Terug
Gepubliceerd op 28/09/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 26/09/2022 - 20:00

Belasting op de inzameling en verwijdering van restafval, grof huisvuil en snoeihout huis-aan-huis-Diftar 2020 tot 2025. Aanpassing minimumfactuur. Goedkeurig.

Aanwezig: Marcel Saeytijdt, Voorzitter Gemeente- en OCMW raad
Stefaan Devleeschouwer, Burgemeester
Marleen Gyselinck, Peter Vanderstuyf, Sabine Hoeckman, Marc De Pessemier, Marin Devalck, Schepenen
Andre Flamand, Hedwin De Clercq, Lien Braeckman, Jan Haegeman, Veronique Lenvain, Bart Morreels, Delphine Bogaert, Johnny Roos, Sabine Burens, Karen Vekeman, Franky Bogaert, Wesley Roos, Saskia Schoutteten, Andre Soetens, Nancy De Geeter, Raadsleden
Bianca De Staercke, Adjunct-Algemeen Directeur
Jurgen De Mets, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Alexander De Croo, Raadslid

Evaluatie, door IVLA, van de minimumfactuur.

Regelgeving

Decreet Lokaal Bestuur dd. 22 december 2017;

Het decreet d.d. 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invorderingen en de geschillenbeslechtiging van de provincie- en gemeentebelastingen;

Het raadsbesluit d.d. 2 december 2019 houdende “belasting op de inzameling en verwijdering van restafval, grof huisvuil en snoeihout huis-aan-huis-diftar 2020 tot 2025”;

Het raadsbesluit dd. 30 september 2019 houdende “Samenwerkingsverbanden. IVLA. Vraag te streven naar een uniform tarief voor inzameling restafval”.

Feiten, context en argumentatie

In zitting van 19 mei 2022 maakte de raad van bestuur van IVLA een evaluatie van de minimumfactuur;

Het college keurde het voorstel van IVLA, om de minimumfactuur te verlagen van 14,16 euro per jaar naar 9 euro per jaar, goed;

Het reglement dd. 2 december 2019 houdende belasting op de inzameling en verwijdering van restafval, grof huisvuil en snoeihout huis-aan-huis-Diftar 2020 tot 2025 dient hiervoor aangepast te worden.

Besluit

Art. 1:

Met ingang van 1 januari 2020 wordt een belasting geheven op de inzameling en verwijdering van restafval, grof huisvuil en snoeihout huis-aan-huis.

Art. 2:

a)    De belastingplichtige betaalt per aanbieding van de container en per aangeboden kilogram.

Het bedrag van de belasting wordt als samengesteld:

- per aanbieding van de container : 

·         40 liter container          0,15 €

·         120 liter container        0,30 €

·         240 liter container        0,60 €

·         1100 liter container      2,93 €

- per kilogram aangeboden afval: 0,28 € 

- minimumbelasting per aansluitingspunt

- € 0.75 per maand

- € 9 per 12 maanden

b)  De prijs voor de huis-aan-huisinzameling van grof vuil wordt vastgelegd op 30,00 € per afroep.

Per afroep kan maximum 3m³ grof huisvuil aangeboden worden

c)    De prijs voor de huis-aan-huisinzameling van snoeihout wordt vastgelegd op 15,00 per afroep.

Per afroep kan maximum 3m³ snoeihout aangeboden worden.

Art. 3:

Per ophaalpunt wordt maximum één container tot maximum 240 liter gratis ter beschikking gesteld. Eén 1100 liter container wordt enkel gratis ter beschikking gesteld van onderwijsinstellingen en overheidsinstellingen. Eén 1100l container wordt eveneens gratis ter beschikking gesteld van meergezinswoningen waarvan de interne organisatie het mogelijk maakt dat de belasting wordt geheven t.a.v. een natuurlijk of rechtspersoon, hiertoe aangesteld door alle inwoners (die dus ook aansprakelijk is voor de verplichtingen die voortvloeien uit de deelname aan de diftarhuisophalingen).

Art. 4:

De belasting is verschuldigd, behoudens hetgeen vermeld staat onder artikel 3 betreffende de meergezinswoningen, door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval:

a) * de referentiepersoon van ieder gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister op 1 januari van het belastingjaar. De andere leden van ieder gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Onder gezin wordt verstaan:

-          hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft;

-          hetzij een vereniging van twee of meerdere personen die al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.

    * de belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid.

b) de natuurlijke en/of rechtspersoon en feitelijke vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar, als hoofd- en/of bijkomend activiteit op het grondgebied van de gemeente:

-          een nijverheids-, landbouw-, tuinbouw- of handelsbedrijf exploiteren

-          een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen inbegrepen de vennootschappen die roerende en/of onroerende goederen beheren.

c) de overheidsinstellingen (politie, OCMW, …), de onderwijsinstellingen en de verenigingen met een clublokaal.

Art. 5:

§ 1.  Deze belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat jaarlijks wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier is samengesteld uit de belasting voor de geregistreerde gewichten en de belasting voor de aanbiedingen op het ophaalpunt voor de aangegeven periode en rekening houdende met de minimumbelasting van € 0,75 per maand.

§ 2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

§ 3. De belastingplichtige die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

Art.6:

§ 1.  Dit belastingreglement wordt bekend gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 186 van het gemeentedecreet.

§ 2. Dit belastingreglement treedt in werking vanaf 1 januari 2023.

§ 3. Het vorige belastingreglement van 2 december 2019 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2023.

§ 4.  Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan:

- dhr. Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen;

- OVAM

- I.VL.A.

- de diensten secretariaat, financiën en de milieudienst van de gemeente.