiken of bomen door particulieren is verboden. Ten onrechte geplante bloemen, struiken en bomen worden door het gemeentebestuur verwijderd.

Artikel 25

Alvorens op de begraafplaatsen te worden toegelaten, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. Geen enkel hulpmateriaal, restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate de behoeften.
Na een zonder gevolgen gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot de wegneming van de materialen op kosten van de overtreder.

Artikel 26

§1: De scheefstaande en omgevallen grafstenen of andere graftekens moeten uiterlijk veertien dagen voor Allerheiligen door toedoen van de familieleden terug recht gezet of verwijderd worden.

§2: De aangevoerde grafsteen- of tekens, die drie werkdagen voor Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet zouden geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken familieleden daags nadien vóór 10u ’s morgens verwijderd zijn, zoniet zullen grafstenen, -tekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente.

Artikel 27

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Wanneer een graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde.

Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie.

Artikel 28

De graven en grafmonumenten, opgenomen in de lijst van graven met lokaal historisch belang worden onderhouden door de gemeente overeenkomstig de voorschriften van artikel 26§2 van het decreet op lijkbezorging en de begraafplaatsen. 

Titel 7 - Urnenbos

Artikel 29

§1 De urnen dienen uit organische materialen vervaardigd te zijn en 100% biologisch afbreekbaar zijn. De urne mag bestaan uit papier, hout, klei, leem, zetmeel. De urne mag geen elementen bevatten van ijzer, glas, lood, plastic of andere niet-biologisch afbreekbare materialen.

§2 In het urnenbos staat een gedenkplaat waarop de familie een naamplaatje kan laten aanbrengen. Het naamplaatje vermeldt de voornaam, familienaam, geboortedatum en overlijdensdatum van de overledene. De naamplaatjes worden door het gemeentebestuur aangeleverd en mogen enkel door het gemeentepersoneel worden aangebracht.

§3 Het is verboden het urnenbos te betreden. Enkel gemeentepersoneel belast met het onderhoud van het urnenbos en begraving van de urne en/of begrafenisondernemer of diens aangestelde op het moment van de urnebegraving, mogen het urnenbos betreden.

§4 Over de volledige oppervlakte van het urnenbos wordt een ecologisch beheer toegepast waardoor het doorgroeien van zaden vanuit de urne niet mogelijk is. Er mogen geen tekens, symbolen, afsluitingen, versieringen, … worden aangebracht zodat het natuurlijk karakter kan bewaard worden.
In de strook rond de gedenkplaat mogen enkel tijdelijke bloemstukken worden geplaatst.

§5 Er is geen mogelijkheid om een concessie te nemen. 

Titel 8 - Ontgravingen

Artikel 30

Uitgezonderd de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen ontgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de burgemeester.
Het verlenen van toestemming van ontgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen.
Het recht verschuldigd bij ontgraving wordt vastgesteld door het retributiereglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvragers.

Artikel 31

De ontgraving is enkel toegestaan:

-      om een lijk of urne over te brengen van een al dan niet-geconcedeerd graf naar een ander geconcedeerd graf

-      voor retroactieve thuisbewaring van een urne

-      op bevel van de gerechtelijke overheid

-      wegens een bestuurlijke beslissing

Artikel 32

De aanvraag tot ontgraving dient door de nabestaanden schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende schikkingen worden nageleefd:

-      dag en uur waarop de ontgraving zal gebeuren, worden in overleg met de dienst burgerlijke stand vastgelegd

-      het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden door en op kosten van de aanvrager vooraleer tot de ontgraving kan worden overgegaan

-      het openleggen van het graf, het openen van de grafkelders, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door een gespecialiseerde firma en in alle gevallen op kosten van de aanvrager

-      het openen en sluiten van de nis of urnegraf, het uitnemen van de urne uit de nis of urnegraf wordt uitgevoerd door de gemachtigde van de gemeente

Artikel 33

Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot 30 november en op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen geen ontgravingen verricht.
Tijdens de ontgraving wordt de begraafplaats gesloten of de plaats van ontgraving wordt visueel afgeschermd.

Enkel de aanwezigheid van volgende personen is toegelaten:

-      de grafmaker

-      een lid of afgevaardigde van de familie

-      een gemachtigde door de burgemeester aangesteld

-      de personeelsleden van het bedrijf dat de ontgraving verricht

-      het personeel van de begrafenisonderneming

Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven, indien ze dit nodig achten en elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen, op kosten van de aanvrager.

Fotograferen en filmen van de werkzaamheden is verboden.

Artikel 34

Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen vooraleer deze te vervoeren.

Titel 9 -  Politie en strafbepalingen

Artikel 35

De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor diefstallen of beschadigingen die op de begraafplaatsen ten nadele van de families zouden gepleegd zijn aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, … 

Artikel 36

Het is verboden:

-      de begraafplaatsen te betreden buiten de in artikel 2 bepaalde openingsuren

-      een graf, monument, bloemen, beplantingen of andere grafversierselen te verplaatsen of te beschadigen

-      berichten, aankondigingen of aanplakbiljetten aan te brengen

-      beplantingen te beschadigen, te verplaatsen, te vernielen of weg te nemen

-      met een dier de begraafplaats te betreden, met uitzondering van assistentiehonden

-      te bedelen of geld in te zamelen

-      politieke activiteiten te ontplooien

-      met auto of bromfiets op de begraafplaats te rijden

-      zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of zich op een manier gedraagt die onverenigbaar is met de rust, het pluralistisch karakter en de waardigheid van een begraafplaats

Artikel 37

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

Titel 10 – Slotbepalingen

Artikel 38

Alle gevallen niet bepaald in het huidig reglement worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 39

Dit reglement treedt in werking op 15 juli 2020, hierbij geldt Titel 6 ook voor alle graven waarop bij inwerkingtreding van dit reglement nog geen grafsteen werd aangebracht. Het heft het besluit van de gemeenteraad betreffende de politieverordening op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 24 juni 2019 op.

Artikel 40

Deze verordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285-287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Artikel 41

Een afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de toezichthoudende overheid.