Tarifering van huishoudelijk afval vanaf 2026.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41, 14°, zoals gewijzigd door art. 3 van het Decreet van 8 mei 2018, en door art. 8 en 9 van het Decreet van 17 februari van 2023 wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft;
De Grondwet, inzonderheid artikel 170, §4;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd door het decreet van 3 mei 2024;
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Het Bestuur decreet van 7 december 2018, betreffende de bepalingen rond de werking van overheidsinstanties en de relatie tussen de burger en de overheid;
De algemene bestuurlijke politieverordening, meer bepaald de artikelen betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen;
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid artikel 26, en latere wijzigingen; Het innen van een belasting wordt gedefinieerd als het in ontvangst nemen van de schuld;
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), en latere wijzigingen;
Het lokaal Materialenplan (LMP) goedgekeurd op 26 mei 2023 door de Vlaamse Regering; Het LMP geldt als uitvoeringsplan en preventieprogramma voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, zoals voorzien in artikels 17 en 18 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;
Artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen laat toe dat de gemeente het intergemeentelijk samenwerkingsverband machtigt om de kosten voor het beheer van huishoudelijk afval te innen;
Het besluit van de gemeenteraad van 29 augustus 2005 houdende principiële goedkeuring van de participatie in het Diftar-project van I.VL.A.
De gemeenteraadsbeslissing van 13 maart 2006 houdende invoering van het Diftar-systeem voor de ophaling van het restafval vanaf 1 juni 2006.
Het lokaal Materialenplan 2023-2030 (LMP) werd goedgekeurd op 26 mei 2023 door de Vlaamse Regering. Dit plan omvat specifieke doelstellingen om de hoeveelheid restafval te doen dalen tegen 2030.
Europese regelgeving verplicht Vlaanderen om het bioafval uit het restafval te halen en om de eigen reductiedoelstellingen voor het restafval en recyclagedoelstellingen te behalen. Daarom voert dit Lokaal Materialenplan (LMP) de algemene verplichting in voor lokale besturen om een selectieve inzameling van alle bioafval aan te bieden aan de burger.
De gemeente is verplicht om de mogelijkheid te bieden aan burgers om het bioafval (gft) selectief aan te bieden. Aan deze inzameling en verwerking zijn kosten verbonden die doorwegen op de gemeentelijke financiën.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven, is het gerechtvaardigd om de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te verhalen op de aanbieders. Een gedifferentieerde kohierbelasting laat de gemeente toe het principe ‘de vervuiler betaalt’ toe te passen, waarbij prioriteit gegeven wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt gestimuleerd. Er wordt gestreefd om de kohierbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.
Uit de bevraging over sorteergedrag (OVAM, 2021) blijkt dat de meeste respondenten beter zouden sorteren als het verschil in tarief tussen huisvuil en selectieve stromen verhoogt. Om de scheiding aan de bron aan te moedigen, is het aangewezen dat de tarieven voor gft lager liggen dan de tarieven voor huisvuil.
De huis-aan-huisinzameling van snoeihout op afroep zal worden stopgezet.
Aan het CBS werd gevraagd om de beslissing van de Raad van Bestuur te bevestigen. Deze bevestiging gebeurde in zitting dd. 28 april 2025.
Artikel 1 (definities)
Met ingang van 1 januari 2026 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval.
Voor de toepassing van die belasting wordt verstaan:
onder container: ‘het aan een aansluitpunt ter beschikking gestelde en verplicht te gebruiken recipiënt voor de inzameling van afvalstoffen voorzien van een identificatiechip waardoor de identiteit van de aanbieder en het aantal aanbiedingen, alsook de aangeboden hoeveelheid afval via een geautomatiseerd systeem kunnen worden geregistreerd’
onder sorteerstraat: ‘het permanent voorziene ondergrondse brengsysteem dat door meerdere aansluitpunten verplicht of aanvullend wordt gebruikt voor de inzameling van afvalstoffen door middel van een badge’.
onder aansluitpunt: ‘iedere entiteit (gebouw, constructie, appartement, woongelegenheid, infrastructuur, domein, openbaar gebouw en andere) op het grondgebied van de gemeente die geïnitialiseerd is als ophaalpunt en die per ophaalpunt van afvalstoffen als dusdanig gekend is als afvalproducent en gebruikmaakt van de (inter)gemeentelijke dienstverlening inzake het inzamelen van afvalsoorten’.
onder badge: ‘een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld van een aansluitpunt en die de houder van de badge toegang verleent tot een sorteerstraat’.
onder toegangsbadge recyclagepark: ‘een digitale kaart met onbepaalde geldigheidsduur die ter beschikking wordt gesteld aan een aansluitpunt en die de houder van de kaart toegang verleent tot het recyclagepark’
onder gezin : ‘dezelfde betekenis van particuliere huishoudens als in de bepaling van de laatste algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkings- en vreemdelingenregisters: hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft; hetzij twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebebonden, gewoonlijk éénzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.’
onder 2de verblijf : ‘iedere natuurlijke persoon, zonder op het aansluitpunt ingeschreven te zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister’
onder bedrijf : ‘ieder natuurlijke of rechtspersoon met een aansluitpunt die een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en opgenomen is in het KBO met beperkte hoeveelheid bedrijfsafval (vergelijkbaar in hoeveelheid en samenstelling met gezinnen)
onder vereniging: ‘iedere natuurlijke of rechtspersoon met een aansluitpunt die opgenomen is in het verenigingsloket met beperkte hoeveelheid bedrijfsafval (vergelijkbaar in hoeveelheid en samenstelling met gezinnen)
onder scholen : ‘Gebouwen of groepen gebouwen die zijn bestemd voor het geven van officieel onderwijs en gesubsidieerd vrij onderwijs.’
onder residenties : ‘de beheerder van een gebouw voor particulier gebruik als eigenaar, vereniging van mede-eigenaars of syndicus’
Artikel 2 (tarieven huis-aan-huisinzamelingen)
De hieronder vermelde belasting is verschuldigd door eenieder die gebruikmaakt van de intergemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling aan huis van huishoudelijke afvalstoffen, of het aanbieden ervan via sorteerstraten;
Huisvuil |
|
containers* |
0,40 euro per kg vermeerderd met een aanbiedingskostprijs van 0,50 euro
De minimumbelasting per aansluitpunt bedraag 0,75 euro per begonnen maand of 9,00 euro per jaar. |
sorteerstraten |
0,40 euro per kg Vermeerderd met 0,50 euro per inworp |
Grofvuil |
|
per ophaaladres
|
75 euro/ophaaladres Er mag maximum 3m3 aan grofvuil en/of oude metalen worden aangeboden per afroep. Er mag maximum zes keer per jaar beroep gedaan worden op deze dienst. |
GFT |
|
containers* |
0,33 euro per kg |
sorteerstraten |
0,33 euro per kg |
*De containers zijn eigendom van IVLA. De container bevat een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de gebruiker gekend is. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt.
Per aansluitpunt wordt maximum één restafvalcontainer tot maximum 240 liter gratis ter beschikking gesteld.
Bedrijven en verenigingen mogen enkel vergelijkbaar afval aanbieden in het gemeentelijk inzamelcircuit voor zover dit in hoeveelheid en samenstelling vergelijkbaar is met particulieren. Bedrijven en verenigingen kunnen in dit circuit bijgevolg maximum één restafvalcontainer tot maximum 240 liter ontvangen. Een GFT container wordt enkel toegestaan als aanvulling bij een restafvalcontainer.
1100 liter restafvalcontainers worden gratis ter beschikking gesteld van onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en grotere appartementsblokken, op hun verzoek.
Artikel 3 (intergemeentelijke inning)
De invordering van de belasting voor de geregistreerde gewichten, het aantal aanbiedingen of het vast recht per begonnen maand, de minimumfactuur per begonnen maand en het aantal huis-aan-huisophalingen gebeurt bij wijze van inkohiering. Het kohier wordt jaarlijks vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier is samengesteld uit:
de minimumbelasting en de belasting voor de geregistreerde gewichten en het aantal aanbiedingen op het ophaalpunt tijdens de aangegeven periode voor wat betreft de belasting op de inzameling en verwijdering van het restafval;
de belasting voor de geregistreerde gewichten en het vast recht per begonnen maand op het ophaalpunt tijdens de aangegeven periode voor wat betreft de belasting op GFT-afval;
de belasting voor het aantal huis-aan-huisophalingen tijdens de aangegeven periode voor wat betreft de belasting op de huis-aan-huisophaling van grof vuil en/of oude metalen.
De gemeentebelasting is verschuldigd door de referentiepersoon van ieder gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar of door de houder van de toegangsbadge. De andere leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
De inning van de belasting op het ophalen en verwijderen van restafval via huis-aanhuisinzameling, op de inzameling, recyclage en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark (met uitzondering van de belasting ten laste van de gebruikers met een toegangsbadge tot het recyclagepark) en op de huis-aan-huisophalingen van grof vuil en/of oude metalen zal gebeuren door IVLA via intergemeentelijke inning.
Betalingen inzake de belasting op het ophalen en verwijderen van restafval en GFT via huis-aan-huisinzameling en op de huis-aanhuisophalingen van grof vuil en/of oude metalen – Diftar moeten gebeuren door storting of overschrijving op de bankrekening welke is vermeld op het aanslagbiljet. In afwijking hiervan wordt een aanslag waarvoor een gerechtsdeurwaarder optreedt in het kader van de gedwongen invordering, uitsluitend betaald in handen van die gerechtsdeurwaarder. Bij elke betaling moet als mededeling steeds en uitsluitend de voorgedrukte gestructureerde mededeling worden gebruikt (en dus geen vrije mededeling), aangezien enkel op die manier een betaling automatisch kan worden verwerkt.
Artikel 4 (bezwaar)
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen de aanslag. Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen, ADRES, en moet ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet gebeuren binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift.
Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.
Artikel 5
Dit reglement heft elk voorgaande ten deze op (Gemeenteraadsbesluit dd. 27 december 2022 houdende "Belasting op de inzameling en verwijdering van restafval, grof huisvuil en snoeihout huis-aan-huis-Diftar 2020 tot 2025")
Artikel 6
Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de intergemeentelijke vereniging IVLA.
Het reglement zal worden afgekondigd en bekendgemaakt volgens artikel 286 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.